Boekbespreking
A. J. H. Rozemond, Inventaris van het oud-archief der distilleerderij en likeur
stokerij 'De Graauwe Hengst' Daniel Visser en Zoonen te Schiedam, Anno 1714.
(gestencild, Schiedam, 1961)
Toen ik tijdens de tweede wereldoorlog aan verschillende Schiedamse bedrijven
een bezoek bracht en verzocht hun archieven te mogen zien, werd ik op het kan
toor van De Graauwe Hengst ter zake door de heer P. Mak, toen nog directeur
van het bedrijf, volkomen ingelicht. Hij liet mij alles zien, en ik was blij dat er
nog zulk een groot branders archief bewaard was gebleven. Behalve de archieven
van Rijnbende, Wenneker en 'De Graauwe Hengst' het laatste verreweg het
grootste zijn alle archieven van Schiedamse branderijen uit de 19e eeuw ver
loren gegaan.
De liefde van de heer Mak voor zijn archief was er oorzaak van, dat ik met een
gerust hart aan mijn opvolger aan het Schiedamse archief, de heer P. Th. J.
Kuyer, op zijn verzoek, op dit archief kon wijzen, toen de heer Rozemond een
archief moest ordenen.
De heer Rozemond heeft dit op een, naar mijn mening, voortreffelijke wijze
gedaan, al heb ik de indruk, dat hij bij zijn werkzaamheden wel eens verkleumde
handen zal hebben gekregen op de zolder van het prachtige complex van 'De
Graauwe Hengst'. Dat dit niet in deze inventaris te bespeuren valt, strekt hem
tot eer.
De samenwerking tussen de directeur van 'De Graauwe Hengst' en het Schiedamse
archief was zo goed, dat ook aan de toekomst van het archief werd gedacht: de
materiële verzorging van het archief, zo nodig om de archieven in stand te houden,
werd tegelijk goed tot stand gebracht.
Het tittelblad van deze, ik herhaal het uitstekende inventaris, doet nog twee
vragen bij mij opkomen. 'Daniel Visser en Zoonen 1714': hoe komt het toch dat
alle Schiedamse distilleerderijen nog ai vrijmoedig omgaan met de stichtings
datum? Het archief begint in 1810, maar ik heb het gevoel, dat de eigenaren van
'De Graauwe Hengst' in chronologische volgorde ergens niet precies kloppen met
de genealogische staat van de Visser's. En waarom is in de inventaris op het titel
blad het jaar van uitgave niet gemeld?
Mijn eerste vraag is misschien wat ondeugend, maar de samensteller kan met recht
de recensent de vraag stellen, waarom hij zijn recensie nu pas heeft geschreven.
Maar nogmaals, de heer Rozemond verdient alle hulde voor zijn inventaris.
A. van der Poest Clement
[194]
Dr. A. T. Schuitema Meijer, Inventaris van het archief van de Waalse Gemeente
te Groningen, Groningen 1965, 36 blz. (gestencild).
De heer Schuitema Meijer toont een grote en daadwerkelijke belangstelling
voor de geschiedenis van de kerkelijke instellingen van de stad Groningen, waar
van hij archivaris is. Zo verscheen in 1950 zijn 'De kerkgebouwen en andere kerke
lijke goederen in de stad Groningen', in 1963 zijn inventaris van het archief van
de Evangelisch-Lutherse Gemeente te Groningen en in 1965 zijn in hoofde ge
noemde inventaris van de Waalse gemeente te Groningen.
Die laatste inventaris is ingedeeld in: 1 Kerkbestuur, nummers 1-62 en II Arm
bestuur, nummers 63-87. Als bijlage is toegevoegd een predikantenlijst van 1614-
1964 (A chronologische lijst, B alfabetische lijst). Hierbij zij opgemerkt, dat het
beginjaar in het opschrift van de predikantenlijst, moet zijn 1619, want in dat jaar
doet de eerste predikant zijn intrede (zie de lijst, alsmede de inhoudsopgave op
bladzijde 36). Tenslotte volgt een inhoudsopgave. Aan dit alles gaat een belang
wekkende historische inleiding vooraf van 11 bladzijden, gevolgd door Aanteke
ningen', die als noten dienen bij de inleiding (38 nummers).
In de inleiding kan men o.m. lezen, dat de Franse gemeente te Groningen onder
de oppervoogdij van de provinciale regering stond. Eerst in 1780 gaf de provin
ciale regering haar toestemming voor aansluiting van die gemeente bij de Waalse
synode. In de Franse tijd tenslotte, kwam de benoeming der predikanten aan de
kerkelijke gemeente. In de plaats van de Waalse synode is intussen de Waalse
Reünie gekomen met als moderamen: de Waalse commissie. De Waalse gemeenten
vormen een afzonderlijke classis in de Hervormde Kerk.
I Kerkbestuur is in 7 nummers onderverdeeld, n.l. stukken van algemene aard,
die betreffende synoden, reglementen, doop-, lidmaten- en trouwboeken, stukken
betreffende financieel beheer (verdeeld in de letters a t/m f), stukken betreffende
predikanten en stukken betreffende kerkelijke bedienden. Terecht heeft de inven-
tarisator zich onthouden van verdere rubrieken als b.v. stukken van bijzondere- en
van gemengde aard, een systeem dat bij eenvoudige archieven overbodig is.
II Armbestuur is onderverdeeld in 3 nummers, n.l. stukken van algemene aard,
stukken betreffend financieel beheer (verdeeld in de letters a t/m c) en stukken
betreffende onderstand.
Bij de stukken van algemene aard van het kerkbestuur blijkt onvoldoende uit de
inventaris, dat het gaat om handelingen en stukken van de kerkeraad. Blijkbaar
wordt dat als vanzelfsprekend aangenomen. De begrippen kerkbestuur en kerke
raad dekken elkaar echter niet geheel en al. Verder zouden onder de stukken van
algemene aard m.i. ook de reglementen ondergebracht moeten worden. In plaats
van 'synodes' (bladzijde 18), schrijve men liever: 'synoden'.
Tenslotte een algemene opmerking. Gedurende vele jaren is het mij opgevallen,
dat vooral in inventarissen uitgaande van overheidsarchivariaten, heel veel, m.i.
te veel gebruik wordt gemaakt van het woord 'betreffende'. Nu mag dat inderdaad
dikwijls een doeltreffende wijze van uitdrukken zijn, maar toch niet altijd. Zo
staat in deze inventaris op bladzijde 24 drie maal: fonds betreffende het stich
ten van een kerkgebouw". Waarom niet geschreven: fonds voor het stichten enz.
[195]