56 57 ONTWERP VAN EEN NIEUWE ARCHIEFWET 13. Mr Haga wijst erop, dat ook de marke-archieven behoren te worden opgenomen; de commissie-Panhuysen neemt dit over. Op verzoek van mr Naudin ten Cate stelt de commissie-Panhuysen voor onder: 8e) te lezen: „de aan het openbaar gezag overgedragen kerkelijke doop-, trouw- en begraaf boeken". Beide voorstellen worden aangenomen. 14. De heren Van Schilfgaarde en Formsma merken op, dat niet altijd vast te stellen is in welke provincie een waterschapsbestuur gezeteld is. Daar om zal in zulke gevallen als maatstaf worden aangelegd, welk college van Gedeputeerde Staten het toezicht heeft uitgeoefend. 1521. Deze artikelen geven slechts aanleiding tot wijzigingen van re dactionele aard. 22. Op verzoek van mr Groesbeek wordt in het tweede lid achter „in specteurs" ingelast: „en de in het eerste lid van het voorgaande artikel be doelde plaatsvervangers". 23. Dit artikel geeft niet tot bijzondere opmerkingen aanleiding. 24. De commissie-Panhuysen wenst de voorgestelde tekst te laten voor afgaan door een voorschrift tot overbrenging van de gemeentelijke archief bescheiden van vóór 1900. De heren Unger en Obreen en mej. Kurtz willen de grens stellen bij de invoering van een zakendossierstelsel met inachtneming van een termijn van 40 jaar. Aldus gewijzigd wordt het artikel aangenomen. 25. Een voorstel van dr Van de Ven om vast te leggen, dat bij algemene maatregel van bestuur een aantal gemeenten zullen worden aangewezen wel ker archivaris een universitaire opleiding moet hebben genoten, wordt aan genomen. 26. Volgens de heer Van Hoboken moet de wijze van toezicht ook door de Raad worden vastgesteld. De vergadering stemt daarmee in. 27. Dr linger wil in plaats van: „rijksarchivaris" lezen: „inspecteur of bij zijn ontstentenis de rijksarchivaris". Dit voorstel wordt aangenomen. De heer Slootmans wenst een regeling voor de samenwerking van gemeen ten. De vergadering verleent aan de commissie-Panhuysen machtiging dit on derwerp in overeenstemming met art. 35 te bezien. 28.44. De bespreking van deze artikelen levert geen wijzigingen van belang op, behalve dat de artikelen 33 en 36 zullen worden veranderd in de zelfde geest als de artikelen 24 en 27, en dat op voorstel van mr Groesbeek voor de waterschapsarchieven een artikel zal worden ingelast dat dezelfde strekking heeft als art. 31 voor de gemeente-archieven. De voorgestelde invoeging van een vijfde lid bij art. 69a van de wet op het notarisambt ondervindt evenmin bezwaar. Tenslotte dankt de voorzitter de leden voor de betoonde belangstelling bij de langdurige besprekingen. De heer Van de Ven dankt de voorzitter en dr Panhuysen voor de vele moeite, die zij zich op deze vergadering hebben gegeven waardoor er steeds een aangename toon geheerst heeft. Hierna sluit de voorzitter te zes uur de vergadering. WI] JULIANA, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Neder landse archiefwezen opnieuw bij de wet te regelen; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goed gevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: TITEL I. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1 Onder archieven en onder archiefbescheiden verstaat deze wet: 1) de door alle voormalige en tegenwoordige overheidsorganen, -diensten, -bedrijven en -instellingen of een van hun functionarissen ontvangen of opge maakte bescheiden, welke bestemd waren of zijn om onder hen te berusten; 2) de bescheiden met gelijke bestemming, ontvangen of opgemaakt door de particuliere instellingen en personen, wier rechten of functies op het open baar gezag zijn overgegaan; 3) de bescheiden, welke ingevolge overeenkomsten met of beschikkingen van particuliere instellingen of personen dan wel uit anderen hoofde in de in deze wet genoemde archiefbewaarplaatsen zijn opgenomen om daar te be rusten. Artikel 2. 1. De overheidsorganen, -diensten, -bedrijven en -instellingen en hun functionarissen zijn verplicht alle door hen ontvangen of opgemaakte bescheiden in goede en geordende staat te bewaren, behoudens het bepaalde in lid 3. 2. Deze plicht tot bewaring strekt zich mede uit over alle bescheiden van voormalige overheidsorganen, -diensten, -bedrijven en -instellingen en hun functionarissen, alsmede van particuliere instellingen en personen, wier rechten of functies op tegenwoordige organen, diensten, bedrijven en instellingen en hun functionarissen zijn overgegaan, voorzover deze bescheiden onder hen berusten. 3. Vernietiging en vervreemding van archiefbescheiden, al dan niet over gebracht naar de in deze wet genoemde archiefbewaarplaatsen, heeft uitslui tend plaats in de gevallen en op de wijze, vast te stellen bij algemene maat regel van bestuur, met dien verstande dat archiefbescheiden, welke van juri disch, administratief of wetenschappelijk belang zijn, steeds bewaard moeten blijven. Artikel 3. Indien archiefbescheiden, bestemd om te berusten onder een overheids orgaan, -dienst, -bedrijf of -instelling of een van hun functionarissen, aan hun

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1951 | | pagina 3