86
87
BOEKBESPREKING
UITGAVEN VAN DE AMERIKAANSE NATIONAL ARCHIVES
In de ruim anderhalf jaar, die zijn verstreken sedert het laatste bericht
over dit onderwerp in ons blad1), zijn verschillende belangrijke uitgaven door
The National Archives aan de redactie toegezonden.
De 14e en 15e jaarverslagen, bestrijkend het tijdvak van 1 Juli 1947 tot
30 Juni 1949, zijn verschenen en bieden weer belangrijke lectuur. Het blijkt,
dat nu de voornaamste archieven van de oorlogsbureaux zijn overgenomen,
het vernietigen en op micro-film overbrengen van gedeelten van archieven
weer vooraan in. de aandacht is komen staan. Ook voor het beter toegankelijk
maken was nu weer meer tijd beschikbaar. De omvang der archieven groeide
van 811.000 tot 894.000 kub. voeten aan. De kaartenverzameling werd van
540.000 tot 478.000 stuks uitgedund, maar doordat in één jaar 263.000, voor
het grootste deel weerkaarten, moesten worden overgenomen, groeide de ver
zameling toch tot 741.000 stuks uit. De collectie foto's verdubbelde tot twee
millioen, terwijl meer dan 35 millioen voeten film worden bewaard benevens
258.000 gramofoonplaten. Duizelingwekkende getallen voor Nederlandse archi
varis-ogen. Het spreekt vanzelf dat het ruimtegebrek nijpend is. Het perso
neel, vóór de oorlog 500 ambtenaren groot, toen sterk verminderd, steeg weer
tot 362 personen. In de tentoonstellingszaal ..an exhibit of State-papers
honored the Jubilee of Queen Wilhelmina of the Netherlands and Prinsess
Juliana's investiture as the new queen".
Van de aanwinsten-lijsten zagen de nos. 36*42 het licht. Zij geven vooral
aanvullingen op reeds overgenomen archieven. Soms tamelijk oud, zoals be
langrijke onderdelen van het archief van de Senate van 1789 af, soms zeer
recent, zoals de Senate-reports en -documents 1945/46. Merkwaardige
aanwinst zijn de Records of Former Russian offices in North-America, 1862—
1922, n.l. van Russische consulaten uit de tijd der tsaren. Ook het archief van
de Russian Supply Commission, 1914—1922. Zij horen nauwelijks organisch
in de Amerikaanse archiefbewaarplaats, maar een andere oplossing was blijk
baar onmogelijk.
De serie Preliminary Inventories werd met 7 nummers uitgebreid, n.l. nos.
17—23. Zij verschillen veel in omvang de kleinste is 7, de grootste 284
bladzijden en ook in belang. Interessant is de voorlopige inventaris van het
archief van de Senate, dat 1184 nos. telt, en de stukken van alle 79 con
gressen, 17894946, omvat. Deze zijn ingdeeeld per congres en onderverdeeld
volgens de verschillende bevoegdheden: wetgeving, uitvoering, rechtspraak.
Verder bij elk onderdeel papieren van de Committees, die tijdens het congres
werkten, en secretarispapieren. Een index van 59 bladzijden vergemakkelijkt
de raadpleging.
Opmerkelijk is ook de Inventory of the records of the United States
Counsel for the prosecution of Axis criminality. Het beschreven archief bevat
zeer veel micro-foto's en foto's en de inventaris geeft een lijst van 3600 in
processen gebrukte exhibits, op de microfilm gereproduceerd, die in het
archief berusten. Het is dus wel een eigenaardige verzameling en men zou
er over kunnen redetwisten of men hier eigenlijk wel met een archief te doen
i) Zie Ned. Archievenblad 1948/49 p. 71 vlg.
heeft. Tenslotte toch wel, zou ik menen, en in elk geval zullen de stukken
voor de toekomstige geschiedschrijvers van groot nut kunnen zijn.
Van de Staff Information circulars zijn no's 14 en 15 verschenen. Het eerste
over: The preparation of preliminary inventories, het tweede over: The
control of records at the group level. Zoals er op vermeld staat hebben zij de
bedoeling technische aanwijzingen te geven en zijn dus vooral voor intern
gebruik van belang.
Het vraagstuk van de onvermijdelijke beperking in omvang der archieven
wordt behandeld in een boek van 40 quarto-bladzijden, getiteld: Disposition
of federal records. How to develop an effective Program for the preservation
and the disposal of Federal Records. Het is geschreven door Theodore R.
Schellenberg.
Tenslotte zijn ook het 9e en 10e jaarverslag van de Franklin D. Roosevelt
Library gepubliceerd. Men weet, dat deze verzameling onder beheer van de
National Archives staat. Het blijkt dat in het eerste der twee verslagjaren de
hoeveelheid der bewaarde papieren van Roosevelt is verdubbeld door over
brenging van tal van bescheiden uit het Witte Huis, terwijl in het tweede de
papieren werden verkregen van Henry Morgenthau, die van 1934 tot 1945
Secretary of the Treasury was. Het bezoek, vooral dat aan de museum
afdeling, neemt nog voortdurend toe.
W. MOLL.
J. Loeff, Het archief der Commanderij van St. Jan te Arnhem, 's Grav., 1950.
De Reformatie is over het algemeen voor de lotgevallen der archieven van
de verschillende commanderijen der Orde van St. Jan van Jeruzalem niet
gunstig geweest. Van sommige is niets en van de meeste zijn slechts luttele
fragmenten bewaard gebleven. Dit hangt natuurlijk samen met de gang van
zaken ten aanzien van de commanderijen zelf. Waar deze het lot der andere
kloosters deelden en hun goederen ad alios pios usus werden bestemd, schijnt
men voor hun archieven weinig belangstelling te hebben gehad. Indien de
commanderijen als Gereformeerde corporaties in stand waren gehouden en de
commandeurs als Gereformeerde functionarissen hun bestaan hadden kunnen
voortzetten, gelijk dit met het Duitsche Huis en met de Utrechtse kapittelen
het geval is geweest, ongetwijfeld zouden wij ons thans in het bezit van
een aantal middeleeuwse archivalia kunnen verheugen, meer dan wij op dit
ogenblik bezitten. Te Utrecht is het weliswaar niet tot een volledige opheffing
gekomen, maar als zelfstandig lichaam bleef de Balye der Johanniterorde er
toch niet bestaan, en om haar archieven en die van de onder haar ressorteren
de commanderijen heeft men zich. niet veel bekommerd. Van het archief der
Haarlemse commanderij is vrij veel bewaard gebleven, van die te Sneek minder.
De commanderij van St. Jan te Arnhem is in een gunstiger positie geweest,
doordat wel haar bestaan als geestelijke stichting eindigde, maar het goederen-