Het eerste internationale congres van de Stichting voor Banistiek en Heraldiek De Stichting voor Banistiek en Heraldiek, gevestigd te Muiderberg, is opgericht in 1964 met het doel om een vastere basis te geven aan het werk van de Heer K. Sierksma op het gebied van historisch vlaggenonderzoek en documentatie op dit terrein. De stichting werkt nauw samen met het Flag Research Center te Winchester, Mass., U.S.A., dat tracht de overal in de wereld bestaande belang stelling voor vlaggenkunde of banistiek (ook wel vexillologie geheten) te coördi neren en de beoefening ervan in wetenschappelijke zin te bevorderen. Op 4 en 5 september 1965 is door de stichting te Muiderberg een eerste internationale bijeenkomst van vlaggendeskundigen en belangstellenden georgani seerd. Vijf en twintig deelnemers uit Duitsland, Engeland, Frankrijk, Nederland, de Verenigde Staten en Zuid Afrika hebben in de ontspannende sfeer van het oude Muiderberg met zijn karakteristieke Rechthuis geluisterd naar niet minder dan 16 voordrachten over zeer verschillende aspecten van de vlaggenkunde en vooral ook onderling gesproken over ieders speciale hobby op het uitgebreide vlaggengebied. Uit de kring van het Nederlandse archiefwezen waren aanwezig de heer W. van Ham, adjunct archivaris van Bergen op Zoom en ondergetekende, die spraken over resp. de Brabantse vlaggen en hel Rode Kruis embleem. Het was boeiend om te bemerken hoe verschillend het onderwerp 'vlaggen' benaderd kan worden. Als uitersten waren er wel de Fransman G. Pasch, die onder de titel 'les croix sur drapeaux' een helder en logisch exposé gaf van de vlaggenkunde als zelf standige tak van wetenschap en dit toetste aan de vormen en kleuren van hel universele kruissymbool, en de Duitse Dr O. Neubecker met zijn zware juridische betoog over de wetgeving ten aanzien van vlaggen. Hier tussen in bewogen zich de meeste andere sprekers over speciale vlaggen, sommigen zuiver historisch gericht (zeer interessant b.v. over Hongarije en Zuid Afrika), anderen meer politiek- sociaal (Puerto-Rico, de Zuid-Amerikaanse landen) of economisch-technisch (postvlaggen). De practische toepassing van de banistiek werd op enthousiaste wijze gedemonstreerd aan de gemeentevlaggen van Zeeuws-Vlaanderen door Ir A. J. Beenhakker uit Den Haag, die aan het ontwerpen van vele dezer vlaggen een werkzaam aandeel heeft gehad. Mede dankzij het stimulerende werk van de Heer Sierksma is Nederland thans, naast Zwitserland, het land met relatief de meeste gemeentevlaggen. Nu bijna alle gemeenten een eigen vlag bezitten komen verenigingen en instellingen aan de beurt om zich een vlag te kiezen. Dat vlag- incidenten hierbij niet uitblijven is onlangs nog gebleken bij het Historisch Genootschap Oud West-Friesland, waar een aantal leden protest aantekenden [154] tegen de nieuw ontworpen vlag. Zij vergaten daarbij, dat een vereniging niet de vlag van een publiekrechtelijk lichaam kan voeren. In archieven kan nog belangrijk vlaggenmateriaal verborgen liggen. Dit werd bewezen met de door de Heer Sierksma tijdens het congres bekend gemaakte vondst van een merkwaardig manuscript in het Koninklijk Huisarchief. Het is een schetsboek met 96 afbeeldingen van bataljonsvlaggen, getekend in 1621 op last van graaf Ernst Casimir van Nassau, stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe. De schetsen dragen er de sporen van dat zij te velde zijn gemaakt. Er is geen eenheid of volgorde in te onderkennen. Blijkbaar heeft de stadhouder willen nagaan of de vlaggen van de onder zijn bevelen staande troepen bij het einde van het 12-jarig bestand goed bewaard waren of vernieuwd moesten worden. De Heer Sierksma vermoedt hierbij invloed van een zekere nationale beweging in de drie noordelijke provincies die weinig ingenomen waren met het voorstel van de generaliteit om, terwijl de troepen tot dusver steeds onder hun eigen vlaggen hadden gestreden, in alle vlaggen voortaan het provinciewapen een centrale plaats te geven. Zo geeft dit interessante document voldoende stof tot nader onderzoek. Alle voordrachten die op het congres zijn gehouden en die tezamen een boeiend overzicht vormen van wat er op dit speciale gebied omgaat, zullen in eenvoudige vorm gebundeld worden. Mr. J. H. Rombach 155]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1966 | | pagina 10