Melinexhoes 38% x 35 cm met 3 charters. Strip Ahrend-vetrolateraal. Stalenbuisrekje Ahrend Stabilumrek. Foto: H. A. van Dijk Utrecht. zal doen, wordt, zowel van de zijde van het Centraal Laboratorium als van de I.C.l. (Imperial Chemical Industries) daarmede beantwoord, dat vanwege deze bergings- wijze de condities voor de charters niet ongunstiger worden. Hetgeen dus wil zeggen, dat bij een hitteontwikkeling, waarbij de Melinexhoes het zou begeven, ook het charter in losse staat al verloren geweest zou zijn. 2 De sluiting Om tot een zo goedkoop en eenvormig mogelijk bergingssysteem te komen, koos ik een bestaande kast: Ahrend Stabilum-rek met stalenbuisrekjes. Hierin kunnen de hoezen aan de gepatenteerde strip met twee ophangpunten van Ahrend-Vetrola- teral worden gehangen. Dit 'hangen' versta men goed, want sensu stricto 'hangt' de Melinexhoes en niet het charter zelf. Dit is immers dusdanig bevestigd, dat het aan alle zijden wordt gesteund. De sluiting van de hoes zelf geschiedt met een dubbel zijdig van kleeflaag voorziene Melinexfilm, welke in de handel wordt gebracht door N.V. Fasson te Delft. Van loslaten van de kleefstroken behoeft naar het gevoelen van het Centraal Laboratorium geen sprake te zijn, gelet op de hoge eisen, waaraan deze kleefstroken voldoen. De bewerking van eenmaal uitgevouwen charters is zo eenvoudig, dat er slechts weinig tijd mee is gemoeid, hetgeen bij de te verwachten grote hoeveelheden een gunstig vooruitzicht is. Verder is dan nog aanlokkelijk, dat indien het charter uit de hoes genomen zou moeten worden, om welke redenen dan ook dat dit slechts gaat ten koste van een nieuw stukje dubbelzijdig klevend Fassonband. Op deze wijze beschermt de hoes ook tegen stof. Omdat in de nieuwe depots de charter afdeling speciaal tegen stof wordt beschermd, durven wij open kasten daar aan te bevelen. Andere kasten komen evenzeer in aanmerking. 3 De formaten Bij het doordénken van de consequenties, welke de overgang van het oude naar het nieuwe systeem, als dit wordt aanvaard, zou hebben, realiseerden wij ons goed, dat de bestaande volgorde der inventarissen zoveel mogelijk gehandhaafd zou moeten blijven. De chaos, die anders door de vele te vervaardigen concordantiën zou ont staan, ware niet te overzien. Een viertal mogelijkheden bleek gegeven. Uitgaande van twee bestaande Stabilumrekken, waarbij de strip van het Vetrolateralsysteem bruikbaar is, kan met een kastdiepte van 40 en 60 cm worden geopereerd. Dit houdt in, dat met een nuttige diepte van 38%i cm en 58J/2 cm valt te rekenen. Gaat men voor de eerste kast uit van twee hoogtematen b.v. een normale hoes van 35 cm hoog op de bovenste roeden, en van 50 cm hoog op de onderste, dan kunnen drie soorten charters in deze ene kast. Verschillende kleinere te samen kunnen in een hoes van 38%2 x 35 cm. Hierin kunnen bepaalde grotere charters afzonderlijk wor den geborgen. Tenslotte is het mogelijk, temeer daar het onverschillig is in welke richting het charter in de hoes ligt, voor de onderste roede te gaan tot een hoogte van 50 bij 38% cm diepte. De uitzonderlijke formaten kunnen dan in de kasten van 60 cm diepte. Wanneer men zich afvraagt hoe bij extra grote formaten de natuur noodzakelijke 'Drang nach unten' kan worden tegen gegaan, lijkt de oplossing vrij [91]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1965 | | pagina 6