De heer Gonnet wil eveneens voor de charters, die nog gevonden worden in den
ouden toestand, dien toestand behouden; hij slaat de zegels, soms in watten, om
tusschen het charter. Opgerolde charters van kleine grootte heeft hij wel eens uitge
vouwen. Een bezwaar bij het uitvouwen der charters ziet hij ook in hunne verschil
lende grootte, terwijl sommige stukken te groot zijn om uitgevouwen bewaard te
worden. Voor de charters, die in een anderen toestand gebracht zijn, herstelle men
den ouden toestand. De charters van het archief der stad Haarlem bewaart hij in
eene loketkast, die van het rijksarchief in Noord-Holland in houten kistjes uit Chel
tenham afkomstig; de charters, die hij opgerold en in spanen doozen geborgen
vond, heeft hij uitgevouwen.
Hij is in bezit van Japansch papier, door een Japansch gezantschap in 1864 aan
den Koning vereerd en door dezen aan het algemeen rijksarchief geschonken; de
heer van den Bergh heeft toen aan den heer Enschedé daarvan een gedeelte ge
zonden. Hij roemt dit papier zeer, noemt het zelfs onmisbaar, en spreekt den wensch
uit, dat ons door diplomatieke bemiddeling Japansch papier geworde.
De heer Flament constateert, dat de meeste charters in zijn depót in vroeger tijd
gevouwen werden en slechts enkele opgerold; dien toestand behoudt hij. Wat betreft
charters, in wier bewaring verandering is gebracht, wenscht hij te onderscheiden:
zijn de charters onmiddellijk op het perkament beschreven, dan wil hij den ouden
toestand (doorgaans opgevouwen) herstellen; zijn zij daarentegen beschreven op een
wit plamuur, gebracht op het perkament, dan wil hij ze uitleggen, opdat het pla
muur niet beschadige door het open- en dichtvouwen; zijn zij voorzien van vele
zegels, dan wil hij ieder afzonderlijk uitgevouwen in eene doos bewaren.
Met betrekking tot de herstelling van charters ondersteunt hij den wensch van den
heer Gonnet.
Verder legge men de charters in doozen en kasten, als reeds door den heer Bon
dam werd aangegeven, doch gebruike kartonnen doozen, geen houten, omdat an
ders de houtworm misschien ook het charter aantast.
De heer Muller en de Voorzitter betwijfelen, of deze vrees gegrond is; zij deden
nog niet zulk eene ervaring op.
De heer Bijleveld verklaart zich een tegenstander van het uitvouwen van charters;
hij oordeelt het best de bewaring in papieren zakjes, dan in kartonnen doozen, als
reeds werd aangegeven. Hij plaatst de zakjes ook rechtop in de doos en slaat de
zegels naar binnen om, zoodat zij afhangen. Die met vele zegels plaatst hij in af
zonderlijke doozen, waarbij groote zorg wordt besteed aan de uitspreiding der ze
gels, opdat zij elkaar niet beschadigen. De charters van het archief der stad Arnhem
worden in (ongeschikte) houten doozen bewaard; nimmer heeft hij evenwel kunnen
bespeuren, dat houtwormen de charters beschadigden. Van het klooster Bethlehem
zijn in zijn depót 3 a 4 opgerolde charters. Herstelling is voor de charters in zijn
depót bijna niet noodig; bijna zonder uitzondering vertoonen zij zich in uitnemen-
den toestand.
Hij is tegen het wikkelen van zegels in vlas en watten, omdat de zegels, die daarin
gelegen hebben, doorgaans beschadigd zijn. In Spanje nu vindt men, volgens hem
verstrekte inlichtingen, zelden een gaaf zegel, wat wordt toegeschreven aan de
100]
droge atmospheer aldaar. In verband daarmede vermoedt hij, dat de watten en het
vlas sterk tot zich trekken de vochtige bestanddeelen der lucht, die de zegels voor
uitdrogen en verbrokkelen behoeden.
Hij behoudt de blikken, spanen e. a. doosjes, waarin sommige zegels geborgen zijn;
hinder van roest (zooals de heer Bondam opmerkt ondervonden te hebben) heeft
hij nooit gehad.
De charters, die een laagje kalk op het perkament hebben en daarop beschreven
zijn, laat hij in de oude vormen; anders schilfert de kalk en daarmede het schrift
licht af. Bij het gebruik door anderen neemt hij groote voorzichtigheid in acht.
De heer Berns vondt(!) in zijn depót slechts eene kleine verzameling charters, bijna
alle uitgevouwen, tusschen papier, in kartonnen doos. Hij legt ze nu ieder uitge
vouwen in een platte doos, ook het zegel uitliggend en vrij; waar hij ze uitgevouwen
vond, acht hij dit het best, terwijl hij zich beroept op von Löher. Voor eene grootere
verzameling zou deze wijze van bergen te veel ruimte vergen en dus te bezwaarlijk
zijn; dan legge men de charters uitgevouwen in laden. Het uitvouwen der met een
kalklaagje voorziene stukken kan z.i. zonder hinder geschieden.
Herstelling der charters met Japansch papier acht hij de beste manier, beter dan
met transparant papier, zooals hij tot voor korten tijd tot herstelling van hand
schriften gebruikte; men behandele evenwel alleen charters, die dit bepaald noodig
hebben. In St. Gallen is voor een paar jaren besproken de ,,Zapon"-behandeling,
doch de ervaring daarvan is te kort om een resultaat vast te stellen; voorloopig
schijnt hem dit beter dan opplakken.
Het ideaal van den heer Feith is: alle charters uit te leggen op karton of hout, met
strookjes hout over de hoeken, daarna in eene kast met schuif planken; doch dit is
alleen mogelijk bij een klein archief. Te Groningen 15000 charters) vond hij
een middenweg. De kleinere charters waren uitgelegd, de grootere gedeeltelijk in
de vormen gelaten; daarna was ieder stuk gelegd in een folio blad papier en zoo
noodig dat papier over de lengte omgevouwen en met bindgaren kruiselings ge
sloten. De zegels liggen tusschen het charter of erop in het papier. Dan zijn eenige
aldus behandelde stukken (meer dan 10 is niet gewenscht) in eene doos op elkaar
gelegd. Na het gehoorde neigt hij ertoe over, de charters te laten in de oude vouwen,
vooral als de vouw te scherp is; de grootere stukken, met vele zegels, zoude hij
echter willen uitvouwen.
De charters, die geleden hebben of geschilferd zijn enz., legge men uitgevouwen
in eene afzonderlijke doos. De opgerolde charters beware men opgerold, zoo moge
lijk in het oude omhulsel.
Hij verkiest kartonnen doozen boven houten, niet uit vrees voor den worm, maar
omdat het hout soms nawerkt en gele randen geeft aan het papier en het charter.
Zeer weinig charters behoefden bij hem herstel, waarvoor hij transparant papier
gebruikte. Doch Japansch papier schijnt hem veel meer aan te bevelen; hij onder
steunt den wensch des heeren Gonnet.
Van de in watten of vlas gewikkelde zegels doet hij dat omhulsel af: de zegels wor
den door die omwikkeling murw, gelijk ook von Löher ervoer.
De heer Fruin vreest, dat de charters, worden zij op de door den heer Feith be-
[101]