74 KRONIEK pers moeten zij een kleinigheid betalen, nl. per soort door hen gebruikte klap per f 0,50 per dag met een maximum van f 1.50 per dag). Toch blijf ik voortdurend bedacht op het aanbrengen van verbeteringen en aanvullingen. Zo is één der te mijnen burele werkzaam gestelde z.q.n. „werkloze hoofdarbeiders" (een m.i. allerongelukkigste aanduiding van deze categorie werklozen), voor wie het wegens zijn gebrekkige lichamelijke toe stand en beperkte verstandielijke vermogens uiterst lastig bleek passende arbeid te vinden, sedert enige weken bezig met het vergelijken van de doop fiches (voorlopig alleen die op de Hervormde doopboeken uit de 18e eeuw) met de klappers op de huwelijksboeken. Blijken de ouders van een of meer dopelingen (de fiches betreffende doop- ïnschrijvingen der kinderen van eenzelfde echtpaar staan in de laden chro nologisch bijeen) te Dordrecht gehuwd te zijn, dan wordt op de eerste (vol ste) doopfiche aangetekend: H(uwelijk), gevolgd door de datum daarvan, b.v. 2-5-J-1772. In de klappers op de huwelijken wordt de datum van dat huwelijk met potlood onderstreept. Men kan dus, als dit werk is voltooid in de klappers op de te Dordrecht gesloten huwelijken zien, of uit een be paald huwelijk kinderen aldaar gedoopt zijn, en in de klappers op de dopen, of de ouders van een kind (kinderen) uit een bepaald huwelijk te Dordrecht zijn gehuwd. Een ander, tot nu toe niet systematisch, doch telkens wanneer daartoe aanleiding bestaat (doordat de fiches in kwestie geraadpleegd worden) on dernomen werk (je) is het op de doopfiches aantekenen van het jong over lijden van kinderen. Ieder onzer weet uit ervaring, dat de kindersterfte vooral onder zuigelingen en heel jonge kinderen, in vroeger eeuwen, gemeten met de maatstaf, die wij thans plegen aan te leggen, ontstellend groot is geweest: telkens blijken uit een bepaald huwelijk twee, drie, vier of meer kinderen met dezelfde voornamen te zijn gedoopt. In 99 van de 100 gevalkn kan men dan aannemen, dat alleen het laatste kind, dat die voornaam ge- Tegen heeft, is blijven leven en dat de vorige jong zijn overleden: het laatste met die voornaam voor het in leven gebleven kind vóór de doopdatum daar van, het kind met diezelfde voornaam voor eerstgenoemd kind vóór de doopdatum daarvan, enz. Treft iemand van het archiefpersoneel dus uit een bepaald huwelijk in een lade met doopfiches fiches aan, waarop uit hetzelfde uwelijk kinderen met dezelfde voornaam voorkomen, dan wordt op de oudere doopinschrijving(en) betrekking hebbende fiche(s) het teken f qe- p aatst, gevolgd door de datum van de doopinschrijving van het volgend kind met diezelfde voornaam uit hetzelfde huwelijk. J. J. BEYERMAN 75 DE VERSLAGEN OVER 1952 Later dan wij in de laatste jaren gewend waren begin 1954 ver schenen de Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven over 1952. Ouder ge woonte delen wij daaruit het voornaamste mede. In zijn algemeen verslag herinnert de Algemene Rijksarchivaris naast bunker Schaarsbergen, ruil archiefstukken met België e.d. punten, waarvan hier t.z.t. reeds melding is gemaakt aan de tentoonstelling tc Delft ter gelegenheid van het 150-jarig jubileum van het Rijksarchief; afbeeldingen houden daaraan de herinnering levend. Aangezocht lid te worden van een commissie, welke de mogelijkheid zal onderzoeken van de oprichting van een centrale instantie, die oprichting van een landelijk, subsidiair enkele regionale, krantendepöts beoogt, hield de Algemene Rijksarchivaris een enquête naar eventueel krantenbezit in de verschillende rijks- en gemeente-archieven; het bleek, dat vooral in de laatste tamelijk veel kranten bewaard worden. Inzake de voortgang der inventarisatie aan het Algemeen Rijksarchief kan worden vermeld, dat mr Hardenberg die van de archieven der Staten- Generaal voortzette, die thans zover gevorderd is dat de voltooiing nog slechts wacht op de nieuwe beschrijving der Loketkas, de Secrete kas, en de tracta- ten en ratificaties. Mevr. Meilink-Roelofsz kwam grotendeels klaar met de beschrijving van het hoofdbestanddeel van het archief der Kamer Zeeland der O.I.C. De heer Japikse zette de bewerking van het familie-archief Fagel voort; het leeuwenaandeel daarvan wordt gevormd door de archivalia van de griffier Hendrik Fagel 17061790)Een definitieve beslissing over verschillende archieftechnische moeilijkheden kan pas genomen worden, na dat de nieuwe beschrijving van het gehele familie-archief voltooid zal zijn. Mr Van 't Hoff zette de beschrijving van het archief van de raadpensiona ris Gaspar Fagel voort; de correspondentie is nu voorlopig beschreven. Drs Fox zette de bewerking van het archief der grafelijkheidsrekenkamer voort; het bleek dat H. Swaan, grifier der lenen, later ambtenaar bij het do- meinbeheer, in beide functies verschillende archivalia tot zich had getrokken, die niet als afzonderlijke collectie-Swaan gehandhaafd behoorden te worden, doch met de Rekenkamer der Domeinen van Holland herenigd moesten worden. In „de provincie" bleven de bestuursarchieven aan de orde, die van het Zutfense kwartier in Gelderland, die uit de Bataafse cn Franse tijd in Zee land en Overijsel. In Limburg werd de inventarisatie van de archieven van het provinciaal bestuur over de jaren 18151861 door mej. Nuyens voort gezet. Ook de inventarisatie van de retroacta van de B. S. vond voortgang in Noord-Brabant, Noord-Holland (waar men die in 1953 hoopt te voltooien) Friesland, Groningen (waar een klapper op alle trouwboeken over 1750-^ 1811 gereed kwam), Drente en Limburg; die van de drie laatste zijn inmid dels in druk verschenen. De rijksarchivaris in Friesland richtte in verband met deze beschrijving tot de kerkgenootschappen het verzoek ter verifiëring de onder hen berustende retroacta op het rijksarchief te deponeren, doch slechts een klein deel. der beheerders gaf hieraan gevolg. Het bleek, dat over het algemeen de verzorging van de bij dc kerkbesturen berustende ar chivalia niet ideaal te noemen is. Een aantal dezer registers werd ten rijks - archieve gccopieerd; dc fichering der Francker retroacta werd bijna voltooid.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1954 | | pagina 14