olArM",Vf:19 bren!* 3lS XV ™n de -L»'»1 «chives
90
daarna van beton, sinds 1931 van staal. Tot 1956 hebben de architekten zoveel
mogelijk zonlicht in de magazijnen laten stromen; de nadelen daarvan zijn dui
delijken de Amerikaanse architekten hebben blinde muren aanbevolen (dat
dit uit visueel oogpunt geen bezwaar behoeft op te leveren bewijst de fraaie
muur in AuriUac; het depot te Mezières heeft aan de noordzijde nog een glazen
wand.). Voor zover glas onmisbaar is, dient aan bepaalde voorwaarden te
worden voldaan. Verwarming door hete lucht verdient de voorkeur boven
die door warm water. Ook over het vloermateriaal en de gangbreedte geeft B
he aX i TTS1 Maal Wij m°eten kelangstellenden ook hiervoor naar
meld d r w f verwijzen. In aansluiting hieraan zij de bijdrage ver-
SfaffVa\ Tï u ,aS neU0 Verwaltun9sgebaude des Niedersachsischen
Staatsarchivs in Osnabrück, in de oorlog verwoest en althans uitwendig in
meer traditionele opvatting herbouwd.
Van de Kleine Beitrage vermelden wij een notitie van Diether Haacke: Feria
qUKltC !nt!i am fünften TaSe vor am donnerstag vor? dat n.a.v. recente
pubhkatie de mening van Grotefend te dezer zake bevestigt. - Dr. W. Zorn
erdenkt n.a w een daarover uitgegeven Festschrift, het 50-jarig bestaan van
het Kheimsch-Westfalisches Wirtschaftsarchiv, te Keulen opgericht in 1906,
oes h d geleid door dr. L. Beutin, hoogleraar in de economische en sociale
gescniedems aan de universiteit aldaar (t sept. 1958).
UlT°ui9eu rfkso boekbesprekingen (p. 172-234), een gedetailleerd
tschnftenbericht (p. 235-269) en opgave der Neuerscheinungen (p. 270-283)
besluiten de belangrijke bundel.
of Great Britain het eerste stuk van een beschouwing over de locale en pri-
vate archieven van Schotland van de hand van John Imrie en Grant G Simp
son, beiden assistent-keeper aan het Schotse Record Office. De administratie
heeft m Schotland altijd in tegenstelling tot de tendentie naar een streng cen
traal bestuur, een meer locaal karakter gehad. Daarom wordt eerst de histo
rische achtergrond der „record policy" geschetst, de wetten van 1809 en 1937
!t aQng''kste Sch°tse -local records" zijn die der sheriffcourts, een der
oudste Schotse instellingen, die tot de 12e eeuw teruggaan; vóór het begin
der 16e eeuw echter zijn wemig archivalia bewaard (Aberdeen 1503) Zii zijn
zeer gevarieerd; de belangrijkste reeks vormen de „courtbooks", bevattend
civiele en criminele processen; daarnaast wat wij vrijwillige rechtspraak noemen.
Jammer genoeg hebben zij onder zekere verwaarlozing geleden; erger nog is
e omstandigheid, dat m.n. de oudere registers indices missen, waardoor zij-
een der meest verwaarloosde bronnen voor de Schotse geschiedenis zijn. Ook
„burgh records zijn beroerd door de tendentie naar meer centralisatie van
locale archieven; een wet van 1926 heeft hierin voorzien. Alleen Edinburgh
heeft een full-time archivaris, maar ook andere steden o.a. Aberdeen met
een vrij compleet archief sinds 1398 hebben de zorg voor hun rechter-
<S ari»Z ln,eigen hand gehouden. Vóór de inrichting der County Coun
cils in 1889 was locale administratie buiten sheriffcourts en burghs in handen
van een verbijsterend aantal instanties; hun archivalia kunnen krachtens de
wet van 1937 naar het P.R.O. van Schotland worden overgebracht. De voor
naamste daarvan zijn de Commissionairs of Supply, van 1667, en de vrede
rechters, van 1587 (de laatsten minder belangrijk dan in Engeland). Hun
91
archieven berusten nog meest onder de „clerks". T.a.v. de archieven der
County Councils, de opvolgers van vele oudere instellingen, is de toestand
echter nog onoverzichtelijk. Over de verhouding „Local Record Society and
the historian" geeft Ph. Styles een overzicht van de jaren 1932-1957.
