102 103 mechanisme aan het leesapparaat overbodig geworden is en men erin is ge slaagd de optische kwaliteiten van dit leesapparaat „Microvist" I of II zeer compact te houden, is een handig transportabel apparaat ontstaan, dat bij een prijs van f 250 nu langzamerhand binnen het bereik komt van degenen, die microproducties wenselijk achten, maar dat tot nu toe te duur vonden Bovendien kunnen in dit apparaat door speciaal bij te leveren adapters ook nog de rolfilm en de stripfilm worden geprojecteerd, zodat dit zeker het meest universele is, dat voor het nalezen van micro-reproducties werd vervaardigd. Resumerend concludeerde spr., dat de stabilisatie van dit moment aldus gezien moet worden, dat de rolfilm de plaats zal gaan innemen van het nood zakelijke schaduwarchief, waarbij de hoop en de bedoeling voorzit, dit nimmer te gebruiken: een uitsluitend beveiligende en ruimte besparende methode dus. De stripfilm zal daar worden toegepast, waar het gaat om de micro-reproductie van enkele originelen, terwijl de microkaart nu de taak kan vervullen van de micro-reproductie voor de regelmatige raadpleging van gegevens, die men wil uitwisselen in deze microvorm. Uiteraard kon spr. in het hem toegemeten tijdsbestek op technische details niet ingaan, maar door de publicaties van dr L. J. van der Wolk en de heer J. C. Tonnon van de Alg.Technische Afdeling T.N.O. in het maandblad „Do cumentreproductie" en het T.N.O.-Nieuws, waarvan aan elk der aanwezigen een exemplaar overhandigd werd1), zal men zich over de technische en or ganisatorische mogelijkheden een beter beeld kunnen vormen. Voor zover men deze uitgaven niet heeft ontvangen kan men zich wenden tot het Cen traal Bureau van het Ned. Genootschap voor Documentreproductie, Nieuwe Gracht 74 te Haarlem. Om de vervaardiging van microkaarten in Nederland mogelijk te maken, hebben verschillende bedrijven op het gebied van de documentreproductie, waaronder de N.V. Philips' met haar metaal-dyazonium procédé, in Den Haag een nieuwe inrichting in het leven geroepen, waar het gehele gebied der documentreproductie technisch wordt behartikd en op basis hiervan de microkaart tot verdere ontwikkeling kan worden gebracht. Deze inrichting, de Nederlandse Document-Reproductie N.V., Valeriusstraat 28—34 in Den Haag, is gaarne bereid aan belangstellenden dit moderne bedrijf tot in finesses te tonen, waarvoor het Centraal Bureau van het Genootschap eveneens gaarne de introductie verzorgt. In zijn dankwoord bevestigde mr van 't Hoff, dat de aandacht van de archivarissen voor de micro-reproductie in het algemeen en voor de micro kaart in het bijzonder groeiende is en men het ongetwijfeld op prijs heeft ge steld ingelicht te worden over de huidige mogelijkheden op dit gebied. Hij herinnerde aan de plannen aan het gemeente-archief te Gouda te dezen op zichte en wees op het belang dat de microcopieëring in deze tijden heeft. Na lunch en voordracht werd onder leiding van de oud-burgemeester van Amersfoort, mr J ,C. graaf van Randwijck, en de heer Huygen, directeur van het Museum Flehite, een rondwandeling door Amersfoort gemaakt. De x) Belangstellenden vinden hierin afbeeldingen van de microkaart (waarvan reproductie hierbij gaat), het microvistleestoestel, filmstrip, camera's enz. schilderachtige grachten en muurhuizen en andere oude gevels werden be wonderd en een bezoek gebracht aan het St. Pieters- en Blocklandtsgasthuis en de gebouwen van „De Armen van Podt". In de voormiddag hadden een vijftiental leden reeds de Onze Lieve Vrouwe-toren beklommen om vanuit dit hoge standpunt een indruk te krijgen van de harmonische aanleg van Oud- Amersfoort. IN MEMORIAM R. D. BAART DE LA FAILLE. Op 30 Maart j.l. overleed te Haarlem Robert Daniel Baart de la Faille, oud-rijksarchivaris in de provincie Noordholland. Hij was geboren te Leeuwarden op 23 Juli 1883 als zoon van Jacob Baart de la Faille en Geertje Sibranda Tresling, studeerde letteren te Groningen en was vervolgens bij het Rijksarchief aldaar als volontair werkzaam. Bij K.B. van 21 Febr. 1908 benoemd tot adjunct-commies bij het Rijksarchief in Noordholland, werd hij bij K.B. van 27 Maart 1918 bevorderd tot com mies. Zijn benoeming tot hoofdcommies-chartermeester volgde met ingang van 1 Mei 1923. Na het vertrek van jhr mr B. M. de Jonge van Ellemeet naar Utrecht werd hem sedert 2 Januari 1933 de waarneming van het rijksarchiva risschap opgedragen, waarna met ingang van 1 Januari 1938 (K.B. van 16 Mei) zijn benoeming tot rijksarchivaris volgde. Slechts kort is het hem vergund ge weest in zijn nieuwe functie werkzaam te zijn. Zijn zenuwgestel bleek niet op gewassen tegen de moeilijkheden, die de oorlogsomstandigheden veroorzaakten. In April 1943 noopte zijn slechter wordende gezondheidstoestand hem ziekte verlof aan te vragen. Een shock-behandeling in Rijngeest toegepast leek aan vankelijk gunstige resultaten af te werpen en maakte het hem mogelijk na onge veer anderhalf jaar naar Haarlem terug te keren. Doch dit herstel bleek maar van korte duur. Opnieuw moest ziekteverlof gevraagd worden; een her nieuwde shock-kuur bleek geen enkel resultaat op te leveren. Met ingang van 1 Januari 1948 volgde zijn pensionnering, juist vóór hij in Februari zou hebben herdacht hoe hij vóór 40 jaar in 's Rijks dienst was getreden. Met liefde en toewijding heeft de overleden rijksarchivaris de belangen van het Rijksarchief in Noordholland en van de daaraan verbonden ambtenaren gediend. Zijn bereidwilligheid om iedere bezoeker met raad en daad terzijde te staan was bekend, doch vergde vaak teveel van zijn krachten. Velen deden een beroep op zijn grondige kennis van de litteratuur betreffende de provincie; de resultaten van de door hem geboden hulp zijn neergelegd in tal van pu blicaties. Zelf heeft hij weinig gepubliceerd; in het Archievenblad wijdde hij enkele publicaties aan de cartografie, een terrein dat zijn speciale belangstel ling genoot. Ook enkele voordrachten over dit onderwerp werden door hem gehouden. Helaas hebben zijn grondige voorstudies hem belet uitvoering te geven aan zijn voornemen een aan moderne eisen voldoende beschrijving van de prenten en kaarten, behorende tot de onder zijn beheer staande provinciale atlas, waarmede hij begonnen was, tot stand te brengen. Op 4 Maart heeft zijn begrafenis in alle stilte op de begraafplaats te Drie huis-Westerveld plaats gevonden. J. W. GROESBEEK.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1950 | | pagina 4