48
geheel voltooid was, besloot het gemeente-bestuur de ondergrondse archief
bewaarplaats der gemeente zodanig te laten wijzigen, dat aan alle veiligheids
voorschriften voldaan werd.
Tijdens de uitvoering van het werk stroomde door een noodlottige samen
loop van omstandigheden regenwater ca. 25 cm. hoog in de kelder, waarin
het archief tijdelijk was opgeslagen, en stond alles op de onderste planken
gedurende een gehele nacht in de week. De kosten van het herstel van de aan
het archief toegebrachte schade - voor zover althans mogelijk - zijn voor
lopig begroot op f 5.000. V d G
Nieuwe gevaren voor onze archieven. Het verslag over 1947 van den ar
chivaris der gemeente 's-Gravenhage bericht: Van deskundige zijde is ge
waarschuwd dat de lucht in en rond het archiefgebouw door de nabijheid
van de Gasfabriek is bezwangerd met zwavel-dioxyde. die op papier, perka-
onbekend invlocd heeft- Dit gevaar was tot voor kort nog geheel
Grenscorrecties en onze archieven. Het archief der abdij Elten zal tot de
definitieve beslissing over grenswijziging te Düsseldorf blijven. Het uit de
N.K.C. overgenomen bericht (Ned. Archievenblad 1948/49 p. 157) was dus
praematuur.
Micro-reproductie der Handleiding. De Handleiding voor het ordenen en
beschrijven van archieven is één der eerste Nederlandse studieboeken in
Nederland op microcards gereproduceerd. Het hele boek is gebracht op drie
sheets van 118 x 75 mm (56 pagina's per sheet). Belangstellenden kunnen
deze „nieuwste druk der Handleiding op het Algemeen Rijksarchief in een
microvist-leesapparaat komen lezen.
RIJKSARCHIEVEN
Algemeen Rijksarchief. Door een geschenk van de Bancroft Library (Uni-
rVeecoldy °f if°rnia) \het A R'A' in het gekomen van een moderne
ecordacmstallatie voor het vervaardigen van microfilms van archiefstukken
capaciteit bedraagt gemiddeld 800 opnamen per uur.
let ingang van 1 Aug. 1949 zijn bevorderd tot hoofdschrijver de schrijvers
le klasse J. M. Buskoop en H. van der Weerd
Rijksarchief in Limburg. Toen in 1797 de abdij van Rolduc werd genation,,-
iseerd werden de archieven zoveel mogelijk te Maastricht bijeengebracht
Ook het ms der Annales Rodenses (1104-1157) zal dat lot hebben gedeeld
doch met zekerheid is bekend, dat het in 1831 in het bezit was van een Duits
geschiedkundige Ghr. Quix, te Aken, die het wilde publiceren. Na diens dood
Z flu, c ms' ei9endom w een neef. die het met andere aan de
Staatsbibliotheek te Berlijn schonk. Thans is het kostbare ms. door de vol
hardende pogingen van den Algemeen Rijksarchivaris in Limburg teruggekeerd'
de Duitse autoriteiten hebben het definitief aan den Nederlandsen Staat afge^
staan ter plaatsing in het Rijksarchief in Limburg, niet in ruil voor andere ob-
49
jecten, maar ter vervanging van het vele, dat Nederland door de oorlog heeft
verloren.
GEMEENTE- EN WATERSCHAPSARCHIEVEN
Amsterdam. Aan mr A. le Cosquino de Bussy is wegens het bereiken van
de leeftijdsgrens eervol ontslag verleend als gemeente-archivaris. In zijn plaats
is benoemd mr W. F. H. Oldewelt, thans adjunct-archivaris.
Het aftreden van mr de Bussy heeft tot een tweetal afscheids-, tevens
huldigingsbijeenkomsten geleid. Mr Oldewelt bericht hierover het volgende:
Op 28 December des n.m. te drie uur heeft het archiefpersoneel, zowel
het in functie zijnde als het gepensionneerde, in een intieme bijeenkomst, in de
voor die gelegenheid smaakvol met groen en bloemen versierde zaal van het
gemeente-archiefgebouw, op allerhartelijkste wijze van de door hen zozeer
gewaardeerde chef afscheid genomen. Nadat de heer en mevrouw de Bussy
met hun kinderen waren binnengeleid en aan mevrouw de Bussy namens de
aanwezigen bloemen waren aangeboden heeft ondergetekende in een korte
toespraak zowel de vreugden als de moeilijkheden geschetst welke aan mr
de Bussy in de ruim twintig jaren, gedurende welke hij zijn functie heeft
uitgeoefend, zijn ten deel gevallen. Bij het opmaken van de balans blijken de
administratieve en technische moeilijkheden, welke hem hebben gekweld,
vrijwel volledig te worden gecompenseerd door de voortreffelijke verstand
houding met zijn medewerkers en de dankbaarheid van het voorlichting zoe
kende publiek, van wie één hunner nog onlangs schreef: „behulpzaam, des
kundig" zou de wapenspreuk van het Amsterdamse gemeente-archief kunnen
zijn. Nadat als geschenk van het personeel hem A. J. Toynbee's A Study of
History was aangeboden sprak mr J. W. Groesbeek namens de vroegere
volontairs ten archieve nog enige woorden van dank en waardering, waarna
de heer de Bussy alle aanwezigen bewogen dankte voor de hem gedurende
zo vele en vaak zo donkere jaren betoonde trouw en vriendschap. Nog geruime
tijd bleef het gezelschap daarop in een, allergenoeglijkste sfeer bijeen.
De volgende middag nam Amsterdam's vijfde archivaris in de vertrekken
van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, alwaar voor deze gelegen
heid door de goede zorgen van de heer A. M. van de Waal, archivaris van
de Nederlandsche Bank, een bijzondere expositie van Amsterdamse stadsge
zichten uit het legaat van de heer Van Eek was ingericht, in het openbaar
afscheid van zijn talrijke vrienden en bekenden. Hij werd aldaar o.,a. toege
sproken door de heer D. Kouwenaar als oudste bestuurslid van het Genoot
schap Amstelodamum, door jhr ir G. C. Six van Wimmenum voor het Kon.
Oudh. Genootschap, door prof. dr L. F. de Beaufort namens de gemeentelijke
commissie voor heemkennis en de rijksarchivaris in de provincie Noord-Hol
land, tevens inspecteur der gemeente- en waterschapsarchieven, mr J. W.
Groesbeek, die allen getuigden van warme sympathie voor zijn persoon en
zijn culturele werkzaamheden. Mr de Bussy dankte vervolgens op de hem
eigen humoristische wijze.
Tenslotte nam op 30 December het college van B. en W. in besloten kamer
officieel van zijn aftredende hoofdambtenaar afscheid.