82
gedragen op de jaarvergadering der Association van nov. 1958. Het verslag
daarvan vermeldt ook besprekingen over de Business Archives en het Public
Record Office. De serie Local archives of Great Britain vervolgend be
handelt Derek Charman „The Ipswich and East Suffolk Record office", op
gezet door de Ipswich County Borough Council en de East Suffolk County
Council in 1947 en vlg. jaren. De inhoud gaat met de borough courtrolls
terug tot 1255. Voor bijzonderheden moeten wij belangstellenden verder naar
de aflevering verwijzen. Dr. Leslie Macfarlane brengt een eerste stuk over
de Vaticaanse archieven, in het bijzonder betreffend hun belang voor de mid
deleeuwse geschiedenis van Engeland. De auteur geeft een summier overzicht
van deze archieven; vóór de 11e eeuw is er voor Engelse vorsers niets aan
wezig. Het artikel is ook van belang om de ruime literatuuropgave omtrent deze
helaas niet meer volledige, doch zeer belangrijke archieven.
In nr. 22 (St. Michaelmas-issue) wordt deze bijdrage voltooid; een appendix
met andere dan Vaticaanse bronnen die Brits en Iers materiaal bevatten is
daaraan toegevoegd. In de serie Local archives of Great Britain is thans
het Berkshire Record Office aan de beurt, tot stand gekomen in 1948 en be
handeld door P. Walne. De provisore accommodatie, de official records, parish
records en borough records, die de voornaamste inhoud uitmaken, worden
summier besproken. De stadsarchivaris van Plymouth, C. E. Welch, geeft
in „The preservation of ecclesiastical records" een overzicht van hetgeen onder
vigeur van de Parochial Registers and Records Measure van 1929 en de
Survey of the principal collections of archives of the Church of England van
1951 t.a.v. de kerkelijke archieven valt te vermelden. Blikkend in de toekomst
bepleit schr. de vervaardiging van inventarissen. Ann Savours bespreekt
„The manuscript collection of the Scottish Polar Research Institute", gesticht
in 1920 ter nagedachtenis van kapitein Scott en diens Zuidpoolexpeditie
1910-1913 Het bevat ook de Parry papers 1799 vlg., en stukken betreffende
andere oudere Poolexpedities.
Der Archivar 1959 afl. 1 opent met een paar artikelen over de bezoldiging
van de archivarissen van Bund, Lander en steden, voor ons van geen belang.
Bijzonder soort archieven worden behandeld door dr. E. Dösseler; Vester's
Archiv, Institut für Geschichte der Pharmazie Düsseldorf-Neusz, en door
dr. R. Seeberg-Elverfeldt: Das Bundespressearchiv. Een archieftechnische
mededeling der archiefschool te Marburg betreft „Feuchtigkeitsmessung in
Archiven". De bibliografie over het archiefwezen 1955 en 1956 wordt ver
volgd met Duitsland (in de ruimste zin); in afl. 2 komen Oostenrijk, Zwit
serland, de Beneluxlanden (Nederland nrs 861-945 is bewerkt door
collega mej. mr. E. C. M. Prins), Denemarken en Zweden aan de beurt, in
afl. 3 Duitsland. Verder brengt de tweede afl. een artikel van dr. Bruno
Meijer: Das Werkarchiv, waarin op de noodzakelijkheid van bewaring van
bedrijfsarchivalia wordt gewezen, de vraag: Staatliche Wirtschaftsarchive
oder private Werkarchive? onder de ogen wordt gezien en de vorming van
Werkarchive uiteen wordt gezet. De archivaris van Duisburg, dr. Günter
von Roden, wijst in een artikel „Zur Auswertung moderner stadtischer Ar-
chivalien für die Topographie einer Groszstadt" op hun belang voor het herstel
der oorlogsschade in deze stad. Van groot belang is het artikel van
dr. J. Papritz: Die Archivalieneinbettung in Pergamin und Acetatzellulose. Neue
83
Erkenntnisse und neue Folgerungen, waarvoor wij naar de aflevering moeten
verwijzen.
