Archieven en onderwijs 1 een verdere ontwikkeling van de toegankelijkheid door nieuwe toegangen als de agenda en indicateur gevolgd door een geleidelijke, soms gedeeltelijke oplossing van het seriestelsel in een rubrieken- en dossierstelsel met een daaraan analoge ont wikkeling van het registratuurplan en als consequentie de dossierinventaris; 2 een scheiding der overheidsarchieven in actueel- en oud-archief onder verschil lend beheer en in aparte bewaarplaatsen, met als consequentie de openbaarheid van het oud-archief en de ontwikkeling van de wetenschappelijke inventaris; 3 een verhoging van de toegankelijkheid door systematische vernietiging volgens bepaalde normen. J. H. de Vey Mestdagh. Litteratuurlijst Archiefcode ten behoeve van Instellingen voor Sociaal Pedagogisch Onderwijs, 1961, p. IV,V. Archiefwet 1962 met de desbetreffende Kamerverslagen. Berkenvelder, F. J. L. Het sluitstuk der archiefadministratie: de inventaris. Over heidsdocumentatie, 1951, p. 356. Bernsen, H. J. Het ontstaan en de organisatie van de Streekarchivariaten in Noord-Brabant. N.A.B. 1962, p. 11. Bots, H. N. J. en A. Kwaak. Documentatie en administratieve organisatie in de praktijk. 1958. Brenneke-Leesch. Archivkunde. Koehler Amelang, Leipzig, 1953. Dinkgreve, H. H. M. De ontwikkeling van de registratuur bij de gemeente Am sterdam. N.A.B. 1957-1958, p. 91. Formsma, W. J. Ordenen en beschrijven van archieven. Overheidsdocumentatie, 1951, p. 432. Gouw, J. L. van der. Inleiding tot de archivistiek. Archivistica 1. Publicaties van de Rijksarchiefschool. Tjeenk Willink, Zwolle, 1956. Gouw, van der, Hardenberg, Van Hoboken en Panhuysen. Nederlandse Archief terminologie. Archivistica II. Publicaties van de Rijksarchiefschool. Tjeenk Wil link, Zwolle, 1962. Hardenberg, H. Moderne archiefproblemen. N.A.B. 1960, p. 29. Hardenberg, H. Le classement par matières des archives. Mélanges offerts a Charles Braibant. Bruxelles, 1959, p. 189. Herberhold, F. Die 'Aktenordnung für Stiidte' und die Zukunft der Kommunal- archive. Der Archivar, 1961, p. 203. Hoboken, W. J. van. Naar een nieuwe handleiding. Paragraaf 16 verkeerd be grepen. N.A.B. 1956-1957, p. 142. Bosman, T. H. Paragraaf 16 van de Handlei ding voor het ordenen en beschrijven van archieven. Met naschrift van W. J. van Hoboken. N.A.B. 1957-1958, p. 107. Giessel, A. van. Handleiding en registra tuur. Met antwoord van W. J. van Hoboken. N.A.B. 1957-1958, p. 179. Hodiamont, J. H. Vernietiging van bescheiden en inventarisatie van de jongste archieven. Overheidsdocumentatie, 1951, p. 337. [20] Jahnig, W. Aktenordnung und Aktenplan für Stadte. Der Archivar, 1957, p. 101 en 1961, p. 203. Jahresbericht des Staatarchivs Basel-Stadt, 1961, p. 4 en 10, 1962, p. 2 en 29. Klijn, J. L. Inventarisatie van de jongste archieven. Overheidsdocumentatie, 1952, p. 448. Laar, W. J. A. van de. Inventarisatie van de jongste archieven. Overheidsdocu mentatie, 1951, p. 377. Muller, Feith en Fruin. Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archie ven. 2e druk. Erven B. van der Kamp, Groningen, 1920. Noordenbosch. P. Overheidsdocumentatie. 7e druk. Samson, Alphen aan de Rijn, 1956. Panhuysen, G. W. A. De taak van de archivaris en zijn houding ten opzichte van de moderne archieven. Overheidsdocumentatie, 1955, p. 281. Papritz, J. Plan for a general index for archives. Unesco: Bulletin for Libraries, vol. 15, nos 2-4. 1961. Schellenberg, T. R. Modern Archives. Cheshire, Melbourne, 1956. Studiekring Overheidsdocumentatie, Lessen van de. Cursus I, les V: De dossier ordening, dossierbeschrijving en dossiergebruik. Vervaat, P. A. Enkele beschouwingen over de inventaris. Overheidsdocumentatie, 1951, p. 345. Vey Mestdagh, J. H. de. Archiefselectie in de loop der tijden. N.A.B. 1962, p. 66. In 'Kleio', tijds. v. d. Ver. van geschiedenis leraren in Nederland, V, 1964, p. 7, publiceerde ons medelid drs. P. J. Meij het volgende artikel: Zolang 'de archieven', in de vele betekenissen die dit woord heeft, voor menigeen onbekend terrein zijn, is het moeilijk een gesprek te voeren over de vraag of zij voor het geschiedenisonderwijs op de middelbare school van belang kunnen zijn. De lezer zal het daarom, naar ik hoop, voor lief willen nemen wanneer hier tevens iets over het werk van de archivarissen wordt ingelast. Zonder twijfel moeten de archieven te hulp geroepen worden bij het schrijven van geschiedenis, zij zijn daarbij in veel gevallen onontbeerlijk. Men kan menen dat daarna, als het ruwe materiaal door een deskundige is onderzocht en verwerkt, en het geschiedverhaal tot stand is gekomen, de taak der archieven afgelopen is. Zou het nu mogelijk en wenselijk zijn de leerlingen in bescheiden mate te laten zien, waar hetgeen hun zo glad en geordend voorgezet wordt, eigenlijk vandaan [21

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1964 | | pagina 14