84
BOEKBESPREKING
BUITENLANDSE ARCHIVISTISCHE LITERATUUR
I
Archivum, revue internationale des archives, IV (1954), verschenen eind
1955, brengt een rijke inhoud, verdeeld over vier hoofdstukken: La formation
de l'archiviste; Archives ecclésiastiques; Techniques; L'activité des archives.
Tot slot een wederom uiterst gedocumenteerde ..Bibliographie analitique inter
nationale" betreffende het archiefwezen over 1953, bewerkt als de vorige door
R.-H. Bautier.
In het eerste wordt behandeld de opleiding der archivarissen in Spanje (door
M. Bordonau, inspecteur der archieven te Madrid), Oostenrijk (door P. Gasser,
staatsarchivaris te Wenen), en de Verenigde Staten (door prof. E. Posner).
De aard van beide laatste is grosso modo wel bekend. Nieuw zal voor de
meesten onzer het overzicht zijn van de kerkelijke archieven, dat, in 14 artikelen,
ongelijk van opzet, ongeveer de helft van de bundel beslaat, maar gemakkelijk,
naar landen zowel als kerkgenootschappen, verveelvoudigd zal kunnen wor
den. Zij behandelen: het archiefwezen binnen de Evangelische kerk in Duitsland
(W. Lampe), archieven der United Church in Canada (rev. G. Boyle), Deense
kerkelijke archieven (H. Jörgensen, staatsarchivaris), de Spaanse kerkelijke
archieven (M. Bordonau voornoemd), de archieven der Katholieke kerk in
Frankrijk (B. Mahieu, archiviste aux Archives nationales), de toestand der
kerkelijke archieven in de Volksrepubliek Hongarije (Ivan Borsa, hoofd van
het Centre national des archives), de kerkelijke archieven in Nederland (dr.
A. van der Ven, rijksarchivaris in Utrecht)1), de archieven van de Kerk en
de godsdienstige bewegingen in Zweden (A. Sandberg, provinciaal archivaris),
kerkelijke archieven in Latijns Amerika (Roscoe R. Hill), „Archivum Romanum
Societatis Iesu (Arsi) door pater J. Teschitel S. J., de algemene archieven
van de orde der Minderbroeders (pater B. Pandzic, O.F.M.), de Joodse ker
kelijke archieven in Europa (S. Schwarzfuchs)overzicht van de Joodse ar
chieven in Amerika (S. Stern-Taeubler)en de Muzelmanse archieven in Noord-
Afrika (prof. R. Le Tourneau). De bijdragen zijn in het Frans, Duits of Engels,
behalve die van M. Bordonau (Spaans) en pater Teschitel (Latijn), die door
resumé s toch een ieder toegankelijk zijn.
In de rubriek: Techniques behandelt J. Pieterse: Les archives administra-
tives. Pour l'organisation rationelle des service du courrier, postbehandeling
en hetgeen daar verder aan vast zit t.a.v. de moderne archieven behandelend.
Onder de „activiteit der archieven worden samengevat verslagen van de
eerste „Table ronde des archives", gehouden te Parijs 1-5 april 1954, door
R.-H. Bautier, gewijd aan Archieven en het Onderwijs. Wij hebben daarvan
te juister tijd geen verslag kunnen krijgen, doch mogen alsnog belangstellenden
naar het tijdschrift verwijzen. Verder van het eerste „Congrès Ibéro-Américain
et Philippine des archives, des bibliothèques et de la propriété intellectuelle"
gehouden te Madrid 21-28 okt. 1952, en „The Meeting of Scandinavian ar
chivists in Abo (Finland), 3 aug. 1954, waar met name het vernietigings-
l) Wij treden, uiteraard, hier niet in een beoordeling van dit artikel, maar kun
nen met nalaten op te merken dat naast de Waals-Hervormde gemeenten ook de
en Schotse kerken hadden moeten zijn genoemd. Ook missen wij de N<»d -
Israëlitische kerk, hoezeer deze in belang bij de Portugees-Israëlitische achter
moge staan.
85
vraagstuk werd besproken. -Korte aantekeningen over het nationaal archief
van Cuba (dr. Alpizar Leal) en een beschrijving van het nieuwe „Grande
archivio nazionale d'Italia" (A. Lodolini), gevestigd in de gebouwen, in 1942
gebouwd voor een internationale tentoonstelling in Rome, die tengevolge van
Wereldoorlog II geen doorgang vond.
De aandacht der are hivi sten worde gevestigd op:
De Mededelingen van de krijgsgeschiedkundige Afdeling van de Generale
Staf nr. 3 (oktober 1955), die de algemene inventaris per 1 sept. 1955 bren
gen van dit archief, waarvan het oudste stuk dateert van 1741. De hierin ge
noemde archieven en delen van archieven, welke dateren van vóór 1 jan. 1914,
zijn aan het Algemeen Rijksarchief overgedragen.
Overheidsdocumentatie nov./dec. 1955, waarin de rede van dr. G. W\ A.
Panhuysen over: de taak van de archivaris en zijn houding ten opzichte van
de moderne archieven, voorgedragen op de algemene ledenvergadering van
de S.O.D., uiterst instructief voor dit milieu, doch ook voor velen onzer de
kennisneming ten zeerste waard. Oud-collega N. J. Pabon en de heer J. H.
Bakker opperen bezwaar tegen 2 der Handleiding: een archief is een organisch
geheel, die zij zouden willen vervangen door de volgende formulering: De orde
ning van een archief wordt bepaald door de organisatie van de entiteit van wel
ker werkzaamheid het de neerslag is. Idem jan. 1956, waarin een artikel van
de heer P. Noordenbos: De zaaksgewijze ordening, en beschouwingen van de
heer E. LI. Koot over Vernietiging van archiefstukken, n.a. waarvan mej. W. D.
de Groot in de febr.-afl. terugkomt op de wijze, waarop de „machtiging en
het „proces-verbaal" vermeld moeten worden. Deze afl. brengt verder o.a. een
artikel van prof. dr. G. A. van Poelje over aard en betekenis van de code.
H. B. M. Essink. De archieven van kerkelijk en wereldlijk Orthen.
's-Hertogenbosch, 1954. IV en 58 blz. (gecyclostyleerd)
De in deze inventaris beschreven archieven bevinden zich in twee bewaar
plaatsen: dat van „kerkelijk Orthen" d.w.z. de parochie berust in de R.K.
pastorie aldaar, dat van „wereldlijk Orthen' -de schaarmeesters van het
dorp -in het gemeentearchief van 's-Hertogenbosch, waar het, als gevolg
van de opheffing der lang omstreden zelfstandigheid van Orthen, in de jaren
zestig van de vorige eeuw terecht is gekomen.
De parochiearchieven worden door de bewerker verdeeld in het archief
van de pastoor, dat van pastoor en kerkbestuur, en de archieven van kerkelijke
verenigingen en broederschappen. Die indeling is juist; de eenvoud van de ver
dere onderverdeling wordt bevorderd doordat pastoor en kerkbestuur ge
zamenlijk zowel de. pastorie- als de kerkfabriekgoederen beheerden. Maar bij
het nagaan van die onderverdeling rijzen al spoedig enkele vragen. Uit de
inleiding blijkt, dat de pastoor alle parochiearchieven beheerde; wat is dan de
betekenis van afdeling C van zijn archief (in engere zin): „Stukken vallende