fraai bloemstuk, was afkomstig van de Historische Vereniging voor Zuid-Holland
onder de zinspreuk 'Vigilate Deo confidentes'.
De heer van 't Hoff had zich een afscheid in beperkte kring gewenst. Dat deze
kring toch nog zo groot was geworden, mocht kenmerkend heten voor de vele
goede relaties door hem in een lange loopbaan aangekweekt en onderhouden.
Examens
Geslaagd voor het archiefexamen der le klasse le gedeelte:
op 10 november 1964: mej. dr. J. Hollestelle, mr. B. N. Leverland en mej. drs.
W. C. Pieterse; op 18 mei 1965: drs. F. C. Berkenvelder, dr. H. C. M. van der
Krabben en drs. M. K. J. Smeets; op 9 juni 1965: mr. J. A. M. Hoekx.
Geslaagd voor het archiefexamen der le klasse 2e gedeelte:
op 6 juli 1964: drs. Th. E. Jensma, drs. J. J. Temminck en drs. Th. J. dc Vries.
Geslaagd voor het archiefexamen der 2e klasse:
op 7 juli 1964: P. M. Gilhuys en mej. M. Gussenhoven; op 8 juli 1964:
C. Halfman en F. de Rochemont; op 26 oktober 1964: mej. F. A. Staffeleu en
A. B. R. de Vries; op 22 december 1964: C. J. de Jong, R. W. Roseval en J. O.
van de Vegte; op 2 april 1965: F. G. A. H. van Abeelen, mr. J. H. Rombach en
J. Schaafsma.
Benoemingen en bevorderingen
Algemeen Rijksarchief. Op 1 september 1964 is mevr. dr. M. A. P. Meilink-
Roelofsz benoemd tot rijksarchivaris der le afdeling; op 26 mei 1965 is drs. J. Fox
benoemd tot rijksarchivaris der 3e afdeling met ingang van 1 juni 1965; op
1 december 1964 is mevr. drs. E. P. Polak-de Booy aangesteld als chartermeester
in vaste dienst; op 1 augustus 1964 is drs. M. P. H. Roessingh aangesteld als
chartermeester in vaste dienst en op 1 januari 1965 bevorderd tot chartermeester
le klasse; op 1 januari 1965 is dr. H. C. M. van der Krabben aangesteld als
wetenschappelijk assistent (e-contractant); op 1 januari 1965 is drs. J. J. Temminck
aangesteld als chartermeester in vaste dienst en op 1 april 1965 is W. L. A.
Roessingh benoemd tot archivist in tijdelijke dienst.
Overige rijksarchieven. Mej. dr. E. M. Th. W. Nuyens te Maastricht, drs. J. A.
ten Cate te 's-Hertogenbosch, mr. L. J. Noordhoff te Groningen en drs. J. Visser
te Leeuwarden werden met ingang van 1 januari 1965 bevorderd tot hoofdcharter
meester, de heer J. Meinema te Groningen tot archivist.
Aan de heren drs. G. van der Feyst te Haarlem en R. Wartena te Arnhem werd
met ingang van 1 december 1964 eervol ontslag verleend wegens vertrek.
132]
Gemeentearchief Bergen op Zoom. Als opvolger van de heer C. J. F. Slootmans
werd tot archivaris benoemd de heer J. H. van Mosselveld.
Gemeentearchieven Goes en Tholen. Tot archivaris werd benoemd mej. A. J. van
Heiningen.
Gemeentearchief 's-Hertogenbosch. Met ingang van 1 september 1965 is aan de
heer H. J. Broeders, wetenschappelijk assistent eervol ontslag verleend. Met ingang
van 16 augustus werd als zodanig aangesteld mr. J. A. M. Hoekx.
Gemeentearchief Zutphen. Met ingang van 1 december 1964 is de heer R. War
tena aangesteld als hoofdarchivist.
Streekarchivariaat in de kring Oosterhout. Met ingang van 1 september 1965
werd de heer H. J. Broeders aangesteld als wetenschappelijk assistent.
Op 29 oktober 1965 promoveerde F. A. Brekelmans tot doctor in de rechts
geleerdheid op een dissertatie getiteld: De Belgische enclaves in Nederland.
Bijdragen tot de rechtsgeschiedenis van Baarle-Hertog en Baarle-Nassau, aan de
R.K. Universiteit te Nijmegen.
Onderscheiden werden op 11 augustus 1965 de volgende Belgische collega's:
E. Sabbe, algemeen rijksarchivaris, tot grootofficier in de orde van Leopold II;
J. B. Buntinx, conservator bij het algemeen rijksarchief, tot officier in de kroon
orde; C. M. Bussels, conservator bij het algemeen rijksarchief, tot ridder in de
orde van Leopold II; J. V. M. Grauwels, adjunct-conservator bij het algemeen
rijksarchief, tot ridder in de Leopolds orde en C. Wijffels, conservator bij het
algemeen rijksarchief, tot officier in de orde van Leopold II.
Varia
Joodse familie-archieven worden bijeengebracht
Het blijkt een goede zet te zijn geweest, vertelde ons dr. Arthur Polak uit de
Tintorettostraat over de oprichting van de Stichting Nederlands Joods Familie
archief. Drie maanden geleden geschiedde die oprichting te Amsterdam om
althans één centraal punt te hebben voor het verzamelen en, op een later tijdstip
bewerken, van Joodse familie-archieven.
Bij de Joodse notarissen ligt een ongelofelijke hoeveelheid materiaal over Joodse
families en het ligt voor de hand dat op een gegeven ogenblik deze archieven
opgeruimd zullen worden. Dan hoopt men er echter een plaats voor te vinden,
zodat onderzoek later altijd nog mogelijk blijkt.
De eerste activiteit naar buiten van de jonge stichting zal het uitgeven zijn van
het Amsterdamse naam-aannemingsregister van 1812, toen de burgerlijke stand
werd opgericht. Dit wordt bewerkt door de heren Ph. Samson en dr. J. A. Weyel.
[133]