DANKBAAR, MAAR NIET VOLDAAN*)
16
in bestaande toestanden heeft hij het bepaald niet getroffen dat hij van zijn
eerste tot zijn laatste ambtsjaar voortdurend met allerlei instanties heeft
moeten worstelen om te trachten verbetering te verkrijgen in de reeds bij zijn
opixeden in 1928 meer dan onvoldoende huisvesting van de archiefdienst. Dat
hij dit probleem geen stap nader tot een oplossing heeft kunnen brengen terwijl
de inwendige desorganisatie van de dienst dientengevolge met de dag toe
nam, heeft hem wel verdriet, maar toch heeft hij nimmer van de mogelijk
heden, welke de Archiefwet hem bood, gebruik willen maken, terwijl reeds de
gedachte aan een Commissie van bijstand uit de Raad hem met de vrees
vervulde van spoedig geen baas in eigen huis meer te zullen zijn.
Meer en meer zocht en vond hij in de loop der jaren geestelijke afleiding
en troost voor zijn ambtsmoeilijkheden in zijn arbeid voor de Doopsgezinde
gemeente. Toen hij in de jaren direct na de oorlog bovendien een drietal
operaties had moeten ondergaan, waardoor hij lichamelijk zeer was verzwakt,
verminderden zijn bemoeiingen met de archiefproblemen begrijpelijkerwijze nog
meer. Vrij spoedig na zijn aftreden is hij bedlegerig geworden totdat na een
langdurig en hevig lijden de dood zich op 24 Juli 1.1. over hem heeft ontfermd.
Zijn medewerkers ten archieve zullen aan zijn charmante persoonlijkheid steeds
de meest prettige herinnering bewaren, vriendelijk en opgeruimd als hij zich
steeds jegens ieder van hen heeft betoond.
J W. F. H. OLDEWELT.
17
Toen de redacteur van het Nederlands Archievenblad mij vroeg een be
spreking te leveren van de nieuwe archiefgids heeft hij stellig de bedoeling
gehad onder de archiefbeheerders een archiefgebruiker aan het woord te
laten. In die geest schrijvend, begin ik dan met mijn blijdschap te uiten over
dit nieuwe hulpmiddel, dat onder hetgeen ons tot dusver ten dienste stond
zijns gelijke niet heeft. Er bestond voor het Algemeen Rijksarchief een over
zicht van 1927, waarvan ik de Engelse vertaling van 1932 geregeld gebruik,
omdat die gemakkelijk afzonderlijk verkrijgbaar was, toen ik aan zo iets
behoefte gevoelde. Het is een typografisch niet erg geslaagd boekje, waarin
het moeilijk is de weg te leren en nog moeilijker te vinden wat men zoekt.
Reeds in verzorging en indeling is het nieuwe boek een grote verbetering.
Er waren verder overzichten van de inhoud van de Rijksarchieven in Gelder
land en in Noord-Holland, die ik niet ken uit het gebruik, en een Archiefgids
van Overijsel door dr W. J. Formsma, waarin ook de bezittingen van het
Rijksarchief in die provincie worden opgesomd volgens een systeem, dat in
veel overeenkomt met dat van het nieuwe algemene overzicht.
De gids van Formsma, die de Algemene Rijksarchivaris in zijn voorwoord
niet noemt, heeft al het voordeel van een goede index, die nu ook één van
de gelukkige onderdelen van het nieuwe boek uitmaakt. Veel hulpeloos zoe
ken wordt nu voorkomen, hetgeen m.n. bij de verzamelingen van bijzondere
herkomst van het A. R. A. veel tijd bespaart, want daar is het niet altijd
op het eerste gezicht duidelijk in welke afdeling men b.v. een familie-archief
moet zoeken. Het overzicht van 1927/1932 gaf daardoor vaak ergernis. Nu
wijst de index dadelijk de weg en daardoor heeft men er zelfs weinig last
meer van dat in het overzicht van de Tweede afdehng de persoonlijke ar
chieven binnen de rubrieken nog altijd niet alfabetisch gerangschikt zijn, zoals
overal elders wel.
De nieuwe algemene index is dus zeer welkom. Zij is misschien iets te
eenvoudig gehouden door naast namen van personen alleen geographische
namen te vermelden, niet de namen van instellingen. De Noordse Compagnie,
waarover allerlei te vinden blijkt in een bepaald vervolg van het archief der
Staten-Generail, vindt men niet in het register, en dus kan de waardevolle
aanwijzing verborgen blijven voor iemand, die er het meest mee gebaat zou zijn.
Ik zou er verder op willen wijzen, dat de index op één punt wat al te
trouwhartig is vervaardigd. In de overzichten wordt nml. nog al eens ver
wezen naar verzamelingen, die aanvulling kunnen geven op een bepaald ar
chief, en daarbij wordt dan de naam, waarnaar een collectie heet, veelal ver
meld zonder de voorletter. Dat zet de gebruiker wel eens voor een vraag
stukje als er twee collecties van dezelfde naam zijn, afkomstig van verschil
lende mensen (Van Zuylen van Nyevelt b.v. op blz. 60 en blz. 65). De
index brengt hier geen uitkomst, want die neemt de naam zonder voorletter
als afzonderlijke eenheid op naast de naam met de voorletter, die elders
voorkomt, zonder dat blijkt dat daarmee dezelfde persoon wordt bedoeld.
N.a.v.: De Rijksarchieven in Nederland. Overzicht van de inhoud van de
Rijksarchiefbewaarplaatsen. Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
's-Gravenhage 1953. (VII en 404 blz., met index en inhoudsopgave).