108
van een vergelijkend examen, en zijn vooral gespecialiseerd in de ordening
der nieuwere archieven.
Het personeel der Archives Nationales telt een 140 man, waarvan er 42
tot het wetenschappelijk personeel behoren, die allen archiviste-paléographe
moeten zijn. Voor den Directeur des Archives de France bestaat deze eis
niet, en in de vorige eeuw zijn daartoe dan ook wel mensen van buiten de
archiefdienst benoemd; gedurende de laatste decennia echter is ook de direc
teur steeds een oud-leerling van de Ecole des chartes geweest. De huidige
functionaris, M. Braibant, was voor zijn benoemipg tot directeur archivaris
van het ministerie van Marine. Op het ogenblik werken onder hem 4 con-
servateurs, waarvan één gedetacheerd bij de „administration centrale", 8 con-
servateurs-adjoints, waarvan twee bij de „administration centrale", en 30 ar-
chivistes. De verschillende rangen zijn weer onderverdeeld in salarisklassen,
maar daarover zou ik U niet nauwkeurig in kunnen lichten. Over het algemeen
lijken mij de salarissen der Franse archivarissen hoger te liggen dan die in
Nederland, maar aangezien ook de kosten van levensonderhoud aanmerkelijk
hoger zijn, heb ik de indruk, dat de levensstandaard van de Franse archivarissen
ongeveer op het zelfde peil ligt als die van de doorsnee Nederlandse.
Opleiding van den archivaris.
Over de opleiding van den Fransen archivaris behoef ik U niet veel te
vertellen. De Ecole des chartes geniet ook bij ons genoeg bekendheid, dan
dat ik daarover zou behoeven te spreken. Voor toelating moet men een ver
gelijkend examen afleggen, waarvan kennis der geschiedenis, staatsinstellingen,
latijn en moderne talen de hoofdschotel vormen. De 20 best geplaatste can-
didaten worden jaarlijks toegelaten tot de Ecole. Voor de voorbereiding tot
dit examen wordt aan enkele grote lycea, zoals o.a. het Lycée Charlemagne,
voor degenen, die voor het baccalauréat geslaagd zijn, een gespecialiseerde
vervolgcursus gegeven in de zojuist genoemde vakken, maar wie niet in de
gelegenheid is een lycée te bezoeken dat een dergelijke vervolgcursus geeft,
kan zich daartoe ook op andere wijze bekwamen.
Op de Ecole des chartes worden de historische hulpwetenschappen gedo
ceerd: paleografie, Romaanse philologie, diplomatiek, historiographie, archeo
logie, classificatie van bibliotheken en. archieven, enz. Tussen de drie jaren,
die de cursus duurt, is er telkens een overgangsexamen en de candidaat, die
tweemaal achtereen zakt, wordt onherroepelijk van de school verwijderd. Aan
het einde van het derde jaar volgt het eindexamen, waarna nog een thèse
moet worden geschreven over een historisch onderwerp, en wanneer deze
door de jury is geaccepteerd kan de candidaat zich archiviste-paléographe en
ancien élève van de Ecole des chartes noemen, een titel, welke in Frankrijk
terecht minstens even hoog wordt aangeslagen als een academische graad.
Voorheen werd de jonge archiviste-paléographe dan zonder meer op een
archief losgelaten. Kwam hij op een groter archief, waar hij een of meer
oudere collega's boven zich had, dan brachten deze hem de practijk van het
archivarisambt, waarmede hij tijdens zijn volkomen theoretische studietijd haast
niet in aanraking was gekomen, wel bij. Maar het kon evengoed dat hij als
archiviste-en-chef terstond de leiding kreeg van een kleiner departementaal
archief en zelf maar moest zien dit tekort in zijn opleiding aan te vullen.
109
Het is daarom dat sinds 1950 op initiatief van M. Braibant aan de drie
jaren van de Ecole des chartes een vierde practisch jaar is toegevoegd, waar
in de afgestudeerde leerlingen eerst enkele maanden practisch werkzaam zijn
aan de Archives Nationales en daarna aan een van de departementale archie
ven. Ondertussen kunnen zij solliciteren naar de beschikbare posten aan na
tionale en departementale archieven, en kan bij hun benoeming ook rekening
worden gehouden met hun tijdens deze stage getoonde bekwaamheden
Gedurende de stage aan de Archives Nationales worden in de ochtenduren
voordrachten gehouden over verschillende archief-technische onderwerpen, over
de organisatie der publieke lichamen, het functioneren der overheidsdiensten,
enz. j
Toen bleek, dat er ook van buitenlandse zijde belangstelling bestond voor
deze stage, is M. Braibant op de gelukkige gedachte gekomen deze niet al
leen open te stellen voor buitenlandse archivisten, doch ook deze stage aan
hun behoeften aan te passen.
Stage technique international d'Archives.
Hiermede ben ik eigenlijk weer op mijn punt van uitgang, de stage tech
nique international d'Archives, teruggekeerd, maar ik wil toch niet eindigen
zonder U daarover nog het een en ander te vertellen.
De dagelijkse leiding der stage was in handen van M. Mirot, conservateur,
en M. Bautier, archiviste aan de Archives Nationales. Zij was gedacht in
drie gedeelten: een eerste deel speciaal bestemd voor de buitenlanders, waar
in zij zich op de hoogte konden stellen van de geschiedenis, de inhoud, de
organisatie en de principes, methoden en techniek der Franse archieven; het
tweede deel der stage, gezamenlijk met de afgestudeerden van de Ecole des
chartes, dat duurde van half Januari tot half Maart, behandelde de organisatie
van de Franse archieven speciaal uit het oogpunt der practijk, de organisatie
van archieven in het buitenland, de bestuursorganisatie van Frankrijk, de
economissche geschiedenis en de werkzaamheden van den archivaris.
Het derde deel was gedacht als een practische stage, hetzij aan de Archives
Nationales, hetzij aan een der departementale archieven, doch daar vrijwel geen
enkele der buitenlandse deelnemers, die acht in getal waren en uit Denemarken,
Duitsland, Griekenland, Italië, Libanon, Turkije en Nederland afkomstig wa
ren, zolang verlof kon opbrengen, heeft deze voor hen geen doorgang gevonden.
Verder werden de middagen besteed aan praktisch werk op de Archives
Nationales, waar voor ieder wel een onderwerp op zijn eigen land betrekking
hebbende, gevonden kon worden.
Bovendien was er nog gelegenheid tot het maken van verschillende excur
sies, waarbij een bezoek werd gebracht aan de departementale archieven van
Evreux (aan de deelnemers aan het archiefcongres wel bekend), aan dat van
Chalons sur Marne, aan de archieven van het ministerie van Oorlog te Vin-
cennes, aan die van de Banque de France en van de Banque de Paris et des
Pays-Bas. Voorts werden bezoeken gebracht aan de documentatie-diensten
van de Présidence du Conseil, van de Gommission générale d organisation
scientifique du travail en van de Usines Renault, om maar niet te spreken van
de verschillende diensten en ateliers van de Archives Nationales zelf.
Rest slechts de vraag of het afgezien van het feit eens een paar maan-