108
chief dienst met het concipiëren van de voorstellen tot vernietiging". Als
wd. inspecteur der gemeente- en waterschapsarchieven in Zuid-Holland maakt
mr. Hardenberg melding van zijn bemoeiing met de plannen voor enige streek
archieven, met name voor het Westland en voor Voorne-Putten. Daarbij is
echter gebleken dat, zolang de verwezenlijking van die plannen geheel afhan
kelijk blijft van de vrijwillige medewerking der betrokken gemeentebesturen,
de kans op uitvoering ervan in de nabije toekomst gering is. Opgewekter klan
ken kan de rijksarchivaris-inspecteur in Friesland doen horen. Er begint teke
ning te komen in het in 1939 opgezette en in 1947 herziene archief plan: bereikt
is de verschijning van de inventaris van het archief van een kleine stad, een
grietenij en een waterschap in Friesland. Een tiental publiekrechtelijke lichamen
hebben hun archieven doen inventariseren door bemiddeling der provinciale
archiefinspectie. In twee delen der provincie blijkt animo voor de oprichting
van een streekarchivariaat te bestaan.
Op bovengenoemde „bijeenkomst" was besloten de inspectie der archieven
van rijksambtenaren krachtens art. 26 van het Besluit post- en archiefzaken
te beginnen bij de rechterlijke instanties. Enkele rijksarchivarissen (Noord-
Brabant (zeer uitvoerig rapport) en Overijsel) hebben in 1955 hieraan reeds
gevolg gegeven.
BUITENLANDSE ARCHIV1STISCHE LITERATUUR
III
In Der Archivar 1956 afl. 1 behandelt dr. Georg Winter, directeur van het
Westduitse Bondsarchief. in een artikel „Fachprobleme eines Zentralarchives
im Aufbau" de organisatie van dit jonge archief. „Gedanken zum kirch-
lichen Archiv- und Bibliothekswesen", geeft dr. W. Lampe; Albert Riecke be
handelt „Die Arbeitsgemeinschaft landeskirchlicher Archivare". Over de
overgave van Duitse archivalia aan de Deutsche Demokratische Republik door
de Sovjet-Unie handelt de directeur van het Centrale archief te Potsdam,
dr. H. Lotzke. Staatsarchivdirektor dr. J. Papritz geeft een uitvoerig over
zicht van de Franse archivistische vaktijdschriften.
Afl. 2 opent met een beschouwing van dr. Winter over de Table ronde
des archives, door hem verwelkomd als een soort voor-congres, waar de
grotere archiefproblemen voorbereid worden en waar „die Möglichkeit eines
besonders fruchtbaren Erfahrungsaustauches und vielleicht sogar zu einer ge-
wissen Koordination archiv-politischer Fragen der verschiedenen Staaten
gegeben ist". Over het archiefwezen in Israel doet de v.m. archivaris der
Synagogengemeente Breslau, B. Brillisch, onder publikatie van de Israëlitische
archiefwet van 1955, belangwekkende mededelingen. „Neuartige Arbeits-
methoden im Restaurierungswesen" bespreken Karl Sievers en Franz Welzel,
restaurateurs van het Staatsarchief te Dusseldorf. Dr. Gisela Vollmer e.a.
geven een vervolg op de archivistische bibliografie over 1953 en 1954, die in
afl. 3 wordt voortgezet.
