Carolieweg is geregeld voortgewerkt. De klapper op de namen der nieuwe gilde--
broeders voorkomende in de stadsrekeningen van 1634-1809 kwam op de inleiding
na gereed. Veel tijd besteedde de archivaris aan zijn boekwerkje 'De raadhuizen
van de stad Groningen'3) Tot de aanwinsten behoorden o.a. het archief van
het in 1961 opgeheven waterschap De Kooipolder (1906-1961) en de collectie
Van Buttingha Wichers, genealogische bescheiden en aantekeningen betreffende
die familie. In 1958 besloot het bestuur van het Museum van oudheden voor
provincie en stad Groningen de topografische atlas van het museum, die reeds
vele jaren in bruikleen ten gemeentearchieve was gedeponeerd, aan het archief in
eigendom af te staan. In 1962 werd hierop echter teruggekomen; het museum
behield uit de atlas en zal voortaan verzamelen tekeningen en prenten, die geacht
kunnen worden ook waarde te hebben als kunstwerk, terwijl de foto- en prent
briefkaartencollectie, alsmede tekeningen en prenten, die alleen topografische
waarde hebben, een plaats zullen vinden in de topografische verzameling van het
archief. Wij zijn benieuwd hoe dit criterium in de praktijk werkt en betreuren, dat
de o.i. juiste beslissing van 1958 voor een deel ongedaan werd gemaakt. Het
aantal bezoeken bedroeg 1020 (v.j. 814), gemaakt door 199 (v.j. 160) personen.
Rotterdam. Het verslag over 1963 (met een vignet van het archiefgebouw op de
omslag) maakt melding van het overlijden op 23 februari van de oud-hoofdcom
mies W. J. L. Poelmans, die van 1905 tot 1936 aan het archief werkzaam was4).
De in het vorige jaarverslag reeds genoemde registrator trad op 1 februari in
functie. Hij heeft bij zijn bezoeken aan de diensten en bedrijven, daarbij nog ge
deeltelijk door de archivaris vergezeld, gelet op de bewaarplaatsen zelf, op de
materiële verzorging van de archivalia, op de vernietiging van archiefstukken en
in het bijzonder ook op de ordening van de lopende archieven. Bij de Gemeente
drukkerij, de Keuringsdienst van Waren en het Ziekenhuis Dijkzigt werden ge
heel nieuwe en ruime archiefbewaarplaatsen in gebruik genomen. Bij enige andere
diensten wordt gewerkt aan plannen voor verbetering van bestaande of inrichting
van nieuwe bewaarplaatsen. Op 27 november werd begonnen met een cursus ar
chiefverzorging, bestemd voor alle ambtenaren der gemeente Rotterdam, die een
taak hebben bij de verzorging van archieven. M.i.v. 1 november werd een con
servator aangesteld, die het verloop en de ontwikkeling van een aantal zaken voor
het gemeentebestuur zal moeten vastleggen. In het voor het archief disponibel
gekomen woonhuis Mathenesserlaan 313 werden werkvertrekken ingericht. Mini
steriële goedkeuring werd nog niet verkregen voor de ontworpen bouw van een
derde archiefdepot. -Van de aanwinsten noemen we het archief van de Rotter-
damsche Gasfabriek (1853-1910). De diverse inventarisatiewerkzaamheden
werden voortgezet, vooral aan kleinere archieven, zoals die van de Overschiesche
Motorenfabriek (1901-1946), de Vereeniging Rotterdamsche Diergaarde (1854-
1943), de afd. Rotterdam der Mij tot Bevordering der Bouwkunst (1849-1900) en
de Vereeniging tot Bevordering van Fabrieks- en Handwerksnijverheid (1861-
3 Besproken in Ned. Archievenblad 1963, blz. 40-42.
4 In memoriam in Ned. Archievenblad 1963, blz. 20.
[170]
1957). Tentoonstellingen werden gehouden over 'Rotterdam in kaart' van
21 oktober tot 24 november en '1963 Rotterdam herdenkt 1813-1863-1913', van
24 december tot 2 februari 1964. Zij trokken resp. 713 en 642 bezoekers. Het
archief werd bezocht door 1272 personen (v.j. 1325), die 2420 bezoeken brachten
(v.j. 2526). Ongeveer de helft der bezoekers kwam voor genealogische onderwer
pen.
Schiedam. In afwachting van het tot stand komen van het nieuwe stadhuis en
het daarin ontworpen archiefdepot werden in 1963 in het centrale depot Oude
Kerkhof 5 en de dépendance Korte Haven 27 een aantal onontkoombare vernieu
wingen getroffen voor brand- en bliksembeveiliging en verwarming. Inventaris
sen en indices werden samengesteld, o.a. van het archief van het gemeentebestuur
van de voormalige gemeente Oud- en Nieuw Mathenesse (1817-1868). De bewer
king van de patentregisters, voornaamste informatiebron bij het historisch-econo-
misch onderzoek naar de geschiedenis van de Schiedamse middenstand in de
tweede helft van de 19de eeuw, werd voltooid. 168 (v.j. 151) bezoekers brachten
410 (v.j. 477) bezoeken.
Tilburg. N.a.v. het in Ned. Archievenblad 1964, blz. 46, opgemerkte over een
gevelsteen maakte de gemeentearchivaris aldaar er ons opmerkzaam op, dat Til
burg geen oudheidkamer rijk is. De archivaris moet zich derhalve bij voorkomende
gelegenheden over bepaalde voorwerpen ontfermen en heeft een collectie 'realia'
tijdelijk onder zijn beheer. Deze feitelijke toestand begrijpen wij, maar wij menen
te mogen opmerken, dat de aanwinsten ook in het verslag beter in vieren kunnen
worden ingedeeld door aan archief, historisch-topografische verzameling en biblio
theek een afdeling realia toe te voegen.
Utrecht. In het verslag over 1963, het laatste van de op 31 augustus 1964 ge
pensioneerde mr. J. W. C. van Campen, maakt deze gebruik van de gelegenheid
om te preluderen op de grote veranderingen, die in de naaste toekomst de archief
dienst te wachten staan. Niet alleen immers zal het archief overgebracht worden
naar een nieuw gebouw, waardoor in de dringende nood aan ruimte voorzien zal
worden, maar tevens zal deze verandering gelegenheid geven, de dienst op een
nieuwe leest te schoeien en aan te passen aan de eisen van een andere tijd. Wat in
1883, toen onder archivaris Muller het gebouw aan de Drift betrokken werd, een
stukje pionierswerk mocht heten, is allang niet goed of voldoende meer. Het aan
tal dienstvertrekken is zelfs verminderd, de leeskamer, met een groot woord lees
zaal genoemd, is nog altijd dezelfde, terwijl het aantal bezoekers vertwintigvoudigd
is. Het aantal ambtenaren is sedert 80 jaar slechts met één vermeerderd. De depot
ruimte werd in 1934 door het inbouwen van nieuwe stellingen weliswaar uitge
breid, waardoor het stad huisarchief 1813-1850 overgebracht kon worden, maar
tegelijk werd de nieuwe ruimte daarmee grotendeels bezet. Intussen hebben de
archieven en de verzamelingen zich uitgebreid en doen dat nog steeds. De nieuwe
archiefwet legt bovendien aan Burgemeester en Wethouders de plicht op, de ar
chiefstukken van de onderscheidene diensten en bedrijven, ouder dan vijftig jaar,
binnen tien jaar naar de openbare archiefbewaarplaats over te brengen. Dwingt
het nijpende gebrek aan ruimte steeds tot vernieuwing en vergroting, niet minder
[171]