KT rr zs^ss.^ nde Red",;° Sieveld Iv t° r 15 ?7°, "I D" iS te danken «n het feit, dat de Wr waarlllk aIs schrijver over genealogische onderwerpen zijn heL ^trorSltUwTkeleb£griP adïd°m' En 2iCh daard°°r ui'drukkingen ett veroorloofd, welke in ruimen kring als kleinerend zijn gevoeld De P. m p. 129; Lima? VtSttTSTffSr* 1949, r"V"«,r' h" ""O" "èl I'M'" tkreidanus 78 Tassen beide besproken deeltjes van Nede,land's Adelsboek verscheen in derlands Adelsboek", een werkje, waarover ter Witte Sodïït if s-Gra n age zeker drie maanden is gepraat en dat een best-seller voor de uitgeverij qesteld dat 11 Jend' .zkk 9eheel °P het standpunt blijkt te; hebben gesteld dat alleen „oude adel" („Uradel") ware adel is, zulks in strijd met „opmerking over het geslacht Quarles had een namens deze Se in Fn faftlS3/ V1eKOek tengevolge, waarvan de resultaten in een artikel n De Nederlandse Leeuw werden neergelegd.1) Vandaar, dat het begin van en stamreeks Quarles uit jaargang 1916 vrijwel ongewijzigd werd gehand haafd m jaargang 1950; alleen zijn bij de vermelding van de pe^onen dé stamreeks van generatie V af tal van nieuw-ontdekte gegeXtoegevLd De jaarboekjes van Nederlands Patriciaat verschijnen met prijzenswaar dige regelmaat in het einde des jaars, in vóór-oorlogse dikte en met lik aardigste portretten gesierd. Een enkele maal is de tekst met een fote wa jT~m35 Tlfff f 07erlUCht; herhaaldeliik met een in zwart-en-wit. J argang 35 (1949) brengt 27 genealogieën, jaargang 36 (1950) biedt er 30- ee stgenoemd boekje telt tien geslachtlijsten, welke Her voor de eersL maai volledig worden gepubliceerd, tegen 1950 twaalf. Daar de serie in 1910 is ver,„eken, eijn echter ook sprongen met samengestelde geslachtsnamen in het hootd van de artikels^' '°ms WO"" ™">edr„kt hoofdje geplaatst boven een tak „et dXlin LXVIIH'l^0,nk.eT40^lf4k°Heit bericht fan^dt ?U3rl!f' in De ^ederlandsche Leeuw 2) Zn hv mr- a n tb t F, eer werd hierin weerleed P. 8; Van Cranenburgh, p 26^ f Keisf fsTB°Urj"US' 1949' P- 7 iuncto 79 naam, soms wordt deze alleen in den tekst vetgedrukt. Onverklaard blijft, waar om sommige leden van één familie: Roessing van Iterson heten, andere Roes- singh van Iterson; eerstgenoemde schrijfwijze komt in het opschrift van het artikel niet voor. Onregelmatig ook is de berichtgeving over den godsdienst5). Door dit alles maken de boekjes een wat rommeligen indruk; sporen van haastwerk? Dit neemt niet weg, dat de Redactie met deze twee jaargangen al weder een berg werk heeft verzet en een nieuwe belangrijke bijdrage aan de genealogische litteratuur heeft geleverd. Van Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie verschenen Deel II, 1948 en Deel III, 1949. Als het eigene in dit jaarboek zou men kunnen be schouwen het iconographische artikel van Dr A. Wassenbergh, De Portret kunst in Friesland in de 17e eeuw (1948, p. 189), zij het ook, dat de Schr. zelf in een Naschrift deze bijdrage welke misschien meer in een kunst historisch tijdschrift zou thuishoren qualificeert als een tegenprestatie voor medewerking, ondervonden van wijlen Jhr van Beresteyn. Het ware onredelijk, hier van de vele gedegen en lezenswaardige artikels in deze twee delen enkele afzonderlijk te noemen. Beter kan worden volstaan met de vaststelling, dat dit Jaarboek met zijn afwisselenden inhoud en zijn fraaie illustraties alleszins zijn bestaansrecht heeft bewezen. Een nieuw, mooi geïllustreerd streekperiodiek, Overijssel, Jaarboek voor cultuur en historie, onder redactie van G. J. Lugard, W. H. Dingeldein en H. Korteling, jaargang 2 (1948) en 3 (1949), blijkt voornamelijk aan de Schone Letteren gewijd. Genealogisch belangrijk is alleen Dingeldein's aar dige artikel Het Huis te Breklenkamp (1949). E. C. M. PRINS. OUDE EN NIEUWE ARCHIEFVERZORGING Op de congresdag Overheidsdocumentatie, te Groningen gehouden op 28 Sept. 1951, heeft collega Formsma gesproken over het archiefwezen, meer in het bijzonder over par. 19 der Handleiding. Overheidsdocumentatie van Nov./Dec. (p. 432 vlg.) brengt de rede in extenso. Voor zijn gehoor van documentalisten is zijn voordracht ongetwijfeld van groot nut geweest; voor ons is zij, uiteraard, voor een niet gering deel bekend gebied. Niettemin bracht zij enkele opmerkingen over ordening zowel als over gebruik der ar chieven, die ook voor ons archivisten van belang zijn, en ook de discussie opende enkele gezichtspunten, die ons nopen hiervan verslag te geven. Formsma dan betoogde, na te hebben opgemerkt deze paragraaf weinig gelukkig te achten, „ook al, omdat men zich onwillekeurig afvraagt, op welke of op wier belangen dan in de eerste plaats moet worden gelet" - al ver meldt ook de toelichting het niet, uit alles blijkt dat de historische ordening vóór alles behoort te gaan dat de archivaris is een restaurateur, de re gistrator d.w.z. niet iemand die zich bezig houdt met de moderne registra tuur, maar iemand die de archieven verzorgt of verzorgd heeft tijdens de dynamische periode de man, die de vorm geeft en daardoor meer de archi- 5) In het artikel Van Kempen 1949, in het hoofd: Prot. en Rooms-Kath. p. 123, 125, 126: Uit dit huwelijk (R.K. gezin); in het artikel Los, 1949, in het hoofd: Pro testant, met een noot „Generatie XI belijdt den R.K. godsdienst".

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1952 | | pagina 16