DE BETEKENIS VAN DE ARCHIEVEN VOOR DE LOKALE EN REGIONALE GESCHIEDENIS IN FRIESLAND 200 Sur Clervaux, il existe des études publiées par Emile et Pierre Prum. L'abbé Zorn a consacré une étude fort intéressante au „Klöppelkrich", guerre des paysans dans les Ardennes. Citons encore Jos. Maertz, qui a étudié le même sujet et Jules Vannérus qui a publié des études sur les families seigneuriales d'Esch-sur-Süre, de Bettendorf et de Kevenig. Th. Bassing, A. Koenig et J. Vannérus ont publié plusieurs essais historiques sur Vianden. L'abbé J. Reuter s'est occupé entre autres de l'histoire de la ville de Mersch. Quant aux ficres Arthur et Emile Diderrich, ils se sont occupés plus parti- culièrement de la région de la Moselle et de la région limitrophe de la Lorraine. Des études trés importantes ont été publiées sur la ville de Grevenmacher, ville du vin. par A. Berens, P. Knaff et surtout l'abbé J. Hurt. Un modèle de monographie locale nous fut donné par le professeur Jos. Hess auteur d une étude sur le village de Septfontaines, situé dans la vallée des Sept Chateaux. Quant au publications concernant la ville, 1 abbaye et la procession dansante d Echternach, bien trop nombreuses pour les énumérer toutes, bornons-nous a en citer quelques unes d'après leurs auteurs: J. P. Brimmeyr, J. M. Foehr, G. Kiesel, Staud et Reuter, PSpang, A. Sprunck, C. Wampach et N. van Werveke. A tous les archives du Grand-Duché offrent une documentation inépuisable. Après la dernière guerre, qui a causé de nombreux dégats et mis en ruines bon nombre de nos villages, l'intérêt pour le passé de ces sites est devenu plus grand encore. Les travaux et études se sont orientés davantage vers l'histoire locale. On trouvera de nombreux détails dans les publications périodiques: Les publications de la Section Historique de l'Institut Grand-Ducal, les revues Ons Hémecht, t Hémecht et les Cahiers Luxembourgeois. Les fètes et les commémorations d'anniversaires sont a l'ordre du jour et s accompagnent en régie générale de publications qui ont trait a l'histoire locale. Même des expositions ont été plus d'une fois organisées lors de ces mani festations. Le corps enseignant du pays a créé le Stage du Milieu Local pour initier ses membres a 1 étude méthodique et systématique et a l'enseignement de 1 histoire du sol et de ses habitants. Que ce soit stage ou commémoration, ou même exposition, partout et toujours les Archives prêteront leur concours. Elles font le trait d'union entre le passé et le présent et préparent 1 histoire de demain plus vivante, peut-être, que celle des siècles révolus. ANTOINE MAY. archiviste aux Archives de l'Etat, Luxembourg 201 In de voor velen van U misschien donkerste uren van de afgelopen oorlog, in de hongerwinter van 1944-1945, kwam over de Londense zender het code woord „Bonifatius" door.1) Het noorden van het land, waar het verzet op volle toeren begon te komen en de wapendroppings frequenter werden, ver zekerde zijn verbindingen met Engeland, mede ten behoeve van het enkele kilometers van Dokkum gelegen opvangveld. Dit appèl aan de herinnering en dit beroep op de verbeelding kan zelfs buiten Friesland niet te zwaar vallen. Ook niet wanneer wij nu de lijn der geschiedenis terugbuigen van de honger winter naar de gebeurtenissen, vastgelegd in de dreun van het vaderlandse geschiedenis-schoolboek: ,,754 Bonifatius bij Dokkum vermoord!" Zo goed als in het jaar 754 bij Bonifatius dood, participeert in de jaren 1940-1945 dit kleine stadje hevig in de gebeurtenissen van de tijd. De dood van Bonifatius vormt een sluitstuk en een begin. Het accent in de geschiedenis wordt definitief verlegd: de cultuurstroom wordt omgelegd van greco-romeins naar romano-germaans. De figuur van Bonifatius en de ideëen, waarvan deze Angelsaks de exponent was, erkent men tegenwoordig graag als boden van een toen groeiend Europees besef. De weerklank ervan drong tot zelfs in Dok kum door. De tweede wereldoorlog, méér dan een aangelegenheid van Europa alléén, met momenten van doorbraak naar een mondiaal besef, ging er evenmin aan voorbij. Tussen deze uiterste punten van Dokkums oudste en Dokkums meest recente geschiedenis mogen wij (zonder, naar ik hoop, te vervallen in eigenlijke stadsgeschiedenis) nog enkele data inlassen. Door de muntslag onder de Brunonen reikt de naam van Doccuga in de 11e eeuw tot in Haithabu en verder naar de Oostzee.2) Zonder dat de stad kan bogen op een handels- aktiviteit als Staveren in de middeleeuwen, treffen wij in Londen en de Hanzesteden toch haar bewoners als handelaars aan. Olivier van Keulen preekt er de kruistocht. In de strijd om het behoud van de onafhankelijkheid van het Friese land is de naam Dokkum niet van de lucht gedurende de tweede helft der 15e eeuw. Na een kortstondige bezetting door de Geuzen kent het zijn Waalse furie. Een korte spanne tijds (1597-1645) herbergt het in de niet onbelangrijke periode van de groei der Republiek de Friese admiraliteit binnen zijn wallen. De strijd tussen patriotten en prinsgezinden leeft er een ogenblik handtastelijk op. Deze korte opsomming kan volstaan, om in eerste instantie duidelijk te maken, welke vrucht men van lokale en regionale geschiedvorsing mag verwachten. In de mikrokosmos van dit genre moet de makrokosmos enigermate zijn af te lezen. Gaarne wil ik vooraf mijn respect betuigen voor de grote, vaak imponerende produktie van lokale historici, die bij hun speuren in de archieven in tali silva numquam lassat venatio de ..hantise" leerden kennen, waar Huizinga3) de omschrijving van gaf: arbeid in het ongedrukte materiaal brengt nu eenmaal een bekoring met zich, die tot obsessie wordt, voor den ongeschool den nauwelijks te begrijpen, onafhankelijk van de volstrekte belangrijkheid van

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1960 | | pagina 13