82
83
Ook in „de provincie" werd de inventarisatie krachtig voortgezet. In Gel
derland werden de werkzaamheden aan het hertogelijk archief vervolgd; een
onderzoek werd ingesteld, o.a. te Brussel en te Miinchen, naar de zich in het
buitenland bevindende bronnen voor de Gelderse geschiedenis, waarbij o.m.
nader inzicht werd verkregen over de archiefgeschiedenis van de in 1949 uit
München verworven charters. Inventarissen werden vervaardigd van de ar
chieven, afkomstig van de rentmeesters der v.m. Nassause domeinen in Gelder
land en van de „Renthey" Lymers; ook de ordening van het rechterlijk archief
van het landdrostambt van Zutfen werd voltooid. Van het archief van het Hof
werd de voorlopige inventaris afgewerkt, zodat dit hoogst belangrijke archief
nu beschikbaar is voor onderzoek en studie. In Utrecht werd de herziening
der kapittelarchieven voortgezet. De inventaris van de archieven der ge
westelijke besturen van Zeeland 1799—1810 werd voltooid door de afgetreden
rijksarchivaris; de nieuw-opgetredene nam de beschrijving van de prefectuur
van het departement van de Monden van de Schelde 1810—1814 ter hand.
Ook in Overijsel werd de inventarisatie van het Statenarchief en van de rech
terlijke archieven van Twente voortgezet; die van het Provinciaal Bestuur
van Limburg 18151861 kwam gereed. De herziening van de voorlopige in
ventaris van de archieven der landen van Overmaas werd voortgezet.
Huis- en familie-archieven van belang vermelden de verslagen van Gelder
land (Keppel (voltooid)), Utrecht (Beverweerd (alsv.)), Huydecoper (bijna)),
Overijsel (Van Ittersum (voortgezet)) en Zeeland (Van der Poest Clement
(voltooid)
De bewerking van de retroacta van de B. S. in Noord-Brabant werd voort
gezet tot Oirschot; in Overijsel werd de bewerking der B. S.-archieven ver
volgd. In Friesland werd voortgegaan met de copiëring der oude doop- en
lidmatenboeken, die onder het beheer van kerkelijke functionarissen zijn ge
bleven; het rijksarchief in Noord-Brabant verwierf microfilms van c. 500
doop- enz. boeken, die in het archief van het bisdom Den Bosch en op de
R.K. pastorieën der bisdommen Breda en Den Bosch berusten. Ook het rijks
archief in Zeeland verwierf dergelijke films voor een tiental parochies in het
Zeeuwse deel van het bisdom Breda.
De omwerking van de voorlopige beschrijving der notariële archieven, be
waard in het rijksarchief in Limburg, tot een definitieve inventaris werd ter
hand genomen; de ordening vond plaats volgens de alfabetische opeenvolging
van de standplaatsen der notarissen en onder deze volgens chronologisch mo
tief. Aan de notariële archieven zijn in afzonderlijke afdelingen toegevoegd
de stukken, welke werden opgemaakt door landmeters, secretarissen, pastoors
en getuigen, en waarvan het karakter met dat van notariële akten overeenkomt.
Van de bijzondere archieven vermelden wij de voltooiing van de inventari
satie van het archief der Gezamenlijke Compagnons der Opsterlandse en
Ooststellingwerf se Venen en Vaarten, aanwezig in het rijksarchief in Fries
land. Voor de overige inventarisatie-bezigheden mogen wij belangstellenden
naar de Verslagen zelf verwijzen.
