232 lS70TUSRep.9eraln uitAken' kon uit ei9en ervaring spreken, toen hij in 882 te Berlijn het Rijksarchief te Maastricht in het Haus von Abgeordneten aan Pruisen ten voorbeeld stelde50). 233 hun betoog en een verantwoorde plaatsing in het kader van de algemene ge schiedenis. Zo kon het b.v. ook gebeuren, dat in 1957 in de Mélanges Félix Rousseau een geschiedenis van de Maastrichtse lakenhandel verscheen, welke door prof. Ammann uitsluitend was geput uit het archief van Frankfurt48); at het vorig jaar dr. Gorissen uit de Maastrichtse rentmeestersrekeningen te Brussel plotseling de activiteit van een vergeten Raad van Karei de Stoute voor het Maasdal aan het licht bracht49). Omgekeerd zijn door de historische samenhang de archieven in Limburg voor de geschiedvorsers uit de omliggende gewesten van even zo groot belang Onderzoekers uit België en Duitsland zijn in de bewaarplaatsen steeds dagelijkse gasten geweest, in het Rijksarchief maakten zij vele jaren bijna de helft van e bezoekers uit. Zij vervaardigden transcripties van de oude keizerdiplomen voor de Monumenta Germaniae Historica, verzamelden gegevens voor hun eigen gewestelijke of lokale geschiedenis, speurden in de heerlijkheidsarchieven de kerkelijke doop-, trouw- en sterfregisters en in de garnizoensbescheiden naar genealogische gegevens. Dat immers het grens- en overgangsland Limburg waar de lijsten van de kasteelbezitters en de serviesrollen van de vestingen Maastricht, Venlo en Stevensweert wemelen van Dietse, Waalse Franse en Uuitse namen een schatkamer vormt van missing-links voor het familie onderzoek, zal wel geen nadere verklaring behoeven. Baron Von Fürth, een Na de uiteenzetting van enkele typische karaktertrekken van het Limburgs archiefwezen en zijn moeilijke aansluiting op de gewestelijke en lokale ge schiedenis, zou ik niet graag de onjuiste indruk achterlaten dat men in onze provincie voor de moeilijkheden is teruggeschrikt. Daar een verslag over het resultaat van het gebruik der archieven op een soort historische bibliografie van Limburg, een opsomming ad infinitum dus, zou neerkomen, moeten wij ons ot enkele grepen bepalen en voor het overige verwijzen naar de catalogi op kaarten van de Bibliotheek van het Rijksarchief, de Bibliotheken van Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap te Roermond en Maastricht en die van verschillende gemeenten, waaronder de Stadsbibliotheek van Maastricht met ongeveer 80.000 banden de eerste plaats inneemt. Uit de zg. Catalogus Limburgensis, een Limburgse bibliografie, welke door laatstgenoemd instituut uit ongeveer tweehonderd tijdschriften wordt samen gesteld, blijkt aanstonds zoals wel niet anders te verwachten is dat he aantal beschrijvingen van plaatselijke, genealogische of biografische aard dat van de gewestelijk gerichte publicaties in onvergelijkbare mate overtreft, en dat een zeer aanzienlijk gedeelte hiervan in buiten de provincie verschenen uitgaven en periodieken is neergelegd. Werken zoals de „Denkmale und Ahnen- tafeln ïm Rheinland door Fahne54)de „Notices sur les églises du diocese de ge door Jos. Dans talrijke delen uit de reeksen publicaties van de universiteiten van Bonn, Luik en Leuven, zijn enkele voorbeelden uit vele- het raadplegen van tijdschriften als de „Bijdragen en Mededelingen van de Vereniging Gelre de „Annalen des historischen Vereins für den Niederrhein", het „Bulletin de 1 Institut arohéologique liégeois", het maandschrift „Limburq" e Hassek en zovele andere is voor de geschiedschrijving van ons gewest volstrekt onmisbaar. Van de ruilabbonnementen van Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap