compétent, fait malheureusement trop fréquemment contraste avec l'in- suffisance et même souvent la carence totale du classement des archives de la période révolutionnaire, du xixe siècle et de l'époque contempo raine, lorsqu'il n'existe pas de fonctionnaire spécialisé affecté a la conser vation et au répertoriage des archives, et lorsque le secrétaire général de la mairie se contente de la mise en ordre des dossiers d'affaires courantes et d'un classement rudimentaire pour les archives des vingt dernières années. In Amerika betreft de archiefzorg uiteraard juist de moderne archieven en we lezen dan ook over de aan die archieven inhaerente vernietigingskwesties in New York, Philadelphia en Baltimore, steden die eigen gemeentearchiefbewaar plaatsen hebben. Elders zijn de archieven of nog bij de administratie, of toe vertrouwd aan de staatsarchiefdienst, historische genootschappen en bibliotheken of universiteiten. Ook spelen soms records managements als Varekamp ten onzent een rol3. De andere in Archivum XIII behandelde landen bevinden zich wat de fondsen in hun gemeentearchieven betreft, tussen deze beide in. In Oost-Duitsland hebben de Stadtarchive volgens een regeling van 1962 ook verantwoordelijkheid voor archieven van na 1945. In Engeland en Wales behoren tot de borough archives ook 19e eeuwse bescheiden van tramwegen, gas- en electriciteitsbedrijven. In Polen hielden zich vooral de steden, die geen oude archieven (meer) hadden, met de 19e eeuwse archieven bezig. In Lissabon beheert de gemeentearchivaris een tweeledig archief met een historisch en een administratief gedeelte. In Stockholm en Malmö hebben de archivarissen zekere inspectiebevoegdheid over de archieven bij de administratie4. Ook in Tsjechoslowakije bestuderen de archi varissen de structuur van de lopende archieven en in Joegoslavië troffen we jaartallen als 1913, 1935 en 1955 aan als beëindigingen van naar de archief bewaarplaatsen overgebrachte series. Zowel in Engeland en Wales als in Joegoslavië noteerden we de aanwezigheid van het gehele oud-archief van een gemeente of van een gedeelte daarvan in een plaatselijk museum. J. H. v. d. HO Deel XL (1964) van het Poolse Archeion begint blijkens de samenvatting in het Engels met een achttal artikelen betreffende archivalia over de Poolse opstand tegen Rusland in 1863, die berusten in diverse Poolse archiefbewaarplaatsen. Een brief uit 1863 is hierbij gereproduceerd. C. Biernat behandelt vervolgens het toezicht van staatswege op archieven van kantoren, ondernemingen en instellingen. Hij meent, dat de overheidszorg alleen moet uitgaan naar de archieven van firma's, die van essentieel belang zijn voor de Poolse samenleving. St. Nawrocki 3 Ned. Archievenblad 1965, blz. 7576. 4 Een overzicht van de geschiedenis en de organisatie van het Zweedse archiefwezen, geschreven door de Zweedse algemene rijksarchivaris dr. I. Andersson, werd gepubli ceerd in The Journal of the Society of archivists van april 1965. 128] sluit bij het voorgaande artikel aan met een beschouwing over de vernietiging van stukken uit deze archieven. M. Stankowa schrijft over de losse stukken in het staatsarchief van Lublin, die het enige zijn wat na de opstand van Warschau in 1944 overbleef van het archief van het Kroontribunaal te Lublin, het hoogste gerechtshof in het Polen van vóór de verdeling van 1795. -M. Slawoszewska doet een poging om de geschiedenis na te gaan van de Bibliotheca Archivi in het staatsarchief te Danzig. Deze telt meer dan 1700 nummers aan handschriften, zowel uit particuliere verzamelingen als uit het archief van de stad. K. Ko- narski behandelt het archief van de K. und K. Vereinigte Hofstelle betreffende West Galicië 17951809, dat in 1918 uit Wenen naar Warschau werd over gebracht. P. Bankowski doet verslag over zijn in 1962 verrichte onderzoe kingen in het archief te Kiew, waar hij over 13 Poolse magnatenfamilies beschei den vond. Zij betreffen hun landgoederen, die na de tweede wereldoorlog door de Sowjet Unie werden genaast. In de bibliotheek van de Oekrainische Academie van Wetenschappen vond dezelfde auteur nog een tweetal magnatenarchieven, waarover hij in zijn tweede bijdrage vertelt. C. Stodolny schrijft over het Poolse commissariaat-generaal in Danzig, dat in de Vrije Stad de Poolse belangen moest behartigen volgens het verdrag van Versailles. Van het archief zijn maar ongeveer 1000 inventarisnummers over. Twee schema's van de organisatie van het commis sariaat-generaal zijn aan dit artikel toegevoegd. A. Palarczykowa behandelt de organisatie van het concentratiekamp Auschwitz, waarvan de ligging op een suggestieve kaart is aangegeven, en de archiefstukken, die van deze uitgebreide Nazi-administratie over zijn 25 ml). Ook hierbij een organisatieschema. Z. Raczka maakt enige opmerkingen over de Archives Nationales te Parijs en geeft de indeling daarvan weer. J. Stoch bespreekt aan de hand van Italiaanse archiefliteratuur en eigen onderzoekingen de archieven van de Venetiaanse republiek. Kroniek met portret van prof. Bankowski, redacteur van Archeion, besprekingen van boeken en tijdschriften en een lijst van publicaties van het directoraat-generaal van de staatsarchieven besluiten deze 374 bladzijden tellende aflevering, waaraan een bibliografie van Poolse archiefpublicaties 19561960 als bijlage is toegevoegd. J. H. v. d. HO Band 60 (1964) van de Archivalische Zeitschrift vangt aan met een artikel van Edgar Krausen, Totenrotel-Sammlungen bayerischer Klöster und Stifte. Toten- roteln zijn rotuli waarop geestelijke gemeenschappen van tijd tot tijd de namen van hun gestorven leden optekenden. Door een bode maakten zij ze bekend aan de met hen in gebedsbroederschap staande kloosters. Ook individuele doods berichten zijn daarbij. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de thans nog aanwezige verzamelingen van Beierse kloosters en stiften. Ze bestrijken de 17e19e eeuw; slechts een enkele gaat terug tot de 16e. Ernst Pitz, Das Registraturwesen des Fiirstbistum Osnabrück im 16., 17. und 18. Jahrhundert (II). In zijn vervolg behandelt schr. het domkapittel en de lokale instellingen als [129]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1965 | | pagina 25