84 van J. Mc. Donald daartegen in de jg. 1957. Dit is een onderwerp, dat lang zamerhand een speciale behandeling in ons blad wel verdient! Het artikel van William D. Overman: The Pendulum swings, is van belang voor de be handeling van „records of large business units", dat van Ken Munden, Records essential to continuity of State and Local Government, voor de Amerikaanse administratie. „Archival backgrounds in New South Wales" behandelt Allan Horton, leider van het Archives Department van de Public Library van die staat, waar, zoals in Australië gebruikelijk is, de archieven worden bewaard. Deze is in 1826 gesticht en specialiseerde zich reeds spoedig op Australiana; in 1882 suggereerde een historicus de vestiging van een archiefdienst bij de bibliotheek en daarnaast „to select material for a Record Office from European sources". In Engeland werden afschriften verzameld en in 1891 werd de vorming voorgesteld van een bewaarplaats voor alle soorten archivalia van staat, locale besturen, instellingen, kerken en families; de biblothecaris werd met het beheer van dit onderdeel belast. In 1902 kwam een afzonderlijke leiding in de persoon van F. M. Bladen, die de Europese archieven bezocht; ook bij hem speelde bovengenoemde „archiefvorming" nog een rol. Prof. Henderson, die in 1914 Europa bezocht, stond een strikter archief begrip voor, maar achtte voor een jong land als het zijne volkomen scheiding van beide bestanddelen niet nodig; zij kwamen nu beide als zelfstandige afdeling der bibliotheek onder de naam Archives Department. Een poging, in 1911 gedaan om een afzonderlijk Archives Office ingesteld te krijgen, had geen resultaat gehad. De enorme aanwas der archieven na de oorlog, toen de archiefruimten der ad ministraties vol geraakten, bracht moeilijkheden mee voor de Bibliotheek. Reeds voor de oorlog hadden de Australische bibliothecarissen begrip gekregen inzake het fundamenteel verschil tussen archief- en bibliotheekmateriaal; zij stonden afzonderlijk „archiefdepartementen" in hun bibliotheken voor. Voort gaande ontwikkeling der denkbeelden leidde tot het bezoek van dr. Schellen berg in 1954. Vestiging van een zelfstandig Staatsarchief ligt nu in de lijn der ontwikkeling. De man, die het Australische archiefwezen nieuwe wegen heeft gewezen, dr. S. voornoemd, heeft op de jaarvergadering der Amerikaanse archivisten gesproken over „The future of the archival profession". Hij schetst, na een overzicht te hebben gegeven van de archivistische verhouding in de V.S. tot het begin dezer eeuw, hetgeen thans aan de orde komt: 1) de ongehoorde aanwas der archieven; 2) de verandering van het organisch karakter der Amerikaanse archieven, niet langer een verzameling van papieren van „eminent Americans doch die van organische lichamen; 3) „the diversity of physical class and type" der huidige documentatie. Naast teksten e.d. archivalia hebben wij nu „auditorial records films, sound-recordings Nieuwe werkwijzen zijn nodig. „From an age of scarcity we have come into an age of plenty"; de archivist moet nu veel kritischer gaan staan t.o.v. het op te nemen materiaal. De vorser over moderne ontwikkelingen raadpleegt meer en meer gedrukte publikaties dan originele documenten; het is de vraag of meer dan een zeer klein deel der thans geproduceerde archivalia enig belang zal hebben voor de vorser en of besturen gerechtigd zijn meer dan een klein deel ervan te doen bewaren. Revolutionaire woorden in de mond van een archivaris, maar die ook voor ons het overdenken waard zijn, al kunnen wij ons de moeilijkheden der beslissingen kwalijk ontveinzen1). S.'s opmerkingen over inventarisatie e.a. 85 zijn van meer specifiek-Amerikaans belang. Dat is ook het geval met het artikel van miss D. K. Taylor: State microfilming programs. Een bibliografie van archivistische publikaties juni 1957-mei 1958 besluit de aflevering; zij wordt voortgezet in afl. 2. Deze brengt een artikel van R. H. Bahmer: The archival function in the States, dat aansluit aan het bovengenoemde van dr,. Schellenberg. Verder onder de titel: „These precious monuments of our history" de voordracht, die Julian PBoyd heeft gehouden over het „Clark manuscripts case" een fameus proces over archiefstukken uit 1803/4 in de vergadering van onze Ameri kaanse zustervereniging van dec. 1958. Paul Lewinson behandelt „The pre servation of government publications vormend ,,a problem to the archivist because of their bulk, their often ephemeral nature, and their dispersion"; de „bulk is daarvan het ergste (bijna 1 km per jaar bij één stuk van elk alleen al voor het Federal Government). Hij bepleit nauwkeurige afweging van de waarde der verschillende soorten publikaties. - „The California State Archives behandelt W. N. Davis jr. De archiefwet van jan. 1850 was de eerste wet van de nieuwe slaat; een eeuw later werd een vernietigingspro gramma vastgesteld, waarbij fiscale en archivistische belangen veilig werden gesteld. Specifiek Amerikaans is de bijdrage van Dan M. Robison: Archival services of State libraries. „The relation between archivists and record mana gers wordt behandeld door R. H. Darling, „bedrijfsarchivaris" bij het bekende grootbedrijf E. I. du Pont de Nemours Co., ontstaan uit een buskruitmolentje, in 1802 door een Frans immigrant begonnen. Met het bedrijf groeiden de ar chieven; in 1904 noodzaakte de overvloed van stukken verplaatsing der „inactive records Nadien werd meermalen uitbreiding der depots voor actieve zowel als inactieve stukken nodig. Het beginsel: niets vernietgen, kon op den duur niet worden gehandhaafd; zij geschiedt in nauwe samenwerking tussen archivist en „recordsmanager Maar nooit worden Du Pont Company archivalia ver nietigd omdat zij een zekere vooraf vastgestelde leeftijd hebben bereikt. „Some archival legislation of the British Commonwealth" behandelt E. E. Burke in afl. 3. Dit artikel geeft een duidelijk overzicht van de archief wetgeving van het Britse rijk van de oudste (Engeland, 1838) tot de jongste (Ghana, 1955), waarvoor wij belangstellenden naar het tijdschrift moeten ver wijzen. Inlichtingen aan theologen worden in Amerika (nog) het meest door bibliothecarissen verstrekt; Lester J. Cappon, Archival good works fo- theologians, ziet hier ook voor archivisten een taak. Zeer technisch is het artikel van H. F. Lewis: The deterioration of bookpaper in library use, dat echter ook onze aandacht verdient. -Aan „The use of local archives in the study of history wijdt prof. D. E. Miller (Utah) een speels artikel, echter ook dit vrnl. ad usum Americanorum. Afl. 4 brengt een lang en belangrijk artikel vail Ian Maclean, „chief archives officer of the archives division of the Australian Commonwealth National Li brary Australian experience in record and archives management, samenvatting en aanvulling van de drie bijdragen uit de jg. 1958 afl. 4, waarvan hier (N.A.B. 1958/59 p. 165) melding is gemaakt. Het betreft de overal opkomende vraag: In dit verband worde gewezen op de suggestie, geuit door de griffier der Staten van Zeeland, bij noodzaak van vernietiging tenminste van één representatief bestuur het archief volledig te bewaren.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1960 | | pagina 17