77
7 b
Opmerking verdient een mededeling uit Overijsel: de retroacta van Steen-
wijk werden eindelijk overgedragen, waardoor alle daarvoor in aan
merking komende retroacta ook in deze provincie onder archiefbeheer zijn
gebracht. De rijksarchivaris in Limburg strekte zijn zorgen uit ook over
de zgn. dubbelen van de B. S. van na 1842, waarvoor nog geen regeling is
getroffen. Wegens nijpend gebrek aan ruimte in de archiefbewaarplaatsen
van e rechtbanken te Maastricht cn te Roermond werden de registers van
li T enimet 1882 ovcr9enomcn; de griffiers echter blijven voorlopig als
beheerders fungeren. J
Huis- en familie-archieven werden in het bijzonder in Gelderland Over
ijsel en Utrecht bewerkt. De rijksarchivaris van Gelderland - het staat er
1P' verv°fgde de inventarisatie van het archief van het Huis Keppel,
die in Overijsel dat van de havezate Eerde bij Ommen; de meeste bescheiden
betreffen twee uitgestorven takken der familie Bentinck. In Utrecht werd
,°,r de volontair drs Hovy de inventaris voltooid van het archief der vm
ridderhofstad Lockhorst en die van het huis Beverweerd begonnen. De
oofdarchivist Steur aan dit depot voltooide de inventarisatie van het familie-
kernei De Geer en de zich daarin bevindende archivalia betreffende de heer
lijkheid van het Over- en Nedereinde van Jutphaas; de volontair Leverland
inventariseerde het archief der familie De Malapert.
Voor de voortzetting van reeds ondernomen en voor nieuw opgezette ver
dere inventarisatie mogen wij belangstellenden naar de Verslagen zelf ver
wijzen. Belangrijk nieuws komt uit Groningen: de scheiding van rijks- en
gemeente-archieven werd dit jaar voltooid. En in Noord-Holland werd een
plan ontworpen tot fichering van de notariële archieven, zowel op de per-
soonsnamen cils ook op de onderwerpen.
Wat de belangrijkste aanwinsten betreft kan worden vermeld de ver
werving van het zeer belangrijke huisarchief Hackfort door het Rijksarchief
in Gelderland. Dat in Zeeland verkreeg de archieven der Doopsgezinde ge
meenten Aardenburg en Vlissingen in bewaring, waardoor thans alle Doops
gezinde archieven in die provincie onder één beheer zijn.
Bij de „bemoeiingen met gemeente-, waterschaps- en andere archieven in
i C pr°vlncic trof ons de mededeling van de rijksarchivaris in Noord-Hol-
an,; f3* °p zlJ'n advies G S- dier provincie een aanschrijving hebben ge
richt tot het gemeentebestuur van Heer Hugowaard, dat in gebreke bleef
maatregelen te treffen tot het brengen van verbetering in de bewaring van
archief en lopende administratie, waarin werd medegedeeld dat, indien de
gemeente in haar houding volhardt, overgegaan zal worden tot het treffen
van maatregelen als bedoeld in art. 18 der Archiefwet-1918. Naar wij menen
zou dit de eerste maal zijn, dat hiertoe werd overgegaan.
In de laatste jaren vertonen de Verslagen een opmerkelijke uniformiteit
Daarom treft te meer de verscheidenheid t.a.v. deze paragraaf; de mede
dingen varieren van hoogst summier tot zeer uitvoerig. Enkele Alae-
meen Rijksarchief voor Zuid-Holland, Noord-Brabant, Zeeland, Overijsel
volstaan met vermelding van de controle over de door het betreffende de
pot aan gemeenten in bewaring gegeven archieven; voor de overige gewesten
worden of zeer (Groningen) óf tamelijk beknopt (Noord-Holland,' Utrecht
ovendien archivistisch belangrijke opmerkingen over het huisarchief Har-
denbroek), Friesland, Drente en Limburg) óf vrij uitvoerig (Gelderland) de
provinciale inspectieverslagen weergegeven. Ware ook ten aaanzien hiervan
niet meer eenheid -en dan in eerstgenoemde zin -te betrachten?
