met de vaak zware zegels eronder, geen nadeel ondervindt. De tekst moet leesbaar en zoveel mogelijk ook fotografeerbaar zijn, zonder dat het stuk van de plaat ver wijderd wordt'. Zo gelukkig als hier in de gekozen formulering het begrip 'verticale opberging' was, zo weinig gelukkig bleken echter de woorden 'ophangen' en 'plastic'. Hoewel 'plas tic technisch een onbruikbaar begrip hier bedoeld was als een veredelde stof, riep het toch een wereld op van 'weekmakers' en andere kwalijke eigenschappen en nevenwerkingen. Dit bleek toen in nadere besprekingen, waaraan de algemene rijksarchivaris, rnr. H. Hardenberg, mr. J. H. de Vey Mestdagh en de heer F. Hin- richs van de zijde van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen deelnamen, getracht werd de plannen te concretiseren. Omdat de kwestie van de kwaliteit van de te gebruiken materialen beslissend zou zijn, werd de hulp ingeroepen van het Centraal Laboratorium voor onderzoek van voorwerpen van kunst en wetenschap te Amsterdam. Intussen was met medewer king van drs. J. A. Brongers van de dienst van het Rijksoudheidkundig Bodemon derzoek te Amersfoort mijnerzijds nog een uitwijkmogelijkheid gezocht, waarbij van doorzichtig materiaal werd afigezien en aan aluminium werd gedacht, doch dit zonder resultaat. De uitslag van de bevindingen van het Centraal Laboratorium werd in de ver gadering van rijksarchivarissen van 4 november 1964 bij monde van de voorzitter aldus vastgesteld: 'Ook het Centraal Laboratorium is van mening, dat charters in geen geval 'opgehangen' bewaard mogen worden'. Het plan dat hiermee van de baan scheen, wilde mij toch niet loslaten. Bij een bezoek aan het Centraal Laboratorium uit anderen hoofde, kwam het opnieuw ter sprake met de directeur ir. J. Lodewijks, die wegens ziekte zelf in eerste instantie niet bij de zaak betrokken was geweest. Van mening, dat in de voorgestelde berging geen sprake van 'ophangen' was, hanteerde hij, onafhankelijk van drs. P. J. Meij de term 'verticale berging'. Aanstonds bleek, dat er meer dan voldoende perspectief in het geopperde idee zat, en werden voorlopige modellen vervaardigd van hoog waardig en doorzichtig materiaal, dat de stoutste verwachtingen overtreft. Glas helder, zodat de lees- en fotografeerbaarheid van tekst en dorsalen volledig gehand haafd wordt, resistent in hoge mate tegen allerlei chemicalia, een hoge smeltings- temperatuur (260° C.), niet ontvlambaar. Kortom een materiaal, waarbij de integri teit van de charters niets, maar dan ook niets te duchten heeft5. Hiermede was naar mijn gevoel de impasse van de eerste bespreking doorbroken. Hierop zijn wij in Utrecht aan het experimenteren geslagen. Talrijke vragen moes ten nog tot een oplossing worden gebracht. De wijze van bevestiging, de wijze van berging, de bescherming vooral van de zegels en een weldoordachte oplossing voor de sterk uiteenlopende formaten. Ter voorkoming van misbegrip twee opmerkingen vooraf. Ofschoon wij hopen het gros der charters in dit systeem te kunnen onderbrengen, moet men er geen panacee in zien. Er zullen altijd oorkonden blijven, welke om de zeer grote kostbaarheid of 5 Bijlage III. [88] kwetsbaarheid en zwakte erbuiten gehouden moeten worden. Vervolgens zullen wij onderling het erover eens moeten worden of er toe overgegaan mag worden (en nu eens en vooral, hetgeen wij nu incidenteel bij fotografische opnamen wel toepassen) de stukken van de vouwen te ontdoen. Ik gebruik opzettelijk deze neutrale term 'van vouwen ontdoen', om van dramatische exclamaties a la Bondam in 1900 ver schoond te blijven. 'Hij heeft' zegt hij, 'charters zelf zien uitstrijken. Het resultaat was, dat de middeleeuwsche vouwwijze, die gevolgd is, zoolang de charters zijn ver vaardigd, alle systemen van uitspannen, opspalken enz. moet doen verwerpen'. Voorzichtigheidshalve ben ik voor mijn proef uitgegaan van een collectie charters, 50 stuks, bewaard in het Domkapittel. Dit om de volgende voordelen. Vroeger ge borgen of liever geperst in acht zakjes in twee dozen, bevonden zij zich laatstelijk pêle-mêle in deze dozen. De collectie is belangrijk omdat ze betrekking heeft op de transacties van de Joodse handelsman, Godschalk van Reckelinghausen in de 14e eeuw. De dorsalen vertonen het oudste Hebreeuws voor profaan gebruik, dat in Europa bekend is. De oorkonden, die straks integraal worden uitgegeven door het Institutum Hebraicum te Munster, liggen in uitgevouwen toestand. Het geeft tevens gelegenheid te constateren hoeveel ruimte de nieuwe bergingsmethode zal nemen. Om te ervaren hoe te handelen vooral met het oog op de bestaande inventaris volgorde worden ook enkele dozen met oorkonden 'voetstoots en bij de hoop' in het experiment betrokken. Zodoende komen automatisch de problemen van de formaten naar voren. Werkwijze A Voor charters zonder zegel. Klein formaat 1 De hoes Nadat het charter is uitgevouwen, wordt het op de Melinex-Polyester film Type O. 300 gauge neergelegd*'. Over de vier zijden van het charter wordt opnieuw een strookje van het doorzichtige Melinex gelegd. Deze strookjes worden met een even eens doorzichtig, onverkleurbaar en van grote kleefkracht voorziene hoogwaardige film vastgezet. De charters blijven zoals, bij toezien blijkt, volledig leesbaar en zelfs fotografeerbaar en wel aan beide zijden. De dorsalen zijn op dezelfde wijze lees baar als de tekst. Aan de charters zelf wordt niet geraakt. Zij kunnen desnoods met één handbeweging weer gewoon uit de hoes worden genomen. Omdat door om vouwen de hoes wordt gevormd en alleen aan de bovenzijde gesloten, blijven de zijkanten geopend. Zodoende wordt voldoende, zelfs ruime 'ademhalingsmogelijk heid' voor perkamenten en papieren charters geschapen. Een van de grootste voor delen is, dat niemand nu de charters meer met de handen behoeft aan te raken. De kwaliteit van Melinex garandeert bovendien, dat krassen bij andere kunststoffen vaak een euvel is uitgesloten. Mocht er van 'beduimelen' van de hoes sprake zijn geweest, met wat alcohol, methyleenchloride of aceton wordt alles in een ogenblik weer schoon. De door ons opgeworpen vraag wat in het onverhoopte geval van brand Melinex 0 Bijlage IV. [89]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1965 | | pagina 5