Uit de berichten vernemen wij dat 28 nov. 1957 een Public Records Bill
is afgekomen.
Nr. 20 brengt een artikel van M. F. Bond: Acts of Parliament. Some notes
on the original acts preserved at the House of Lords, their use and inter
pretation. Verder een tweede bijdrage over de locale en private archieven'
van Schotland van beide bovengenoemde auteurs; ditmaal zijn „family, institu
tions und business archives" en kerkelijke aan de beurt. Familiearchieven zijn
in Schotland sinds lang in centrale archiefbewaarplaatsen opgenomen; de col
lecties van menige leidende families zijn daar nu in officiële bewaring, zowel
in archieven als in bibliotheken. Maar enkele grotere en vele kleinere derge
lijke archieven zijn in particulier bezit; slechts twee eigenaars hebben een full
time archivist in dienst. Van de archieven van verenigingen e.d. is weinig be
kend. In Engeland was de waarde van bedrijfsarchieven voor de economische
geschiedenis erkend door de vorming van de Council for the Preservation
of Business Archives; in Schotland zijn deze verwaarloosd, maar er zijn tekenen
dat het klimaat begint te veranderen. Het opmaken van een register van be
kend materiaal is in overweging; vorming van een Schotse sectie van ge
noemde Council, in contact met universiteiten en Kamers van Koophandel,
achten de schr. wenselijk. T.a.v. de kerkelijke archieven vermelden zij dat
uit de middeleeuwen niet veel is bewaard. Van de bisdommen vrnl. cartularia
met gegevens over het grondbezit; de overige administratie schijnt in Schot
land weinig ontwikkeld te zijn geweest. Eerst tegen het einde der middel
eeuwen is er meer bewaard, en daarvan is in de 19e eeuw veel gepubliceerd.
De archieven der Kerk van Schotland hebben een gecompliceerde geschiedenis
gehad en worden op diverse plaatsen bewaard; die van de Katholieke kerk
voor het oudere gedeelte in Blairs College deze zijn niet alleen van Schots,
maar ook van algemeen-Europees belang de moderne locaal. Tenslotte
bepleiten de schr. uitbreiding van archiefruimte en archivisten in Schotland, dat
naar verhouding bij Engeland ten dezen wel zeer achter staat.
Peter Mijatev, assistent-director of the Archive Institute of the Bulgarian
Academy of Sciences, behandelt: Organising archives in Bulgaria. Een archief
dienst was daar eerst mogelijk sinds de bevrijding van het land van Turkije
in 1878, maar aanvankelijk nog zeer verdeeld: de Nationale Bibliotheek diende
als staatsarchiefdepot; daarnaast namen ook de Academie van Wetenschappen,
de Heilige Synode, provinciale bibliotheken e.a. archieven op. Eerst in de
laatste tien jaar is centralisatie nagestreefd; in 1951 werd de dienst der staats
archieven ingesteld, die al het documentatiemateriaal moest verzamelen. Deze
ressorteert onder het ministerie van Binnenlandse zaken. Er zijn nu drie staats
archiefdiensten: centrale historische staatsarchieven, Centrale staatsarchieven
der Volksrepubliek van Bulgarije, en de Sofia urban district State archives;
verder 12 staatsdistrictsarchieven. De dienst is zeer gecentraliseerd; een uit
zondering is echter gemaakt voor de Academie van Wetenschappen. Ook de
archieven der Communistische Partij staan daar buiten, maar particuliere
archieven moeten ook hier naar het staatsarchief. In 1952 werden „Model
regulations" gepubliceerd voor die archieven. De opleiding der archivisten werd