The American Archivist 1962 afl. I opent met het 'Presidential address' van de voorzitter der Society of American Archivists, Philip M. Hamer, die in oktober 1961 haar 25-jarig bestaan herdacht met een rede getiteld: authentic Docu ments tending to elucidate our History', een terugblik op de rol van de National Historical Publications Commission, waarvan de geschiedenis teruggaat tot het einde der 18e eeuw toen Ebenezer Hazard, 'America's first historical editor' ge noemd, van een publikatie van 'American State Papers' droomde (1774). In het begin dezer eeuw (1906) kwam J. Franklin Jameson hierop terug, ook ditmaal zonder tastbaar resultaat. Niet lang geleden begon Julian P. Boyd de publikatie The Papers of Thomas Jefferson, begroot op 50 of meer delen; n.a.v. de verschij ning van het eerste deel (1950) bepleitte president Truman bij de Commissie dat wat voor Jefferson was gedaan 'could and should be done for other American leaders'. In 1954 bracht de Commissie een rapport uit: A National Program for the Publication of Historical Documents. Vier delen van The Adams Papers wa ren het eerste resultaat; vele andere presidentiële bronnenpublikaties zijn, met me dewerking ook finantiële van velen, in voorbereiding. Hierbij heeft zich de vraag voorgedaan of het niet de voorkeur verdiende tot mikrofilm-reproduktie over te gaan i.p.v. het kostbare drukken. Maar mr. Hamer, hoewel overtuigd van de in toenemende mate belangrijke rol van de mikrofilm 'cannot imagine that microfilm-publication, however extensive it may be and however useful it undoub tedly is and will be, will take the place of well-edited and beautifully printed volumes of historical documents. 'Ook de annotatie levert een bezwaar op. Ernst Posner geeft verslag van de in mei 1961 te Warschau gehouden zesde Ron detafel bijeenkomst2 waaraan de V.S. voor de eerste maal waren vertegenwoor digd. Philip C. Brooks, directeur der Harry S. Truman Library, behandelt on der de titel Plans and Reality (met 2 afb.), deze typisch-Amerikaanse semi- archiefinstelling, waarvoor wij belangstellenden naar de afl. mogen verwijzen. Aandacht verdient ook de mededeling van P. Lewinson en M. Rieger: La bor Union Records in the United States, onderwerp, dat ook hier te lande wel eens in beschouwing moge worden genomen. -Een internationale bibliografie over juli 1960-juni 1961 van ruim 400 nrs. bewerkt door Grace Quimby, besluit de aflevering. Afl. 2 is aan Local Records gewijd. Ch. E. Hughes Jr. behandelt 'Problems in administering local Records'; R. B. Eckles 'The importance of photocopy projets for local and regional history'. B. W. Labaree, New England Town meeting, geeft een herinnering aan het leven in de tweede helft der 18e eeuw in Massachu setts. Ook het artikel van D. E. Leach: Early town records of New England as his torical sources, houdt zich met de oudste Amerikaanse geschiedenis bezig. H. W. Crocker stelt de vraag: 'Are town records a casualty of the modern era? 'En hij antwoordt: Today local government is rapidly becoming a big and expensive busi ness. It is creating records at a faster pace than ever before and those records are 1 Elders wordt vermeld dat van de hand van deze auteur in 1961 is verschenen 'Guide to archives and manuscripts in the United States'. 2 Zie Ned. Archievenblad 1962 p. 43 vlg. [26] already causing trouble. Any program that will help local officials manage their records more efficiently and economically is worth while. In fact, it is more than that. It is necessary'. R. G. Wood brengt een bescheiden town-clerk in herinne ring, Moses Robinson, die in de onafhankelijkheidsoorlog in Vermont een rol heeft gespeeld. Allen Weinberg geeft bijzonderheden inzake een 'Publication program of the Philadelphia archives'; het betreft materiaal uit de 18e eeuw. Gust Skordas behandelt "Maryland's county recordts The eclectic approach', miss Dolores C. Renze, staatsarchivaris van Colorado, doet hetzelfde t.a.v. haar ressort: 'The syncretic approach'. J. A. Alexander A county official mr. A. is general counsel of the North Carolina Association of County Commissioners looks at a state-supervised county records programm', geeft bijzonderheden over het archiefprogramma in zijn staat. C. Frank Poole, screening the pa pers of Baltimore's mayors, behandelt de zifting van de correspondentie der bur gemeesters 1882-1947. In 'The presence of the past' geeft W. Howard Adams verslag hoe de leden der Jackson County Historical Society te Independence, Mo., het verleden hebben doen herleven. Onder de titel: 'Harris, Lewis, and the hollow tree' geeft J. B. Rhoads, van de National Archives, in afl. 3 een verslag van de correspondentie (in vier delen) van twee rivaliserende Amerikaanse consulaire ambtenaren in Rusland uit het eerste kwart der 19e eeuw, gericht aan de presidenten Jefferson, Monroe, Adams, die voor kort door een schooljongen waren gevonden in een holle boom nabij Philadelphia, 'an archival detective story, with elements of suspense, sur prise, and mystery a tale of feuding, character assassination, and moral tur pitude'. Door de activiteit van deze jeugdige archivaris-in-den dop kwamen zij in handen van de Archivist der V.S., die drie hunner als deel van de Nationale Archieven herkende, terwijl één, na te zijn gemikrofilmd, werd overgedragen aan het Supreme Court of Pennsylvania. Prof. G. P. Cuttino behandelt The Archives of Gascony under Englisch Rule'. Zolang Gascogne in Engelse handen was berustte de zorg voor de archieven bij de constable of Bordeaux, de finan ciële hoofdofficier van het hertogdom. In 1293 werd bepaald dat zij hun reke ningen jaarlijks ter afhoring aan de Exchequer moesten overdragen; dat is de oorsprong van Pipe Rolls en Foreign Accounts in het Public Record Office. Zuiver locale rekeningen bleven in Gascogne bewaard; hun bewogen geschiede nis wordt verhaald. Thans is hetgeen rest ten dele in Franse bewaarplaatsen Bibliothèque Nationale, Archives Nationales het merendeel in het Public Record Office en het Brits Museum. M. D. Smith doet verslag van bevindin gen 'Preparing a Manuscripts Guide for a Learned Society nl. The American Philosophical Society, held in Philadelphia, for promoting knowledge, proposed and set on foot [in 1743] by B[enjamin] F[ranklin]; de mss. zijn van de meest uiteenlopende aard. Miss E. A. Ingerman, van de Joseph Downs Manuscript Library in het Winterthur (Del.) museum, behandelt A new method of indexing manucripts', bewaard in de bibliotheek van dit museum. Miss M. Pierson, State archivist van Indiana, geeft beschouwingen ten beste over 'Reference ser vice in the Indiana State archives'; W. G. Ormsby, hoofd van de Manuscript [27]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1964 | | pagina 17