Afl. 3 brengt n.a.v. de in sept. 1958 te Osnabrück gehouden 37e Deutsche
Archivtag een artikel van dr. Th. Penners over het Nedersaksische staats
archief aldaar. -De mogelijkheid van een betere bewaring van de „Kulturelle
Ueberlieferung" behandelt dr. H. Booms: Sicherungsverfilmung im Lohn-
auftrag. Eine Probemikrokopierung im Bundesarchiv. In aansluiting daaraan:
Aufgaben und Aufbau der wissenschaftlichen Filmarbeit in der Bundesrepublik,
van de hand van dr.-ing. G. Wolf. Meer documentalisch dan archivistisch
is het onderwerp „Pressesammlungen und Presseforschung", waaraan n.a.v.
Karl d'Esters Lebenserrinnerungen dr. R. Seeberg-Elverfeldt een beschouwing
wijdt. Van dezelfde aard is een artikel van F. Roth, Geschichte und Bedeutung
der Fürstl. Stolbergischen Leichenpredigtensammlung.
Bij de Nachrufe een herdenking van prof. L. Beutin, verdienstelijk Wirt-
schaftshistoriker, f 1958, die slechts ruim een jaar de wederopbouw van het
Rheinisch-Westfalisches Wirtschaftsarchiv te Keulen naar moderne beginselen
(biografieën van ondernemers en ondernemingen) heeft mogen leiden.
Dr. W. Winkler, een der leiders van het Duitse archiefwezen, overleden
in okt. 1958, wordt in afl. 4 herdacht. Deze is bijna geheel gevuld met ver
slagen van de 37e Deutsche Archivtag en van de vierde Oostenrijkse. Op de
eerste werd door prof. dr. G. W. Santé het 60-jarig bestaan herdacht. Verder
worden de daar gehouden referaten gepubliceerd: Die Karte als Archivale
(F. Engel); Zur Systematik der Kartenordnung (dr. E. Pitz), met afbeeldingen;
Gegenwartsprobleme der archivarischen Unterbringung von Karten und Planen
(dr. E. Krausen), alsvoren. Op de tegelijkertijd gehouden vergadering der
gemeentearchivarissen werden „Wirtschaftliche Quellen vor 1802 in Stadt-
archiven" ingeleid door dr. W. Schultheiss (Nürnberg), „Quellen zur Wirt-
schaftsgeschichte des 19. Jahrhunderts in den Stadtarc'hiven" door dr. H. Croon
(Bochum), „Stadtische Archivpflege und Industriegeschichte" door dr. K.
Oberdorffer (Ludwigshafen)Op de Oostenrijkse archiefdag kwamen de
volgende onderwerpen aan de orde: dr. W. Goldinger besprak „Das öster-
reichisChe Archivalienschutzgesetz und seine Probleme" (volledig afgedrukt),
dr. H. Bachmann „Das Landesregierungsarchiv für Tirol" (referaat), dr. H.
Jager-Sunstenau „Die Landesarchive und die kommunale Heraldik" (alsv.).
Aan de eerste bijdrage - een ontwerp-archiefwet is ook in Oostenrijk in be
handeling knoopt het artikel aan van prof. dr. H. L. Mikoletzky over de
correspondentie van keizerin Marie-Louise (gemalin van Napoleon I) uit het
Montenuovo-archief. Montenuovo was de zoon uit haar tweede huwelijk met
graaf Neipperg. Het archief bevatte, behalve 318 brieven van Napoleon, die
in 1934 in auctie waren gebracht en in het bezit der Archives Nationales
kwamen, honderden brieven van en aan familieleden e.a.; ook deze zouden
worden geveild, maar op het nippertje werden zij grotendeels voor het Oos
tenrijkse Staatsarchief verworven. Prof. M. bepleit n.a.v. dit geval voor
vorming, naar analogie van Museumfreunde e.d., van „Archivfreunde". Deze
,,'könnten, als letzten Ausweg, mindestens eine Mikrofilmierung finanzieren".
The American Archivist 1959 afl. 1 brengt twee artikelen over de mikro-
films: Richard W. Hale behandelt „The cataloging of microfilm", Margaret
M. Weis geeft in „The case for microfilming" een bestrijding van het artikel