66 67 Indien niet, dan horen Gedeputeerde Staten vooraf de beheerder van de rijks- archiefbewaarplaats in de provincie. 3. Liggen de gemeenten in meer dan één provincie, dan wordt de inspec teur, eventueel de voornoemde beheerder, uit elk dier provincies gehoord door de in artikel 166 der Gemeentewet bedoelde commissie uit Gedeputeerde Staten van elk dier provincies. TITEL IV. VAN DE ARCHIEVEN DER WATERSCHAPPEN, VEENSCHAPPEN EN VEENPOLDERS. Artikel 33. 1. De dagelijkse besturen der waterschappen, veenschappen en veenpolders dragen zorg voor de archieven van hun instellingen. 2. Een algemene maatregel van bestuur regelt de wijze, waarop deze zorg zal worden uitgeoefend. Artikel 34. 1. Het gedeelte der archieven, dat dagtekent van vóór de invoering van een dossierstelsel, gebaseerd op zaaksgewijze ordening der losse stukken, wordt overgebracht naar een door het bestuur daartoe bestemde archiefbe waarplaats, voorzover de bescheiden niet jonger zijn dan veertig jaar. 2. Het betrokken dagelijks bestuur bepaalt, met inachtneming van artikel 5, lid 1, welke andere archiefbescheiden naar deze bewaarplaats worden overgebracht. Artikel 35. 1. De in de archiefbewaarplaats berustende archieven worden beheerd door de secretaris, of door een bijzonder daartoe aangewezen lid van het bestuur van het waterschap, het veenschap of de veenpolder. 2. In afwijking van het bepaalde in het vorig lid kan het beheer worden opgedragen aan een archivaris, die wetenschappelijk ambtenaar is in de zin van artikel 8, lid 1. 3. Het reglement op het beheer van de archiefbewaarplaats wordt door het bestuur vastgesteld en aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten onderworpen. Artikel 36. 1. Besturen van waterschappen, veenschappen en veenpolders kunnen onderling of in samenwerking met gemeentebesturen een regeling treffen om trent de gemeenschappelijke berging van een deel hunner archieven in één archiefbewaarplaats en omtrent gemeenschappelijk beheer der in die bewaar plaats overgebrachte archieven. Die regeling bevat bepalingen omtrent haar wijziging en opheffing. 2. De regeling, haar wijziging of opheffing behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten of. indien het gebied der waterschappen, veenschappen, veenpolders of gemeenten in verschillende provincies ligt, van Ons, Gede puteerde Staten gehoord. 3. Indien Gedeputeerde Staten de goedkeuring weigeren, kan zij door Ons worden verleend. Artikel 37. 1. Gedeputeerde Staten hebben toezicht op de aan de dagelijkse besturen in artikel 33 opgedragen zorg voor de archieven, overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur te stellen regelen. 2. Degeen, aan wie krachtens deze algemene maatregel van bestuur door Gedeputeerde Staten inspectie der archieven is opgedragen, heeft de bevoegd heid, in artikel 22, leden 2 en 3, omschreven. Artikel 38. 1. De kosten, aan de uitoefening van de in artikel 33 bedoelde zorg ver bonden, komen ten laste van het waterschap, het veenschap of de veenpolder. 2. Door Ons kan in bijzondere gevallen uit 's Rijks kas een tegemoet koming in deze kosten worden verleend, voorzover zij de in de archiefbewaar plaats overgebrachte bescheiden betreffen. 3. De kosten, aan de uitoefening van het toezicht door Gedeputeerde Staten verbonden, komen ten laste van de provincie. Artikel 39. Ingeval het dagelijks bestuur van een waterschap, veenschap of veenpolder niet aan de in artikel. 33 genoemde verplichting voldoet, kan door ons, Gede puteerde Staten gehoord, worden bepaald, dat een door ons aan te wijzen deel van de archieven van dat lichaam naar een rijksarchiefbewaarplaats zal worden overgebracht, om daar op kosten van dat lichaam, volgens een door ons vast te stellen tarief, tot nadere beschikking te worden bewaard. Artikel 40. 1. Wij behouden Ons voor bij algemene maatregel van bestuur te gelasten, dat, daarbij nader omschreven, in de bewaarplaatsen der waterschappen, veen schappen en veenpolders berustende archiefbescheiden, welke niet organisch tot de archieven dier lichamen behoren, naar de rijksarchiefbewaarplaatsen worden overgebracht. 2. Aan waterschappen, veenschappen en veenpolders, die zulks aan de Minister van Algemene Zaken verzoeken, kunnen archiefbescheiden, welke tot het lichaam in betrekking staan, in bewaring worden gegeven. De voor waarden, waaronder aan een verzoek gevolg kan worden gegeven, worden door Ons geregeld. Artikel 41. 1. In geval van opheffing, vereniging of splitsing van waterschappen, veenschappen en veenpolders zal het besluit tot opheffing, vereniging of splitsing de nodige voorzieningen bevatten betreffende de archieven van de opgeheven, verenigde of geplitste lichamen. 2. Indien er, als uitvloeisel van de algemene maatregel van bestuur, be doeld bij artikel 37, voor de archieven der genoemde lichamen een provinciaal inspecteur is, wordt deze vooraf gehoord. Indien niet, dan wordt vooraf de beheerder van de rijksarchiefbewaarplaats in de provincie gehoord. 3. Liggen de lichamen in meer dan één provincie, dan wordt de inspecteur, eventueel de voornoemde beheerder, uit elk dier provincies gehoord.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1951 | | pagina 8