derwerp 'Recente vorderingen op het gebied van archiefbouw', kwam door tijd
nood in het geheel niet uit de verf. Vermeldenswaard is nog, dat besloten werd het
Frans als voertaal af te schaffen. Dat geeft natuurlijk in het vervolg diegenen die
het Frans niet voldoende beheersen gelegenheid een woordje te zeggen, maar aan
de andere kant wordt de levendigheid van de discussies nadelig beïnvloed.
Grote gastvrijheid genoot ik ook op de Duitse 'Archivtag', die in september in
Emden plaats vond. Uit onze kring was ook rnr. L. J. Noordhoff aanwezig. Deze
vergadering was gecombineerd met de Hauptversamlung des Gesamtvereins der
deutschen Geschichts -und Altertumsvereine. Zo werden naast archivistische ook
lokaalhistorische onderwerpen behandeld. De archivarissen waren voor de be
spreking van hun vakproblemen in vakgroepen verdeeld: Staats- und Kommunal-
Archivare, Kirchen-archivare, Wirtschaft-archivare, Parlaments-archivare, en
Presse- Rundfunk- und Film-archivare. Reeds deze indeling toont het verschil met
ons archiefwezen en met onze vereniging. Men is in Duitsland meer bij de nieuwste
archieven betrokken. De verdeling in secties maakt het bovendien mogelijk meer
gedetailleerde onderwerpen te bespreken met vakgenoten die met dezelfde werk
zaamheden bezig zijn. In ons land liggen de zaken natuurlijk anders, maar ik kan
mij voorstellen, dat ook bij ons bij sommigen de behoefte bestaat een speciaal on
derwerp met de direct betrokkenen nader te bespreken om zo te kunnen profiteren
van eikaars ervaringen; b.v. de stichting en inrichting van nieuwe archiefgebouwen.
Ik noem dit voorbeeld, omdat in het afgelopen jaar een bespreking over dit onder
werp in kleine kring heeft plaatsgevonden. Misschien zou het bestuur van onze
vereniging dergelijke contacten kunnen leggen.
Op deze Duitse Archivtag waren vele buitenlanders aanwezig.
Wij zelf hebben een bescheiden begin gemaakt met internationalisering van onze
bijeenkomsten door op onze studiedagen, behalve onze Belgische vrienden, waar
van prof. dr. E. Sabbe, dr. G. Beterams en dr. C. Wijffels verschenen, ook een ver
tegenwoordiger van onze Duitse zustervereniging uit te nodigen. Als zodanig
kwam dr. H. Booms uit Koblenz. De beperkte kennis van onze taal in het buiten
land maakt het moeilijk tot verdere uitbreiding over te gaan.
Na sluiting van de officiële Archivtag te Emden bracht het gezelschap een be
zoek aan onze provincie Friesland, o.a. aan het rijksarchief in Leeuwarden. Colle
ga Fockema Andreae stelde bij die gelegenheid een handig geschriftje samen: 'Die
friesischen Archive'.
Eervol mag ik ook noemen het bezoek dat prof. dr. K. Dülfer met een aantal
leerlingen van de archiefschool te Marburg aan ons land bracht. Hun belangstel
ling gold de moderne registratuur. Zij bezochten in gezelschap van mr. Harden-
berg het ministerie van Buitenlandse Zaken te 's-Gravenhage en het stadhuis te
Leiden.
Een andere groep Duitsers, nl. een aantal leden van de Verein Deutscher
Werks- und Wirtschaftsarchivare, bezocht, zo heb ik in 'Der Archivar' gelezen,
op uitnodiging van collega Van Loo, het archief van de staatsmijnen te Heerlen.
'Bemerkungswert', vonden zij, 'die enge Zusammenarbeit mit den Akten produ-
zierenden Sekretariaten, deren Personal, im Archiv geschult, schon die laufenden
[6]
Akten so anlegt, dass sie, wenn abgeschlossen, nach etwa zwei Jahren, ohne Um-
gruppierung und ohne Zwischenschaltung einer Altablage direkt im Archiv iïber-
nommen werden können'.
Over contacten tussen onze Brabantse en Limburgse archivisten met hun Bel
gische collega's hebben mij geen berichten bereikt, maar ik neem aan, dat ze ook
nu weer hebben plaats gevonden.
Van de internationale betrekkingen overgaande tot onze eigen werkzaamheden
kan ik mededelen, dat de heer J. Meinema te Groningen bereid is gevonden een
tweede druk gereed te maken van het Repertorium van inventarissen van Neder
landse archieven. Het aanvullend materiaal heeft hij reeds verzameld en gerang
schikt, zodat een uitgave niet lang op zich behoeft te laten wachten.
Mr. S. J. Fockema Andreae, die weer deel uitmaakt van ons corps, bleek bereid
zijn werkzaamheden in de commissie voor de herziening der handleiding te her
vatten. Een eerste bespreking heeft reeds plaats gevonden, een tweede zal over
enige tijd volgen. Er is dus weer enige aanleiding tot hoop op voortgang van deze
arbeid.
Op de algemene vergadering van 7 februari trad drs. A. van der Poest Clement
af als penningmeester. Hij werd opgevolgd door de heer J. W. M. Klomp te 's-Gra-
venhage.
Een gevoelig verlies leed onze vereniging door het plotselinge overlijden van dr.
W. S. Unger. Voor onze vereniging heeft hij zich in het bijzonder verdienstelijk ge
maakt als redacteur van het Archievenblad, maar ook in ons archiefwezen in het
algemeen was hij een der prominenten.
Verder verloren wij door de dood de heren W. F. van der Burgh, referendaris
chef afdeling archieven van het Hoogheemreedschap Rijnland, en K. D. Hart-
mans, commies bij de gemeentelijke archiefdienst van Amsterdam.
Hoewel zij niet lid waren van onze vereniging wil ik toch ook melding maken van
de dood van mr. A. van der Minne, chartermeester le klasse bij het rijksarchief in
Friesland, en van de heer J. W. Moerman, administrateur aan het Algemeen Rijks
archief.
Uit de actieve archiefdienst traden door het bereiken van de pensioengerechtigde
leeftijd mejuffrouw drs. E. H. Korvezee, rijksarchivaris in Noord-Brabant, en dr.
A. J. van de Ven, rijksarchivaris in Utrecht. Ik hoop, dat zij van hun belangstelling
voor onze vereniging blijven getuigen door deel te nemen aan onze vergaderingen
en eventueel bijdragen te leveren voor het Archievenblad. Hun plaatsen werden in
genomen resp. door dr. L. P. I- Pirenne, tot dan gemeentearchivaris van 's-Herto-
genbosch, en dr. M. P. van Buijtenen. De laatste werd als rijksarchivaris in Fries
land opgevolgd door mr. S. J. Fockema Andreae, die aldus in onze gelederen terug
keerde. Tot rijksarchivaris bij het Algemeen Rijksarchief werd bevorderd mr. A.
E. M. Ribberink. Een mededeling daarvan heb ik niet in het Archievenblad gelezen.
Ik haast mij hieraan toe te voegen, om niet de indruk te wekken de Rijksvoorlich
tingsdienst in gebreke te willen stellen, dat deze bevordering wel in het Mededelin
genblad van O.K.W. heeft gestaan.
[7]