heeft dan ook ruim twee derde betrekking op Belgische en Rijnlandse tijdschriften. Een systematisch opgezette serie bronnenuitgaven ontbreekt, voor een aan zienlijk gedeelte is Limburg nog steeds op buiten de grenzen verschenen publicaties aangewezen. Toch zijn in de loop der jaren ook in de provincie zelf zeer vele documenten, met name een groot aantal oorkonden, in druk verschenen. Het parool van Lacomblet, dat het charter als „der leuchtende Stern in dem dunklen Gebiete der Erforschung moet worden beschouwd03), vond in het Maasdal gretig weerklank. Wij zagen reeds, dat de 19e eeuwse inventarissen voor een groot gedeelte oorkonden- of regestenboeken zijn. Het zelfde geldt voor een aantal bijlagen op de jaarverslagen van het Rijksarchief te Maastricht uit de vorige eeuw. Als specimina van bewerking van af zonderlijke reeksen noemen wij de regesten van bijna 3.000 schepenbrieven en charters van het kapittel van Sint Servaas en de inhoudsopgaven der resolu- tiën van de Staten-Generaal voor IVTaastricht en de Landen van Overmaas over de periode van 1632 tot 1699 door de archivarissen P. Doppler54) en A. J. Flament00). Bovendien heeft het tot omstreeks 1900 de schijn alsof het wetenschappelijk cachet van een historische publicatie afhangt van het aantal bijlagen, veelal oorkonden, die soms weinig met het behandelde onderwerp te maken hebben doch vaak veel belangrijker zijn dan de tekst van het eigenlijke werk1'). Stippen wij in dit verband nog aan de uitgave van een aantal obituaria van godsdienstige corporaties1") en voor de rechtsgeschie denis: de ..Limburgsche wijsdommen, dorpscostumen en gewoonten door Jos. Habets in 1891 als een eerste, onbevredigende kennismaking in het licht ge steld08), en de recente kritische editie door mr. K. Janssen de Limpens van de „Geldersche wyssenissen van het hoofdgerecht te Roermond" uit de 15e eeuw"9) In dit domein blijven voorlopig nog van belang de 19e eeuwse uit gaven van de „Coutumes de Maestricht 80) en de „Coutumes du duché de Limbourg et des Pays d Outremeuse bl) door de raadsheren van het Hof van Cassatie te Brussel Constant Casier en Louis Crahay. Verreweg het grootste gedeelte der, als wij het zo mogen uitdrukken, in heemse historische literatuur treffen wij aan in de twee periodieken van Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap, dat in 1864, bedoeld als een soort academie van wetenschap, letteren en kunst te Maastricht het licht zag, doch zich vanaf het begin ontwikkeld heeft als een zuiver geschiedkundige vereniging waarin ook de archeologie warme liefde en belangstelling vond82). Evenals zijn voorgangers, de Société des Amis des Sciences, Lettres et Arts de Maestricht uit 1824, die zelfs het geven van cursussen in architectuur aan werklieden tot zijn taak rekende, en de Société historique et archéologique de Maestricht van 1852, was het Genootschap oorspronkelijk sterk Frans georiënteerd, hetgeen tot de eeuwswisseling in de taal en tot heden in de piëteitshalve bewaarde hoofdtitel van het eerste deel van zijn jaarboek uit 1864. nl. „Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg tot uiting komt. Deze Publications, waarin meer uitvoerige en belangrijke artikelen verschijnen, vormen, als een statige reeks van 88 delen met bijna 40.000 bladzijden een onuitputtelijke bron voor de moderne ge schiedschrijver, waarin naast de tekstuitgaven en bewerkingen van documen taire bronnen een groot aantal synthetische of als zodanig bedoelde studies over Limburg, zijn landsheerlijkheden, steden, geslachten en oudheden ver-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1960 | | pagina 29