40 Eileen M. Attree, The closer Union movements between the Orange Free State, South African Republic and Cape Colony 1838—1863. De eerste schrijver tracht zijn onderwerp, dat te voren reeds van Engelse en Duitse zijde was behandeld, nu van het gezichtspunt van de Boerenrepu blieken te benaderen, hierbij gebruik makend van het archiefmateriaal in het staatsarchief te Pretoria. Het zeer lijvige, tot in de kleinste details afdalende werkstuk van Midgley, waarvoor een uitgebreid onderzoek is verricht in de archieven van Bloemfon tein en Kaapstad, doet blijken van schrijvers voorkeur voor het Britse aan sluitingsstandpunt. Vrijwel hetzelfde onderwerp, maar nu van de zijde der Trekkers gezien, heeft M. C. E. van Schoor, daarbij steunend op vrijwel hetzelfde bronnen materiaal in leesbaarder vorm tot een M. A. thesis bewerkt, gepubliceerd in Argiefjaarboek 1950 II, Politieke groeperinge in Transgariep. Dit jaarboek 1950 bevat voorts een voor heraldici belangrijke bijdrage van de hoofdarchivaris der Unie Dr Coenraad Bevers over het wapen van de Zuid-Afrikaanse Republiek, met tal van afbeeldingen. Verder worden deze beide delen gevuld met verschillende M. A. theses. Die van H. A. Heyns levert een bijdrage tot de kerkgeschiedenis van Zuid- Afrika met als centrale figuur een bekende Kaapse predikant uit de eerste helft van de 19e eeuw, Abraham Faure. Uit de zendingsgeschiedenis van Zuid-Afrika heeft D. J. Kotze zich zijn onderwerp gekozen met een studie over de eerste mislukte Amerikaanse zen ding onder de Matabeles. De institutionele geschiedenis van de Kaapkolonie verschafte FA. van Jaarsveld stof voor zijn thesis over Die Veldkornet en sij aandeel in ctie opbou van de Suid-Afrikaanse Republiek tot 1870, een vooral ir; de grensgebieden uiterst belangrijk ambt, ontstaan in de tijd van de V.O.C. uit een officiersrang bij de burgerdienstplichtigen, gekozen door de wijkgenoten zelf, met een steeds meer omvattende taak van bestuurs- en rechterlijke functies. De studie van C. J. Barnard over Robert Jacob Gordon en die van S. D. Naudé over de Independent Fiscaal Willem Cornelis Boers, zijn beide uit sluitend gebaseerd op bronnenmateriaal in Zuid-Afrika. In dit tijdschrift is reeds meer gewezen op het feit, dat men in de Unie nog te weinig ge lukkig zijn er goede uitzonderingen rekening houdt met de archivalia, die zich in Nederland bevinden. Gemakkelijk toch zouden inlichtingen en des noods microfilmopnamen te verkrijgen zijn geweest. Zowel wat Gordon be treft men denke slechts aan het van hem afkomstige kaartmateriaal als over Boers, wiens geschiedenis, i.e. de kwestie van zijn ontslag, zich ten dele in Nederland afspeelt, was een aanvullend onderzoek in het Compagniesarchief noodzakelijk geweest. M. A. P. MEILINK—ROELOFSZ

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1954 | | pagina 24