KRONIEK.
124
BUITENLANDSE ARCHIVISTISCHE LITERATUUR.
Van Archivum, revue internationale des archives, verscheen de eerste jaar
gang, bestaande uit één aflevering, die het officiële verslag brengt van het
eerste internationale archiefcongres, gehouden te Parijs in Augustus 1950. Het
Archievenblad (1950/51 p. 14 vlg.) heeft hiervan een summier overzicht ge
geven. Lezing van het volledig verslag zij niettemin allen, deelnemers en
vooral niet-deelnemers van het congres, om 't zeerst aanbevolen.
De redactie hoopt op ruime deelneming van archieven en bibliotheken
t.a.v. het abonnement, en gaarne steunen wij deze oproep. De prijs bedraagt
slechts 900 frs. per jaar, of ruim een tientje.
In ons Belgische zustertijdschrift Archives, Bibliothèques et Musées de
Belgique van 1951 geeft J. W. Williquet een belangwekkend beeld van de
archieven van het ministerie van buitenlandse zaken, wier voornaamste eigen
schap is „levend te zijn: ieder ogenblik, en soms zelfs op zeer korte termijn
een half uur! kan de minister de gewenste inlichtingen moeten hebben.
De oorsprong van de dienst gaat tot 1863 terug, doch eerst in 1875 kwam rui
mer organisatie: toen werd een. begin gemaakt met de inventarisatie. Juist net
vóór Wereldoorlog I was men bij. Hoofdbestanddeel zijn de 900 zwarte de
len, de correspondentie van legaties en consuls bevattend over de jaren 1830
1910; daarnaast enkele dossiers, o.a. over de Scheldetol. In de oorlogsjaren,
toen geen evacuatie der stukken mogelijk was geweest, viel het archief in
handen der Duitsers, die er het bekende tendentieuse gebruik van maakten.
Die les nam men ter harte. De berging werd grondig veranderd, zodat inge
val van plotseling alarm snelle evacuatie mogelijk was. 12 Mei 1940 werden
800 ton archivalia naar Engeland geëvacueerd; pikant is het verhaal hoe de
Duitsers overal te laat kwamen: Brussel, Oostende. En Engeland werd niet
bereikt
Na 1920 namen de dossiers in ongehoorde mate toe, en nieuwe methoden
van bewerking moesten worden toegepast. Voor bijzonderheden hierover mo
gen wij naar het artikel verwijzen. De archieven kunnen vrij worden geraad
pleegd, behalve voor de laatste 50 jaar (Parijs: 1877); de aantekeningen der
bezoekers moeten echter door den directeur worden gelezen, „non seullement
pour empêcher eventuellement des publications inopportunes, mais encore,
quand il s agit d étrangers, pour éviter des transcriptions erronées
De stadsarchivaris van Gent, dr H. Nowé, geeft een overzicht van de
archieven der Arteveldestad. Belangrijke stad reeds in de Middeleeuwen, heeft
Gent door alle oorlogen heen een imposante massa registers en dossiers der
schepenen weten te bewaren. Maar meer dan elders treft hier de oudheid der
serieën; diverse beginnen reeds in het begin der 14e eeuw, terwijl de charter
verzameling met 1178 aanvangt. Rijk voorzien zijn ook de gedeponeerde ar
chieven: godshuizen, begijnhoven, gilden. Ook archiefstukken der Staten van
Vlaanderen, overigens deel van het Staatsarchief, worden bij het stads
archief bewaard. Verder tal van familie-archieven. Een bescheiden begin is
gemaakt met de bewaring van bedrijfsarchieven. Genoemd moet tenslotte
125
worden de belangrijke topografische atlas (de tekeningen der gevels van
Oud-Gent"!) Daarnaast de nieuwe archieven van na 1796, die reeds de
helft van de ruimte innemen. Tot 1932 waren deze verzamelingen zeer slecht
behuisd in het stadhuis; in dat jaar werden zij overgebracht naar de in 1621
gebouwde Bank van Lening in de Abrahamstraat, die heel wat meer veilig
heid biedt.
Dr Neven besluit zijn mededeling over de archiefdienst m de Kongo met
het systematisch overzicht van de bestuursinrichting van de Kongostaat; de
administratie is op het decimale stelsel gebaseerd.
Bij de boekbesprekingen trof ons de vermelding van een handleiding voor
gemeente-archieven in Noorwegen. In 1938 voorzag een wet in de oprichting
in iedere stad en in iedere gemeente van een depót voor de archieven, waar
aan de administratie niet meer geregeld behoefte had; in 1948 werd de alge
meen rijksarchivaris met de uitvoering daarvan belast. Hij kreeg de bevoegd
heid naar het A.R.A. te doen overbrengen de oude archieven van de gemeen
ten, die verzuimden de voor hun behoud nodige maatregelen te nemen.
Git afl. 2 noemen wij eerst het artikel van den E.H. PI. Lefèvre O. Praem.
over de hertogelijke grafkelder in de St. Goedelekerk te Brussel, waarin ook
ettelijke leden van het bourgondische huis begraven zijn geweest. Met be
grijpelijke voldoening wordt melding gemaakt van de ondertitel van een der
afleveringen van The Indian Archives: Cuvelier Number, gelukkig bewijs van
de erkenning ook daar van de grote betekenis, die de overleden algemeen
rijksarchivaris van België voor de archiefleer heeft gehad. Mogen wij misschien
t.z.t. op een Fruin Number hopen? Dr A. de Smet geeft verslag van een
tentoonstelling van kartografische documenten, in Augustus 1951 gehouden in
de Koninklijke Bibliotheek van België, een beknopt overzicht biedend der
Belgische kartografie.
Der Archivar IV1 brengt een verhandeling van Wolfgang Mommsen: Deut
sche Archivaliën im Ausland I Auswartiges Ambt. Het betreft de stukken
van het ministerie van Buitenlandse Zaken uit het Pruisische Geheime Staats-
archiv en Reichsarchiv, waarop door de geallieerde regeringen, vooral de
Russische, beslag is gelegd. Het artikel geeft hiervan een uitvoerig overzicht;
de inleiding bevat behartenswaardige opmerkingen over de, beperkte, waarde
dezer archieven voor den historicus met name in dictatuurstaten. Verder be
vat de afl. referaten van de Deutsche Archivtag in Landshut (Sept. 1950).
inleiding over de wet ter bescherming van archieven, ingeleid door den rijks
archivaris te Wiesbaden dr Santes; over nieuwbouw van archiefdepöts door
zijn collega te Münster dr Winkler uitgaande van de ervaring van Wereld
oorlog II, dat de beste en meest werkzame bescherming van archieven is
geweest die op het platteland onder te brengen en ietwat fantastische
voorstellen over van elkaar 30 km verwijderde onderdelen van het depót
met een pendeldienst voor halen en brengen van stukken en zelfs ambtenaren!,
over de problemen van massa-verfilming van archivalia door dr Meinert,
stadsarchivaris van Frankfort, op grond van een enquête bij 91 rijks- en
gemeente-archieven. Ten slotte een bericht over het eerste leerjaar van de
archief school te Marburg van de hand van den leider Dehio (het Duitse
archiefwezen kan op historische namen bogen!). Naast de gewone lessen wer-