BERICHTEN
Jhr. dr D. P. M. Graswinckel.
41
ALGEMEEN
Afscheid Jhr dr D. P. M. Graswinckel.
Wegens het bereiken van de leeftijdsgrens daags tevoren legde 31
October 1.1. jhr dr D. P. Mf. Graswinckel de functie neer van Algemeen Rijks
archivaris, die hij sinds 1 Jan. 1946 had bekleed.
Op zijn verjaardag werd hij door het personeel van het Algemeen Rijks
archief gehuldigd, waarbij zich dat van het Bureau der Rijkscommissie voor
Vad. Geschiedenis, in het Rijksarchief gevestigd, aansloot. Als hun aller tolk
bracht mr B. van 't Hoff, archivaris, hoofd der 3e afd., de gevoelens van
dankbaarheid en van weemoed beide over, die allen bezielden, van dankbaar
heid omdat de nu achter ons liggende jaren een tijdvak van opgang en bloei
voor archiefwezen en Algemeen Rijksarchief zijn geweest en dit voor een
goed deel aan de jubilaris is te danken, van weemoed voor het personeel, dat
hem voortaan niet meer als dagelijks leider zal zien, doch ook voor jhr Gras
winckel zelf, die een belangrijke levensperiode afsluit, hoewel hij nog vol
komen in staat en bereid zou zijn zijn taak voort te zetten.
Vervolgens memoreerde spr. de voornaamste gebeurtenissen uit des jubilaris
ambtsperiode en wees op zijn leidersgaven en mensenkennis, waardoor steeds
in het Algemeen Rijksarchief een uitstekende geest heerste. Daar de band niet
geheel gebroken zal worden, hopen de bewoners van Bleyenburg 7 nog vaak
van de adviezen van jhr Graswinckel gebruik te mogen maken. Namens de
aanwezigen bood spr. ten slotte aan de jubilaris twee geschenken aan, een
„gewoon verjaarscadeautje", nl. een zilveren sigarettenkoker als herinnering
aan een van zijn eerste bestuursdaden, de opheffing van het rookverbod, en
daarnaast een afscheidscadeau, een album met foto's, vervaardigd door „on
ze" fotograaf Pool en gebonden in lichtrood schapenleer, dat voor de af
tredende een blijvende herinnering zal zijn aan het Algemeen Rijksarchief.
Daarna sprak dr A. J. Veenendaal, directeur van het Bureau der Rijkscom
missie voor Vad. Geschiedenis, als een gast tot zijn scheidende gastheer. Ot
nog liever wilde hij de verhouding zien als die van een inwonend familielid
tot de hoofdbewoner. En hoewel inwoning een verschijnsel is met een heel
slechte reputatie, was het spr. een groot genoegen te constateren dat er in dit
oudste geval van inwoning de beste verhouding is, die men zich denken kan.
en hij bracht hulde aan de tact van ihr Graswinckel als gastheer. Hij was
veel meer dan alleen een hoffelijk gastheer, hij was iemand die altijd gereed
stond als men om advies of hulp vroeg. Namens het Bureau bracht spr. de
scheidende functionaris dank voor alles wat hij voor het Bureau gedaan had
en wenste hem nog vele gelukkige en met arbeid gevulde jaren toe.
Jhr Graswinckel dankte de sprekers voor hun woorden en voor de aange
boden geschenken. Hij onderstreepte de mening van mr Van 't Hoff dat er
steeds over en weer een goede geest heeft geheerst en zeide tot dr Veenen
daal dat hij het bureau van de R.G.P. steeds als een zeer gewaardeerde gast,
liever nog als een lid van de archiefgemeenschap had beschouwd, al had
de capaciteit van het niet bepaald doelmatig gebouwde gebouw hem vaak
zorgen gegeven.
Na op 30 October te zijn uitgeluid door het personeel van het Algemeen
Rijksarchief, werd jhr Graswinckel den volgenden dag n.a.v. zijn aftreden