54 55 De secretaris doet hierna mededeling van berichten van verhindering, inge komen van de heren Naudin ten Gate, Taal en Wiersum. De voorzitter memoreert het omvangrijke werk, dat door de commissie- Panhuysen is verricht en spreekt de dank der Vereniging jegens de leden dier commissie uit, wat door de vergadering met applaus wordt onderstreept. Vervolgens deelt hij mede, dat het bestuur in overleg met de commissie- Panhuysen een bekwaam wettenmaker heeft aangezocht om de redactie van de ontwerp-wet te beoordelen en er zo nodig wijzigingen in aan te brengen zonder de bedoeling ervan aan te tasten. Aangezien de commissie-Panhuysen aan het bestuur heeft gevraagd, of de kwestie van de heerlijkheidsarchieven, door de heer 't Hart in het Archieven- blad aan de orde gesteld, ook in de nieuwe archiefwet geregeld dient te wor- den, is het bestuur bezig een commissie te vormen, die het bestuur in dezen van advies zal dienen. De heren 't Hart en Fox hebben zich reeds bereid verklaard in die commissie zitting te nemen1). De voorzitter vraagt de ver gadering machtiging een eventueel daarop betrekking hebbend artikel, na over leg met de commissie-Panhuysen, in het ontwerp op te nemen. Mr Haga zegt, dat het punt van de heerlijkheidsarchieven in een volgende vergadering aan de orde gesteld kan worden, als de besprekingen op deze vergadering niet afgesloten zullen zijn. De voorzitter antwoordt, dat in dat geval van de gevraagde machtiging geen gebruik zal worden gemaakt. Deze wordt dan door de vergadering met algemene stemmen verleend. Hierna opent de voorzitter de algemene beschouwingen over het ontwerp Mr Groesbeek vraagt, of het niet gewenst is dat de vereniging zich ook zal beraden over de herziening van de uit de wet voortvloeiende koninklijke besluiten, voorzover die door het aannemen van deze wet noodzakelijk zal f1,n'. ye voorzltter antwoordt, dat de commissie-Panhuysen zal nagaan, welke koninklijke besluiten door de vereniging moeten worden voorbereid en, dat in ieder geval de herziening van de belangrijkste daarvan, zoals die betref fende de archivaris-opleiding, aan de Vereniging moet worden voorgelegd. Dr Van de Ven vraagt, waarom de inhoud van vele bestaande koninklijke besluiten naar de ontwerp-wet is overgebracht, daar een verandering zo nodig gemakkelijker in een K.B. dan in een wet is aan te brengen. Alvorens hierop te antwoorden betuigt dr Panhuysen zijn dank voor de medewerking van de leden, die zijn commissie bij haar taak heeft ondervonden, waardoor het nieuwe ontwerp in werkelijkheid geworden is tot een werkstuk van de hele vereniging. Vervolgens ingaande op de vraag van dr Van de Ven, zegt hij, dat het wenselijk was sommige buitengewoon belangrijke bepalinqen in de wet vast te leggen. De voorzitter sluit de algemene beschouwingen en stelt de bespreking van de considerans aan de orde. Nadat deze ongewijzigd is goedgekeurd worden de verschillende artikelen2) achtereenvolgens ter sprake gebracht. I2). Een voorstel van de heer Brakke om hieraan een nieuw artikel te doen «int t verband ™et het verder verloop der zaak heeft het bestuur nader be sloten ten aanzien hiervan voorlopig een afwachtende houding aan te nemen Er worde opmerkzaam op gemaakt, dat dit slaat op de nummering van het ontwerp, dat op de vergadering werd behandeld; de nummering van de definitieve redactie, die hierachter volgt, is enigermate gewijzigd. voorafgaan, strekkende tot aanduiding van de dienende functie der archieven, wordt verworpen. Voorstellen van mr Mommers tot vereenvoudiging van de redactie en van mr Obreen tot nadere omschrijving van het begrip „ambtenaar", dat hier in ruimere betekenis genomen wordt dan in de Ambtenarenwet, worden aan de commissie-Panhuysen ter overweging doorgegeven. 2. Een voorstel van de commissie-Panhuysen om in het eerste en tweede lid te spreken van het bewaren „in goede en geordende staat" wordt aanvaard. Dr Formsma wenst de openbaarheid niet te verbinden aan de overbrenging van het archief, maar aan een bepaalde tijdslimiet, en tevens brandvrije berging van alle archieven als regel te stellen. Dr Panhuysen is van mening, dat de openbaarheid verbonden moet blijven aan een deskundig beheer. Mr Hardenberg stelt voor in art. 5, eerste lid, te lezen: „berusten of be horen te berusten", om de mogelijkheid te ondervangen, dat nieuwe archieven te snel openbaar zouden worden. De commissie handhaaft de door haar voorgestelde redactie van art. 2 en neemt het voorstel van mr Hardenberg over. Beide worden aangenomen. De vergadering wordt hierna geschorst voor de lunch. 3. Een voorstel van mr Mommers om in het eerste lid te lezen, dat de overbrenging in den regel zal moeten geschieden, wordt door de commissie- Panhuysen aanvaard en door de vergadering aangenomen. Een voorstel van dr Formsma om ook voor het lopende archief een brandvrije berging voor te schrijven wordt verworpen. 46. Deze artikelen geven geen aanleiding tot opmerkingen; art. 5 is reeds bij art. 2 ter sprake gekomen. 7. Dr Panhuysen deelt mede, dat het tweede lid is toegevoegd op uit drukkelijke wens van de archief-commissie van de Vereniging van Neder landse gemeenten en dat de praktijk de noodzakelijkheid ervan heeft aange toond. 8. Dit artikel wordt aangenomen, nadat dr Panhuysen heeft gewezen op het belang van de Archiefraad en de vertegenwoordiging van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen daarin. 9. Voorstellen van mr Groesbeek om in het tweede lid te lezen: „ten minste een wetenschappelijk ambtenaar", en van de heer Lohmann om aan het derde lid toe te voegen dat de examens moeten zijn afgelegd aan een erkende universiteit worden aangenomen. Voorstellen van mr Groesbeek om het archiefwezen onder het departe ment van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen te laten, en van mr Mom mers om het onder te brengen bij Binnenlandse Zaken worden verworpen. 10. Mej. Maris stelt voor om in het vierde lid in plaats van: „elders te vestigen" te lezen: „anderein te richten", omdat anders deze bewaar- plaaesen niet in de hoofdsteden der provincies zouden kunnen worden ge vestigd. Dit wordt aangenomen. 11. Het derde lid wordt met deze wijziging in overeenstemming gebracht. 12. Een voorstel van mr Ter Kuile om de limitatieve opsomming over te brengen naar een K. B. wordt verworpen, gezien ervaringen tijdens de oorlog opgedaan.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1951 | | pagina 2