DE AFDELING POST- EN ARCHIEFZAKEN VAN HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN 68 zolang men niet inziet, dat het eenvoudiger kan en moet, om werkelijk doel treffend te zijn. Ook staat het voor mij vast, dat de archivaris hierbij een belangrijke taak heeft te vervullen, een moeilijke, doch eervolle taak, waar voor men hem uiteindelijk dankbaar zal zijn. Stellig een minder aanlokkelijke taak dan het speuren in het verleden, maar maatschappelijk zinvoller, omdat zij op de toekomst is gericht. Laat ons de angst voor de toekomst, die vaak zo onzeker lijkt, overwinnen en met een duidelijk doel voor ogen voorwaarts gaan. Wat dit doel t.a.v. de moderne archieven moet zijn, heb ik getracht voor U uiteen te zetten. Mocht II na afloop denken, dat ik mijn verhaal net zo goed niet had kunnen houden, omdat het toch niet zal lukken de aanhangers .van de Code tot andere gedachten te brengen, dan onderschat U de archiva rissen. Zij zullen zich nooit de vrijheid laten ontnemen met een overgenomen archief te handelen, zoals zij menen, dat daarvoor het beste is, en dus zonodig restaurerend op te treden. Daarvoor zijn de archivarissen bij professie te eigen gereid en te individualistisch en is hun belangstelling voor archieven te groot. En zou er onder de moderne archiefverzorgers ook geen verlangen bestaan naar een beetje meer vrijheid in plaats van de beloofde generale uniformiteit? H. HARDENBERG 69 Het is een voorrecht U hier in het ministerie van Buitenlandse' Zaken welkom te mogen heten Dit gebouw is een geeigende plaats van samenkomst voor mensen van ons beroep want, gebouwd voor de Heren van Amsterdam, is het van 1853—1903 rijksarchiefdepot geweest. De kamer waar wij ons nu bevinden wordt in de wandeling ,,de grote zaal" genoemd, waar vergaderingen worden gehouden en internationale verdragen worden getekend. Het schilderij, dat de wand siert, is in 1830 door de Fransman Innocent Louis Goubaud ge maakt; het stelt koning Willem I temidden van zijn familie voor op het moment dat hij verklaart de wet voor de Nederlanden te zullen handhaven. Indien wij eens even vasthouden aan het jaar 1830 moeten wij' constateren, dat er sinds dat jaar ook bij de administratie van het departement van Buiten landse Zaken wel zeer veel is veranderd. Toen Werkten ten departemente in totaal 25 ambtenaren en kwamen er in de loop van het jaar 5300 stukken binnen. In 1956 waren er 850 ambtenaren werkzaam en kwamen er 180.000 stukken voor registratie in aanmerking. En dit is niet alles. Want onder dit departement, dat wij gaarne met een zonnestelsel vergelijken, in welke constellatie het ministerie natuurlijk de zon is omdat hier de minister zetelt, ressorteren 107 beroepsposten in het buitenland: ambassades, gezantschappen, consulaten-generaal en consulaten die hun licht, d.w.z. hun instructies, van het ministerie ontvangen, ook op het gebied der archiefadministratie. Een inspecteur van de buitenlandse dienst reist rond en rapporteert over zijn bevindingen op allerlei gebied; wat de archieven betreft doet hij dit aan de archivaris van het ministerie, die over eventuele ongerech tigheden in correspondentie treedt met de desbetreffende chef de poste. Immers, naar het depot van het ministerie vloeien alle archieven terug, die tezamen met het ministeriële archief tenslotte in goede orde zullen worden overgedragen aan het Algemeen Rijksarchief. Nu deze instelling niet over voldoende ruimte beschikt in het centrum van Den Haag, heeft de archivaris van dit departement 3 km archief onder beheer, d.i. het departementale archief van 1871 af. Onnodig te zeggen dat het te bet-euren valt dat het Algemeen Rijksarchief in de naoorlogse jaren niet met een centraal gelegen deoot is verrijkt, waarheen men alle departementale ar chieven had kunnen afstoten. Dit zou veel economischer zijn geweest voor het rijk en voor dit departement in het bijzonder. Om de gedachte te kunnen benalen delen wij die 3 km archief van Buitenlandse Zaken als volgt in: 1. Het statische departementale archief 1871 1940, dat zich in een apart gebouw op het Louis Couperusplein bevindt en wordt beschreven en gezuiverd van vernietigbare stukken door dr Woltring. Hij handhaaft de oude ordenina en administratie, waarbij hij met het dossierstelsel heeft te maken dat in het midden der 19e eeuw opnieuw opgeld begon te doen. Helaas zijn er grote reeksen „stukken op nummer" blijven bestaan omdat men óp twee gedachten hinkte en niet over geschoold personeel beschikte. 2. Het Londens archief dat van 1940—1945 is gevormd tijdens het verblijf van onze regerinn te Londen. Mei. Ruys herordent deze kostbare collectie, eveneens met handhaving van de oude orde maar tevens voordeel scheppend

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1957 | | pagina 39