Deze aflevering is bijzonder belangrijk. Dr. J. Papritz geeft daarin een uit
voerig overzicht van de organisatie van het Italiaanse archiefwezen, waarop
wij afzonderlijk terugkomen. De termietenbestrijding (La lotta antitermitica,
met resumé in het Duits) wordt door dr. M. Gallo behandeld, kwestie, die
niet alleen Italië aanbelangt: reeds heeft de opmars van deze nieuwe vijand
109
de westkust van Frankrijk, Wenen en Hamburg1) bereikt en worden Duits
land en Skandinavië bedreigd! Het Italiaanse Istituto di Patologia del Libro
heeft daar te lande de bestrijding krachtig ter hand genomen; de Italiaanse
regering investeerde reeds 700 miljoen Ure (ruim 4 miljoen gulden) in deze
strijd. Videant consules nostri! -Over de nieuwbouw van het staatsarchief
te Koblentz handelt staatsarchiefraad Otto graaf von Looz-Corswarem. Het
vorige depot, ook daar gevestigd in een historisch monument met alle voor-
en nadelen van dien, ging in 1944 verloren; als hulpdepot trad de vesting
Ehrenbreitstein op, die vochtig was. Eind 1954 werd met het nieuwe gebouw
begonnen; thans is het bijna voltooid. Het bestaat uit twee parallelle gebouwen,
dienstgebouw (46.85 m lang, 15 m breed, hoog drie verdiepingen van ruim
3 m) en magazijn (50.14 m lang, 19.74 m breed, hoog zes verdiepingen van
2.4 m, verbonden door een tussenstuk van twee verdiepingen, waarin de
toegang is. Het magazijn is opgetrokken uit staalbeton; de ruimte tussen de
wandsteunsels zijn opgevuld met 10 cm sterke glasbouwstenen van 30 x 30 cm,
„deren Verwendung in diesem Ausmasz eine Neuerung darstellen durfte Het
gebouw is „zweckentsprechend ohne Prunkvoll zu sein". Uit de bijgevoegde
afbeelding krijgt men een zeer sympathieke indruk. Over „The National
Register of Archives" bericht H. Murray Baillie, assistent registrar. Dit is een
sedert 1945 in het P R.O. te Londen als onderdeel der Historical Manuscripts
Commission ingesteld bureau dat een overzicht samenstelt van alle in Enge
land en Wales Schotland heeft een eigen dergelijke inrichting aanwezige
archieven buiten die van de staat. Het Register adviseert de eigenaars bij het be
heer en bemiddelde in vele gevallen een depot-overeenkomst met een archief of
bibliotheek, waarbij men naar vereniging van gesplitste archieven streeft. Het
is een belangrijke bron van informatie hierover geworden, doch bewaart zelf
geen dergelijke archieven. Een zeer speciaal onderwerp behandelt dr. M.
Kunath: Die Wort-Abteilung im Lautarchiv des Deutschen Rundfunks. Uit
het literatuuroverzicht vermelden wij een bespreking van het bekende boek
van Brenneke-Leesch door de Frankforter archivaris dr. H. Meinert.
Afl. 4 is aan de 60-jarige Hessische Staatsarchivdirektor dr. G. W. Santé
gewijd. Dr. H. Meinert voornoemd opent haar met een beschouwing „Von
archivarischer Kunst und Verantwortung Dr. F. Knopp geeft „Gedanken zur
Kassation von Steuerakten", dr. M. Miller opent „Neue Wege in der Pflege
des kommunalen Archivguts". De directeur der archiefschool te Marburg/Lahn
dr. Papritz geeft een zeer aantrekkelijk beeld van het instituut der „Gast-
vorlesungen" aan die instelling; Graswinckel, Hardenberg, Sabbe en vele
anderen, zijn hier reeds opgetreden. „Hier wird auch an Europa gebaut, wenn
auch im engen Bereich eines wissenschaftlichen Fachs, so doch mit praktischen
Erfolg". De voorlezingen vallen in vier groepen uiteen: 1) overzichten van de
grote en voor Duitsland belangrijke archiefdiensten in het buitenland, 2) be
grip van opgaven en doeleinden van de archieven der Duitse landen en de
Bond, 3) econ.-historische vraagstukken, 4) archiefwetenschappelijke en -tech
nische kwesties. De lezing van dit belangrijke artikel zij onze leden bijzonder
aanbevolen. Dr. H. L. Mikoletzky (Wenen) schouwt verleden, heden en
toekomst der archiefscholen. „Das Ordnungsprinzip im Archiv des danischen
Auszenministeriums van de Sleeswijker Landesarchivdirektor prof. G. E.
In de berichten lezen wij dat hier ter bestrijding 370000 D.M. is uitgetrokken.