KRONIEK*
118
BIJLAGE.
Arndt (W.), Schrifttafeln zum Gebrauch bei Vorlesungen und zum Selbstunter-
richt. 4. Druck v. M. Tangl. Berlin, 1904—'06. (Hiervan alleen het eerste deel
gebruikt)
Brackmann (Albert), Papsturkunden (in: G. Seeliger, Urkunden und Siegel in
Nachbildungen für den akademischen Gebrauch II). Leipzig u. Berlin, 1914.
Brugmans (H.) en O. Oppermann, Atlas der Nederlandsche Palaeographie
's-Gravenhage, 1910.
Chróust (A.), Monumenta palaeographica. Denkmaler der Schreibkunst des Mit-
telalters. Hrsg. von H. Schnorr von Carlsfeld u. A. Chroust, Fortges. v. Harranowitz.
München u. Leipzig, 18991938. (Van de 2e serie alleen de stukken 10501125).
Ehrle (F.) et P. Liebaert, Specimina codicum latinorum Vaticanorum (Tabulae
in usum scholarum ed. H. Lietzmann 3). Bonnae, 1912.
Flammermont (Jules), Album paléographique du Nord de la France. Lille, 1896.
Geyn (J. van der), Album Beige de Paleographie. Jette-Bruxelles, 1908
Musée des archives départementales, recueil de facsimiles héliogr'aphiques tirés
des archives des préfectures, mairies et hospices. Paris, 1878.
Palaeographical Society (The) and The New Palaeographical Society, Facsimiles
of ancient manuscripts. London, 18731932.
Pirenne (H.), Album Beige de Diplomatique. Jette-Bruxelles, 1909.
Reusens (E. H. J.), Eléments de Paléographie. Louvain, 1899.
Steffens (Franz), Lateinische Palaographie. Trier 19092.
Sybel (H. von), und Th. von Sickel, Kaiserurkunden in Abbildungen, 1880'91.
Vercauteren (Fernand), Actes des Comtes de Flandre, 1071—1128. Bruxelles, 1938.
119
BUITENLANDSE ARCHIVISTISCHE LITERATUUR
II
Der Archivar 1954 afl. 1 brengt het vervolg der referaten, gehouden op
de 32e Duitse Archivtag in September 1953. Prof. Santé besprak de positie
der archieven tussen administratie en wetenschap: dr. E. von Lehe bekeek
die kwestie met name t.a.v. de drie Hanzesteden. Hun belang gaat boven
de Duitse verhoudingen uit. Dr. Bellee beschrijft de ondergang van het
Pruisische Geheime Staatsarchief te Berlin-Dahlem in de oorlogsjaren. Bij
de reconstructie heeft het echter zijn naam ingeboet. -Begonnen wordt
met de publicatie van archiefverordeningen en -richtlijnen in het gebied der
Duitse Bondsrepubliek, welke in afl. 2 wordt voortgezet. Deze brengt verder
een aantal opstellen over mikrofilm in archiefwezen en, bestuur, waarvoor
wij naar het tijdschrift zelf mogen verwijzen. Onder het opschrift: Warum
Betriebsarchive?, wordt een rondschrijven der vereniging van K. v. K. in Nord
Rhein-Westfalen aan de kamers in dat rayon gepubliceerd, waarin op het
belang van de bewaring van archieven der bedrijven zowel voor deze zelf
(bewijsmateriaal bij processen, documentatie voor de lijnen der bedrijfsvoering,
gegevens voor jubileumpublicaties) als voor de beoefening der economische
geschiedenis wordt gewezen1). Een archiefplan wordt overgelegd, opgebouwd
naar het decimale stelsed, welk plan ten doel heeft „einen Ueberblick über die
wichtigsten Gesichtspunte bei der Anlage von Betriebsarchiven zu geben".
Het literatuuroverzicht brengt belangrijke gegevens over de publicatie van
archiefinventarissen in Beieren en een uitvoerig referaat van de Archivmitteilun-
gen der Duitse Demokratische Republiek.
In afl. 3 begint een bibliografie betreffende het archiefwezen 1945,1952,
samengesteld door dr. Gisela Vollmer, hoofdzakelijk in Duitsland, benevens
de belangrijkste publicaties in de naburige landen; zij wordt in afl. 4 ver
volgd. -Gunter von Roden publiceert gegevens over verliezen en verwoesting
door oorlogshandelingen van niet-staats archief goed (Stifts-, gemeente-,
familie-archieven) in Oostenrijk. ,,Bildstücke im Archiv", met name kaarten,
behandelt dr. K. Blaschke, een probleem speciaal in Dresden, waar niet min
der dan 25000 kaarten uit vier eeuwen worden bewaard. In het litera
tuuroverzicht bespreekt J. König de in 1952 hier te lande uitgegeven inven
tarissen van rijksarchieven; het „Overzicht" wordt, met een licht-kritische
opmerking over de doorgevoerde centralisatie, door dr. Gisela Vollmer
aangekondigd. Een nieuwe rubriek „Verschiedenes" wordt geopend, waar
in o.a. een mededeling over de inrichting van een gigantisch archiefdepot
Op p. 71 hiervóór r. 15 v.b. staat dat door mej. dr. Maris een index op de
leenactenboeken van het Nedersticht is voltooid. Lees: een repertorium op de
leenactenboeken alsv. uit het „landsheerlijke" tijdvak. (13941581).
A Van bijzonder belang is de mededeling in afl. 3 over „Firmengeschichte und
Werksarchive" in Frankrijk. Daar kunnen alle ondernemingen na afloop der wet
telijke termijnen haar archieven aan de staatsarchieven geheel of in leen afstaan.
Deze dragen de kosten voor bewaring en eventueel van de vervaardiging van
mikrocopieën, waarvan een afdruk door de ondernemingen kan worden verkregen.