ARCHIEVENBLAD '958-'959 NEDERLANDS |_Nt_2_ ORGAAN VAN DE VERENIGING VAN ARCHIVARISSEN IN NEDERLAND HET RESTAURATIEBEGINSEL 56 scheidende archivaris dankte allen voor de goede geest die steeds onder het personeel had geheerst en voor de krachtige steun, hem bij zijn arbeid verleend De custos van het archief, de heer C. H. J. Helders, bood drs Taal een boekenbon aan, terwijl aan mevr, A. Taai-van Velthoven bloemen werden overhandigd. Bij zijn afscheid van het gemeentebestuur, in een vergadering van burge meester en wethouders bracht de heer Taal zijn dank uit voor de vele mate riële verbeteringen, tijdens zijn archivariaat tot stand gekomen. Hij verheugde zich in het bijzonder over de voltooiing van de klappering van de retroacta van de burgerlijke stand en over de verschijning van zijn „Archieven van de Goudse kloosters". De burgemeester, mr. dr. K. F. O. James, dankte de archi varis voor zijn belangrijke arbeid en sprak de hoop uit, dat hij ook het tweede deel over de Goudse kloosters zou mogen voltooien. Door de Commissie voor het Archief werd een cadeau aangeboden in de vorm van een boekwerk Tot opvolger van de heer Taal is inmiddels benoemd mr. J. E. J. Geselschap, chartermeester bij het archief der gemeente s-Gravenhage. Streekarchivariaat Kring Oosterhout. De bewaring van het oud-archief van Geertruidenberg laat blijkens het verslag over 1957 te wensen over; slechts de bouw van een nieuwe archiefbewaarplaats zal hieraan een einde kunnen maken. - Bij de inventarisatie werden aangetroffen diverse polderarchivalia; het is de bedoeling deze met de rest der betreffende archieven, die elders wor- en bewaard, te verenigen. Over diverse onderwerpen werden onderzoekingen ingesteld en rapporten vervaardigd. De archiefbewaarplaats van Gilze en Rijen had met een invasie van wespen en regenbuien te maken. De inventari satie van het archief van het Burgerlijk Armbestuur werd voltooid In Oos terhout werden de archieven van het waterschap De Houtse Polders in bewaring genomen; evenzo enkele oude en waardevolle bezittingen van het gilde van St. Sebastiaan. De archieven van gemeentediensten en -bedrijven werden geïnspecteerd. De inventarisatie van het oud-archief der gemeente tot 1811 vond voortgang; die van het gemeentelijk Energiebedrijf wordt voorbereid. In Raamsdonk werden de beide archiefbewaarplaatsen opnieuw ingericht. De inventarisatie van het archief 1811-1939 werd voortgezet. -Ook in Ter- heyden vorderde deze tot 1811. De toestand van de in 1954 gebouwde ar chiefbewaarplaats is niet bijster aantrekkelijk. De inventarisatie vond voortgang; daarbij kwamen diverse archiefbestanddelen te voorschijn, die met archieven elders zullen moeten worden verenigd. BUITENLANDSE ARCHIEVEN Mgr. prof. dr. Camille Wampach, sinds 1945 directeur van het Luxemburgse staatsarchief, is op 74-j. leeftijd overleden. Mgr. W. heeft een reeks oorkon- denboeken over de Grundherrschaft Echternach en de oud-Luxemburgse territoria uitgegeven, en twee in manuscript nagelaten. Afgesloten 30 november 1958. De abonnementsprijs van het Nederlands Archieven blad bedraagt voor deze jaargang f 13.voor het buitenland f 15. Deze jaargang loopt van september 1958 tot december 1959 Bijdragen voor dit Tijd schrift te zenden aan Dr. W. J. FORMSMA Rijksarchief in Groningen St. Jansstraat 2 De archivaris, die voornemens is een archief te gaan ordenen, waarnaar jarenlang niemand heeft omgekeken, verkeert min of meer in dezelfde situatie als een architect, wanneer deze staat voor de restauratie van een in verval geraakt monument. De architect kan zich op het standpunt stellen, dat het monument zo volledig mogelijk in zijn oorspronkelijke toestand dient te worden teruggebracht. Viollet-le-Duc verkondigde al, dat ieder monument zijn eigen stijl bezit, waarvoor de tijd en de streek, waarin het ontstond, bepalend waren. Wars van alle oudheidkundige belangstelling kan de architect ook zeggen: het oude bouwwerk is van ons; wij doen ermee, wat ons goed dunkt en passen het naar de omstandigheden aan onze hedendaagse behoeften aan. Tussen deze uiterste opvattingen kan hij tenslotte een middenweg kiezen. Volgens de nieuwere inzichten op dit gebied is een historisch monument nooit het werk van één enkel mens, noch van één bepaalde stijl, maar van een reeks artisten en tijdvakken, die het de moeite waard maken om het te bestuderen en te bewonderen. Als men hiervan uitgaat, behoort men de individualiteit van het bouwwerk, zoals het historisch gegroeid is, te eerbiedigen. Daarom mag men niet meer doen dan het zorgvuldig conserveren in de bestaande vorm, zoals' die het resultaat is van veranderingen en toevoegingen door opeenvolgende generaties, onverschillig uit welke eeuw. Aangezien eerstgenoemde methode van restaureren, waarbij elke verandering of toevoeging wordt verwijderd, die niet met de oorspronkelijke en superieur geachte stijl overeenstemt, vaak tot grondig bederven van het kunstwerk leidt en toepassing van het andere uiterste nog veel funestere gevolgen kan hebben, heeft op theoretische gronden sinds een jaar of veertig de conserveringsgedachte de overhand verkregen. De praktijk van het restaureren dwingt echter vaak tot een compromis tussen de

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1959 | | pagina 1