42
43
Is het een te gewaagde hypothese, wanneer ik in deze opeenvolging van
feiten een innerlijke samenhang meen te mogen veronderstellen, die ons van
Muller via Vermeulen terugvoert tot degene, die het beginsel ontdekte: mr.
Gerrit Dedel, in 1830?
Keren wij na deze uitweiding over het ontstaan van d.e belangrijkste grond
beginselen van onze Handleiding terug naar ,,de herziening" daarvan.
Ondanks het feit dat het Nederlandse beginsel, dat het systeem van indeling
van een archief moet worden gegrond op de oorspronkelijke ordening en
organisatie van het archief, het moderne wetenschappelijke archiefwezen inter
nationaal is gaan beheersen, nadat het als 16 in onze Handleiding was ge
publiceerd, is het nadien toch niet onbestreden gebleven. De meest gerucht
makende aanval op het beginsel is wel die geweest van Carl Gustaf Weibull,
de algemeen rijksarchivaris van Zweden, in het artikel „Archivordnungsprinzi-
piën. Geschichtlicher Ueberblick und Neuorientierung" (gepubliceerd in de
Archivalische Zeitschrift, 3. Folge, 9, und 10. Band 1934 pp. 52-72);
het was een vertaling van het in de Zweedse taal geschreven artikel, dat Wei
bull reeds in 1930 in het tijdschrift Scandia Bd. 3, p. 52 vv. had laten ver
schijnen). Brenneke noemt het in zijn Archivkunde (p. 75): der Generalangriff
gegen das Provenienz-princip!
Weibull gaat in zijn historisch overzicht uit van het archiefwezen in
Frankrijk. U weet vermoedelijk, hoe hier in het begin van de 19e eeuw in de
Archives Nationales te Parijs onder leiding van de toenmalige directeur Pierre
Daunou alle archieven werden geclassificeerd volgens een zuiver rationeel
stelsel22); men vormde zes secties: section legislative, section administra
tive, section historique, section topographique, section domaniale en section
judiciaire. Deze secties werden weer onderverdeeld in onderafdelingen, die elk
met een letter van het alfabet doorlopend van A-Z werden aangeduid. Zo
bestond b.v. de „Section Historique" uit: I. Trésor des chartes. K. Monuments
historiques. L. Monuments ecclésiastiques. M. Mélanges historiques.
De archieven werden gesplitst en, al naar gelang zij tot een der genoemde
secties en onderafdelingen konden worden gerekend, werden de onderdelen
van de meest verscheiden archieven daarin verenigd. Als zeer illustratief
voorbeeld moge dienen het zgn. „Bullaire", dat onder ,,K. Monuments histo
riques" werd gevormd. Alle pauselijke bullen werden uit al de archieven van
abdijen, kloosters, kapittels, kerken en andere instellingen bijeengezocht en in
dit „Bullaire" ondergebracht; zij vulden er 227 kartonnen dozen.
Toen men tot betere inzichten was gekomen, had het toegepaste stelsel
reeds zo diep doorgewerkt, dat heel veel niet meer te herstellen was. Van „le
Bullaire" b.v. was een uitvoerige inventaris met indices opgemaakt, waarvan
door de historici zeer veel gebruik was gemaakt, en waarnaar ontelbare malen
in de historische literatuur werd verwezen, zodat men meende de verzameling
niet meer uiteen te kunnen nemen om de bullen terug te brengen op hun plaats
in de archieven, waaruit zij afkomstig waren. Men heeft zich daarom in heel
veel gevallen er mee moeten vergenoegen de archief fondsen slechts op papier,
22) Zie voor dit en het volgende: H. Bordier, Les archives de la France (Paris,
1855) pp. 48—57.
in de inventarissen, te herstellen terwijl de stukken zelf in de kunstmatig ge
vormde onderafdelingen bleven berusten.
De betere inzichten vonden hun eerste uitdrukking in de beroemde circulaire
van de minister van Binnenlandse Zaken Duchatel d.d. 24 april 1841, waarin
aan de archivarissen van de departementale archieven in Frankrijk nauwkeurige
voorschriften over het classificeren en ordenen der onder hen berustende
archieven gegeven werden. In deze circulaire van 1841 is, zoals U bekend is,
voor de eerste maal het beginsel van „le respect des fonds" gehuldigd en „le
classement par fonds" bindend voorgeschreven.
Zij zegt het op de volgende wijze: „Rassembler les différents documents par
fonds, e'est a dire former collection de tous les titres, qui proviennent dun
corps, dune familie ou dun individu. II importe de bien comprendre que le
mode de classement par fonds consiste a réunir tous les titres qui étaient la
propriété d'un même établissement, d'un même corps ou d'une même familie, et
que les actes, qui y ont settlement rapport, ne doivent pas être confondus avec
le fonds de eet établissement, de ce corps, de cette familie. Ainsi, l'expédition
d'un arret de parlement, délivrée a un particulier, ne sera pas classée dans le
fonds du parlement, mais dans celui de la personne, qui avait fait lever cette
expédition; une requête originate adressée au parlement par une commune ou
une familie, ne sera pas classée dans les papiers de cette commune ou de
cette familie, mais dans ceux du parlement auquel la requête était adressée.
Conséauemment encore, un projet de lettre ne peut pas faire partie du même
fonds que la lettre elle-même, car un projet de lettre appartient a celui qui
l'écrit; la lettre au contraire, est la propriété de la personne a qui elle a été
adressée"23).
Hier wordt dus het principe, dat een archief het geheel is der bescheiden,
ex officio ontvangen bij of opgemaakt door enig bestuur of een zijner amb
tenaren, voorzover deze bescheiden bestemd waren of zijn om onder dat
bestuur te berusten, reeds volledig omschreven: het beginsel van het „respect
des fonds", het „Provenienzprincip („les documentsqui proviennent
dun corps, dune familie, dun individu het herkomst-beginsel was hiermee
openbaar en officieel geponeerd. Maar in dezelfde circulaire van 1841, die
het „respect des fonds" voorschreef, werd betreffende de inwendige ordening
van een archieffonds de volgende wijze van handelen voorgeschreven. „Classer
dans chaque fonds les documents suivant les matières, en assignant a chacune
un rang particulier. Coördonner les matières selon les cas, d après 1 ordre
chronologique, topographique ou simplement alphabétique
Volgens dit voorschrift moeten dus bij de inwendige ordening van een archief
de bescheiden volgens de daarin behandelde zaken in groepen geordend wor
den. en aan iedere „zakengroep" een bepaalde plaats gegeven worden; binnen
deze „zaken-groepen" behoren de stukken al naar gelang de omstandigheden
dit vereisen in chronologische, topografische of alfabetische orde te worden
gerangschikt. Betreffende de volgorde van de verschillende „zakengroepen
t.o.v. elkaar werd in de circulaire bepaald, dat men daarbij van de betekenis
en het belang der groepen moest uitgaan en van het algemene tot het speciale,
van het wezenlijke tot het bijkomstige moest afdalen. De ordening binnen een
groep van bescheiden betreffende een bepaalde zaak beschouwde men van
23) H. Bordier, o.c., p. 51—52. 24) H. Bordier, o.c., p. 52.