geinspecteerd. Van de 216 polderarchieven hadden er 98 geen inventaris. Een
eertijds opgemaakte inventaris werd later maar al te vaak niet bijgehouden. Daar
in steeds minder gevallen in de woning van de secretaris een geschikte ruimte
voor de bewaring van het polderarchief aanwezig is, is het gewenst deze archieven
op te nemen in de archiefbewaarplaats van het hoofdwaterschap, zoals bij het
hoogheemraadschap Rijnland gebeurt.
Van de kleinere gemeenten werden in 1958 de archieven op Goeree-Overflakkee
geinspecteerd. Daar en in de Krimpenerwaard werd oprichting van een streek-
archivariaat overwogen. Dordrecht en Leiden waren de grotere gemeenten, die
de inspecteur in 1958 bezocht, waarbij hij ook de archieven van diensten en be
drijven in zijn onderzoek betrok. De zorg voor de oude en de lopende archieven
liet zelden iets te wensen over, maar slecht stond het met de archieven, die hun
direct belang voor de administratie hadden verloren en nog niet naar de openbare
archiefbewaarplaats van de gemeente waren overgebracht. Begonnen werd met
het verzamelen van gegevens voor een archiefgids voor de gehele provincie.
In 1959 verhuisde het bureau van de archiefinspectie van de provinciale griffie
naar Benoordenhoutseweg 23. De ook daar nog beperkte plaatsruimte liet slechts
de aanstelling van één assistent toe, die de inspecteur ingevolge het daartoe in
1958 genomen besluit ter zijde staat bij het verlenen van hulp bij de ordening en
beschrijving van archieven van besturen, die geen archivaris hebben. Geinspec
teerd werden de archieven van de polders onder de hoogheemraadschappen van
Rijnland, Delfland en Schieland. Duidelijk bleek hoezeer de toestand verbeterd
was, waar het oud-archief in bewaring kon worden gegeven aan het hoogheem
raadschap en de secretarissen slechts een klein recent archief, waarmee zij vertrouwd
zijn, onder hun berusting hebben. Bij een aantal kleinere gemeenten kwamen in
1959 verbeteringen tot stand ten aanzien der huisvesting of ordening hunner ar
chieven. De voortgezette inspectie van de archieven in de grotere gemeenten be
vestigde de ervaring, dat juist voor de archieven van de laatste eeuw grote gevaren
dreigen. In verband met de groeiende medisch-wetenschappelijke belangstelling
voor de gegevens, die schuilen in de archieven van ziekenhuizen en poliklinieken,
werd aan deze archieven bijzonder aandacht besteed. Niet alleen de historische
wetenschap en de administratie, ook onderzoekingen van groot actueel belang op
ander gebied kunnen bij een goede archiefverzorging gebaat zijn.
Op 15 juni 1960 kon de heer Van der Gouw op de jaarvergadering van de Ver
eniging van Zuid-Hollandse gemeenten te Brielle een voordracht houden over:
De zorg voor de gemeentearchieven in Zuid-Holland. Getracht werd de geestelijke
achtergronden en de wetenschappelijke behoeften, die tot een beter beheer ook van
niet meer dagelijks gebruikte archieven aanleiding hebben gegeven, te belichten
in een zodanige vorm, dat zou blijken, hoezeer die achtergronden en behoeften
aan actualiteit hebben gewonnen. De hulp bij inventarisatie omvatte in 1960 de
archieven van de gemeente Vierpolders en polders onder Stad aan 't Haringvliet,
Cromstrijen en Bleskensgraaf. Geinspecteerd werden de archieven van de gemeen
ten en waterschappen, die in 1957-1959 om verschillende redenen moesten wor
den overgeslagen en die, waarvoor een meer dan normaal toezicht gewenst scheen.
[48]
Vermeld wordt het opvallend goede beheer van de archieven van gemeentebedrij
ven, die zich ter zake laten leiden door het Nederlands Instituut voor Documentatie
en Registratuur en waarvan het archiefpersoneel via dat instituut een opleiding
ontvangt. Te Rotterdam en Vlaardingen besloot de gemeenteraad tot stichting van
nieuwe archiefbewaarplaatsen onder beheer van de gemeentearchivaris.
In 1961 besteedde de inspecteur bijzondere aandacht aan de archieven van een
aantal middelgrote gemeenten. Door in het onderzoek mede te betrekken de
archieven van de buiten het gemeentehuis gevestigde administraties werd het
mogelijk een inzicht te krijgen in de toestand over de gehele gemeente. In de
meeste gevallen vormde het inspectierapport, waarvan in de eerste plaats de ver
antwoordelijke colleges van Burgemeester en Wethouders op de hoogte werden
gesteld, het uitgangspunt voor doeltreffende maatregelen. Gebrek aan middelen
en ter zake kundig personeel werkte echter soms remmend. De huisvesting der ar
chieven van kleinere gemeenten onderging in 1961 geen verbetering, maar het
zorgelijkst probleem was wel de huisvesting van de afzonderlijke archiefdiensten
in de grote gemeenten. Behalve te Delft en te Dordrecht werd een groot gebrek
aan ruimte geconstateerd, in enkele gevallen (Gouda, 's-Gravenhage en Schiedam)
gepaard gaande met gevaar voor de in het archiefgebouw geplaatste archieven en
collecties. De allerwege bestaande plannen konden door ontbreken van rijksgoed
keuring of door financieringsmoeilijkheden niet verwezenlijkt worden. De ge
meente Gouderak keurde als eerste de gemeenschappelijke regeling voor het streek
archief Krimpenerwaard goed. Voor de waterschapsarchieven van groot belang is
het besluit van provinciale staten van 1 februari 1961 inzake het verlenen van
provinciale bijdragen ter tegemoetkoming in de kosten van verzorging van polder
archieven, waardoor het gemakkelijk wordt binnen afzienbare tijd alle nog niet
verongelukte archivalia betreffende het waterschapsbestuur samen te brengen in
de archiefbewaarplaatsen van de hoogheemraadschappen en dijkringen. De hulp
bij inventarisatie door de inspectie te verlenen richtte zich op de polderarchieven
van Voorne-Putten.
De in 1962 voortgezette inspectie van de archieven der middelgrote gemeenten
werd vertraagd door langdurige ziekte van de inspecteur. De neiging bij de be
sturen van enige kleinere gemeenten om de archiefbewaarplaats in het raadhuis
te bestemmen tot noodbestuurspost gaf de commissaris der koningin aanleiding
een aanschrijving tot alle burgemeesters te richten, waarbij er op werd gewezen,
dat het aanbevelenswaardig streven een onderkomen in te richten, van waaruit in
bijzondere omstandigheden het bestuur zoveel mogelijk kan worden gecontinueerd,
niet behoort te leiden tot overtreding van bij de wet voor het beheer van archieven
gestelde regelen. De trage voortgang van enige plannen tot stichting van een
streekarchief werd besproken op een conferentie van het bestuur van de Vereni
ging van Zuid-Hollandse gemeenten met de provinciale inspecteur. De verbetering
van het beheer van de polderarchieven vorderde in 1962 langzaam maar zeker.
De bewerking van de polderarchieven van Putten werd voltooid.
Naast zijn drukke werkzaamheden als inspecteur heeft collega Van der Gouw
ook nog gelegenheid gevonden zeer aantrekkelijke bijdragen van historische aard
[49]