amt' verenigd werden, tezamen één 'Bestand' bij dit 'Reichsamt'.
Daarna behandelt de schrijver de verschillende principes voor de inwendige
ordening: het 'strenges Registraturprinzip', dat volgens het Lexicon of Archive
terminology overeenkomt met ons structuurbeginsel, het 'regulierendes Registratur
prinzip' restauratiebeginsel, het 'Verwaltungsstrukturprinzip' organisatie
beginsel en het 'abstrakt systematisierendes Prinzip", dat in het lexicon niet
vermeld wordt. Het strenge registratuurbeginsel van Enders komt neer op het
herstellen van de oorspronkelijke orde, het 'regulierende' doet dit ook, maar
slechts voor zover ze bruikbaar is. Kiest men echter bij de ordening 'die Gliede-
rung der Aufgaben, der Funktionen auf der die Geschaftsgliederung', die Struktur
der 'Behörde beruht', dan past men het 'Verwaltungsprinzip' toe. Geschiedt de
ordening naar een theoretisch schema, dat niet uit het archief zelf wordt afgeleid,
dan volgt men een 'abstrakt systematisierendes Prinzip'. De omschrijving van
Enders, die trouwens in 1962, dus voor de verschijning van het Lexicon, zijn
boek publiceerde, dekt dus niet geheel de toelichting van onze Terminologie.
Wèl ziet Enders beter dan Brenneke, dat de Nederlanders in de praktijk toch ook
'regulieren'. Wanneer hij deze vier methoden met elkaar vergelijkt, voelt Enders
in theorie het meest voor het 'Verwaltungsstrukturprinzip', omdat dit het best aan
wetenschappelijke doeleinden beantwoordt. Maar een zodanige ordening brengt,
aangenomen dat ze niet samenvalt met die van de registratuur, grote 'Umstruktie-
rungen' mee. Daarom wordt het 'regulierendes Registraturprinzip' het meest toe
gepast. Men kan dan de oorspronkelijke agenda's, indices enz. bewaren. Ook de
oude samenhang kennen is van wetenschappelijk belang. Moeilijk is echter weer
wat men onder 'bruikbaar' verstaat. 'Offensichtlich ist jedoch, dass die ad-hoc-
Reihung der Akteneinheiten, die chronologische Reihung nach dem Zeitpunkt des
Anfalls der Akteneinheiten sowie ihre Kombination mit der alphabetischen
Reihung von Sachbetreffen, das sog. Literierungsverfahren, nicht übernommen,
sondern durch eine Reihung nach dem sachlichen Zusammenhang ersetzt werden
sollten. Ferner sind die Akteneinheiten grundsatzlich als unveranderlich gegeben
anzusehen. Slechte Aktenbildungen, welcherart sie auch seien, zu korrigieren, wird
sich bei den Aktenmassen des 19. und 20. Jhs. kein Archiv zeitmassig leisten
können'. Vervolgens geeft Enders verschillende gevallen waarin 'Korrektur der
Registraturordnung' wenselijk is. Bij veranderende vormen van ordening in de
registratuur verdient het aanbeveling de jongste tot grondslag te nemen. Is de
oorspronkelijke orde onbruikbaar of niet meer vast te stellen, dan zijn er ver
schillende mogelijkheden. Men kan de 'Behördenstruktur' trachten op te sporen
of de 'Verwaltungsgliederung'. Is dat ook moeilijk, dan de zakelijke samenhang.
Bij grotere archieven zijn voor de onderdelen verschillende methoden denkbaar.
In een afzonderlijke paragraaf behandelt Enders de ordening van oorkonden.
Hier werd vroeger vaak het 'Pertinenzprinzip' toegepast. Terecht merkt schrijver
op, dat er geen reden is niet het 'Provenienzprinzip' toe te passen. Echter zijn
vele oorkonden met de rechten die ze betreffen dikwijls van bezitter veranderd.
Men moet ze dan, zij het ook door verwijzingen, opnemen in alle archieven
waartoe ze behoord hebben, voor zover dat nog na te gaan is.
122]
De ordening van kaarten is met die van oorkonden te vergelijken. Wat de
ordening van kaartenverzamelingen betreft heerst er verschil van mening of men
ze topografisch of typologisch in moet delen.
In de hoofdstukken VII en VIII, 'Die Verzeichnung' en 'Bestandsübersichten
und Inventare' komen de beschrijving van de stukken en de inventarisatie ter
sprake. Niet alles is voor ons, althans voor mij, even duidelijk. Zo, wat er over
de 'laufende', doorlopende nummers gezegd wordt. Het nummer van de laatste
'Akteneinheit' geeft tevens het totaal aantal 'Akteneinheiten' aan. Dat is duidelijk.
Maar waarom 'also' dit nummer moet zijn 'Ordnungsnummer im Findbuch und
zugleich Lagerungsnummer der Archivalien' ontgaat mij. Ook het verschil tussen
'Findbuch' en inventaris is mij niet duidelijk. In het Lexicon wordt 'Findbuch'
gelijkgesteld met repertorium. Maar uit de gegeven voorbeelden en uit het feit,
dat het 'Findbuch' ook een 'behörden- und bestandsgeschichtliche Einleitung'
moet bevatten, blijkt toch een verschil. Het lijkt meer op een inventaris zoals bij
ons in de moderne registratuur wordt gemaakt. Oorspronkelijk verstond men,
aldus Enders, naar Frans voorbeeld onder inventaris ook niet anders dan gedrukt
'Findbuch', maar later hebben zich bijzondere vormen ontwikkeld als 'analytische',
'Gesamt', 'spezial' en 'Vollinventar' met daarnaast overzichten en gidsen.
IX. Benutzungs- und Auskunftsdienst .In de DDR werd in 1951 een
'Renutzungsordnung für die staatlichen Archive' vastgesteld. Daarbij is bepaald,
dat voor de raadpleging van de staatsarchieven vóór 1918 toestemming nodig is
van de beheerder van het archief, voor de periode na 1918 van het ministerie van
binnenlandse zaken. Voor de overige archieven gelden afzonderlijke regels. De
tarieven zijn vrij hoog voor onze begrippen.
Aan het slot volgen nog enige hoofdstukken over de bouw en inrichting van
archieven, het binden, restaureren en fotograferen, samengesteld door Gerhard
Schmid, en een literatuurlijst.
Onze slotconclusie is, dat Enders een duidelijk en overzichtelijk boek heeft ge
schreven waarvan inhoud en indeling, andere omstandigheden in aanmerking
genomen, ook wel zouden passen in een Nederlandse handleiding. Door zijn zeer
gedetailleerde inhoud, zijn aanwijzingen en opgaven van modellen en formu
lieren, zelfs van uitleningen, heeft het tevens het karakter van een leer- en hand
boek voor de praktijk (Archivverwaltungspraxis). Als zodanig is het zelfs in de
eerste plaats bedoeld. Opvallend is de kennis van de schrijver van de recente
geschiedenis van de registratuur.
Verheugend is het ook, dat de verschillen tussen Oost en West geen scheidsmuur
hebben opgetrokken in de archivistiek.
W. J. Formsma
Inventaris Archief de Malapert van Jutphaas en Archivalia Van Löben
Seis, door B. N. Leverland. Rijksarchief Utrecht 1963 (cycl.).
In een bijgevoegde circulaire deelt de Rijksarchivaris in Utrecht mede, dat
deze inventaris reeds in 1952 vervaardigd is, en, gezien de wenselijkheid om
[123]