BUITENLANDSE ARCHiVISTISCHE LITERATUUR
I
De Mitteilungen des Oesterreichischen Staalsarchivs brengen zowel ar-
chivistische als historische bijdragen. In Band IV (1951) bespreekt prof.
dr L. Santifaller de oudste oorkonde van het Oostenrijkse Staatsarchief,
een diploma van Lodewijk de Vrome van 816 voor de kerk van Salzburg,
dat door schr. uitvoerig wordt besproken cn gepubliceerd. Gerhard Zimmer -
mann publiceert het „Denkschrift iiber die besondere Richtung der Archive
zu wissenschaftlichen Zwecken und ihr wechselseitiges Verhaltnis zu der
Akademie der Wissenschaften in dieser Beziehungop aanmoediging van
Von Hardenberg in 1823 door Karl Heinrich Ritter von Lang opgesteld.
Uit archiefbescheiden opgebouwd zijn de historische artikelen van Edith
Kotasek: Die Privatkorrespondenz des Feldmarschalls Grafen Lacy mit Ma
ria Theresia und Joseph II (met o.a. de merkwaardige bekentenis der kei
zerin, dat zij zich schaamde door de eerste Poolse deling in het bezit van
Galicië gekomen te zijn), en van P. K. Enepekides ever onderschepte Griekse
brieven en berichten over het uitbreken van de Griekse opstand in 1821.
Bij de Archivberichte o.a. een overzicht over het archiefwezen der Unie
van Zuid-Afrika door de hoofdarchivaris der Unie Coenraad Beyers. Een
uitvoerig literatuurbericht betreffende archiefwezen in Oostenrijk en in het
buitenland, boekbesprekingen en „Zeitschriftenschau" besluiten de bundel
Uit de inhoud van Band V (1952) worde het artikel vermeld van Hanns
Bachmann: Zum Urkundenwesen der drei bayerischen Landgerichte Kuf-
stein, Kitzbtihl und Rattenberg im 14. Jahrhundert. Anna Coreth bespreekt
de merkwaardige Orde van de Kannen, een matigheidsorde, die door Ferdi
nand I van Aragon cn Kastilië is gesticht, vermoedelijk in 1403. Haar leden
vormden de „Gesellschaft mit der Stola und den Kanndeln und dem Grei-
fen", die op het eind der 16e eeuw verdwijnt. De Oostenrijkse algemene
rijksarchivaris dr L. Santifaller levert „Beitrage zur neueren Geschichte aus
dem Oesterrcichischen Staatsarchiv", nl. inzake het niet plaats gehad heb
bende bezoek van keizer Frans jozef aan Rome in 1903, en over een on
regelmatigheid bij de overlijdensaangifte van paus Leo XIII in hetzelfde
jaar. Voor „Ordenskunde" als historische hulpwetenschap pleit Erwin Auer.
Meer op archieftechnisch gebied zijn de bijdragen van O. T. Winter:
Der Bestand „Archivbehelfe" des Wiener Haus-, Hof- und Staatsarchivs
(betreft de geschiedenis en samenstelling van het archief en de stand van
inventarisering cn indicering), van mevr. Weinzierl-Fischer over tentoon
stellingen van archivalia, zowel in het archief zelf als door deelneming daar
buiten. Walter Pillich schrijft over de zegelstempelverzameling van de Duitse
Orde. Georg Winter (Koblenz) doet een korte mededeling over het Bonds-
archief van de jonge Bondsrepubliek Duitschland, H. L. Mikoletzky over
de stedelijke archieven van Londen, bestaande uit twee delen: het Corpora
tion Records Office, 1462 voor het eerst genoemd. 1829 gereorganiseerd en
onder beheer van de Town Clerk, en de Guildhall Library Muniment Room,
in 1824 gesticht. Het eerste omvat het eigenlijke stadsarchief, het laatste