Ook aan indicering is op diverse rijksarchieven zorg besteed. In Noord-
Holland werd een aanvang gemaakt met de behandeling der notariële archieven
(door te werk gestelden); begonnen werd, gezien het grote belang in econo
misch opzicht van de Zaanstreek, met de protocollen van Zaandam en de
Zaandorpen. De indicering der retroacta van de B. S. werd, als vorige
jaren, op het A.R.A. (3e afd„ Zuid-Holland) krachtig voortgezet gereed
kwamen klappers der huwelijken over 1736—1755 geheel, over 1716 1735
vrijwel, terwijl een aanvang werd gemaakt met die over 1695—1715. In Zee
land werd een begin gemaakt door een tewerkgestelde) met de vervaardiging
van nieuwe 10-jarige tafels op de registers van de B.S. ter vervanging van de
in 1940 verloren gegane. Daarbij bleek al spoedig dat de jaarlijkse tafels, die
als basis voor de samenstelling dienden, geen onbeperkt vertrouwen verdienen,
thans wordt uitgegaan van de akten zelf.
T.a.v. de aanwinsten kan vóór alles op de overneming der registers B.S.
1843—1882 worden gewezen, die krachtens het K.B. van 17 aug. 1954 van de
rechtbanken naar de rijksarchieven moeten worden overgebracht. Het A.R.A.-
verslag vermeldt hierover nog niets; evenzo dat van Gelderland en van Drente.
In Overijsel was voor overneming geen ruimte; in Limburg zijn de registers,
ten dele reeds in 1952 overgenomen, thans compleet, doch behoorlijke berging
is nog niet mogelijk. In Utrecht is de overneming voor een gedeelte geschied;
in de overige provincies is daarmee nu een begin gemaakt. V/at de overige
aanwinsten betreft worde gemeld dat naar het A.R.A. het archief van de
Raad van State 1814—1914 is overgebracht; opmerkelijk is de lange lijst van
gemeenten waarvan nog rechterlijke en weeskamerstukken, retroacta B.S. enz.
zijn overgenomen. Aan de uitvoering der betreffende besluiten heeft destijds ken
nelijk nog wel wat ontbroken. Een ruilovereenkomst met de gemeente 's-Gra-
venhage bracht een aantal oorkonden van geestelijke instellingen in het archief
van het Geestelijk kantoor te Delft terug. -Ook in Noord-Brabant, waar de
ruil met België winst bracht, werden nog schepentrouwboeken overgenomen
één zelfs door een particulier geschonken! en retroacta van Roosendaal,
door de abdij van Tongerloo in ruil afgestaan. De laatste paraisseren ook onder
de „verliezen"; zij zijn aan het gemeentearchief van Roosendaal in bewaring
gegeven. Van belang is ook de verwerving van de kaartverzameling der land
metersfamilie Adan (ca. 1740c. 1840). De rijksarchivaris in Noord-Holland
wist door een extra-krediet een belangrijke collectie charters aan te kopen, die
oorspronkelijk deel hebben uitgemaakt van het ai chief der heerlijkheid Callands-
oog, waarmede zij nu weer zijn verenigd. -Het rijksarchief in Friesland ont
ving een groot aantal kerkelijke archieven in bewaring; hun gedetailleerde
enumeratie vormt a.h.w. een inventaris. Ook dat in Groningen nam kerkelijke
archieven in bewaring. Van bijzondere aard is de belangrijkste aanwinst
van het rijksarchief in Drente: het archief der N.V. Drentsche Veen- en
Middenkanaal Maatschappij in liq., 1854 vlg., een belangrijke bron voor de
bestudering van de 19e-eeuwse economische geschiedenis dezer provincie.
In zake de gebouwen vermelden wij, tenslotte, dat de rijksarchiefdienst in
Zeeland eindelijk de beschikking heeft herkregen over de kamers, die in 1940
werden verwoest. De rijksarchivaris in Friesland daarentegen kreeg het steeds
moeilijker: het Kanselarijgebouw is veel te klein geworden, en voor huisvesting
elders van de Prov. Bibl. van Friesland is nog steeds geen oplossing gevonden.
Naar wij vernamen is van gezaghebbende zijde de wens te kennen gegeven
de Verslagen wat aantrekkelijker te maken. Inderdaad, ze zijn wat saai. Maar
uitermate nuttig, allereerst voor ons maar, naar wij menen, toch ook wel voor
buitenstaanders, zoals uit het bovenstaande blijkt. Misschien zullen die over
1955 dan ook nog aantrekkelijk zijn.