32
33
toet het toezicht op de uitoefening van de zorg voor de lopende archieven
dezer bestuursinstellingen, welke volgens stelling 5 aan de hoofden dier in
stellingen is opgedragen. Tot het uitoefenen van dit toezicht heeft de Alge
mene Rijksarchivaris de volledige bevoegdheid om, persoonlijk of door een
plaatsvervanger, de archieven van elk regeringsbureau en van elke bestuurs
instelling van het Rijk en van de Provincies te inspecteren of te doen inspec
teren, van hoedanige aard deze archieven ook zijn mogen en waar zij ook
mogen zijn gevestigd; hij zal bij deze inspectie de volledige medewerking
hebben van al degenen, die met de zorg voor deze archieven belast zijn.
8. Voor de uitoefening van de inspectie op de zorg voor de archieven
der bestuursinstellingen van het Rijk en van de Provincies worde de Alge
mene Rijksarchivaris door inspecteurs in algemene dienst ter zijde gestaan.
De inspectie van de gemeente- en waterschapsarchieven blijve geregeld op
dezelfde wijze, als tot nog toe gebruikelijk was, met dien verstande, dat de
archivarissen der gemeenten bij de inspectie der gemeentearchieven worden
ingeschakeld, doordat hun een geregelde inspectie van de archieven van alle
gemeentelijke bedrijven, diensten en instellingen worde opgedragen.
9. Er worde een Nationale Archiefraad ingesteld, samengesteld uit de
Algemene Rijksarchivaris, de Secretarissen-generaal van alle ministeries en
enige vertegenwoordigers uit wetenschappelijke kringen. Deze Nationale
Archiefraad heeft de bevoegdheid vast te stellen:
1welke archieven of gedeelten van archieven der onder 4 genoemde be
stuursinstellingen van het Rijk en van de Provincies voor overdracht
naar de rijksarchiefbewaarplaatsen in aanmerking komen;
2) voorstellen te doen aan de Regering betreffende maatregelen, welke hij
in het belang van het archiefwezen noodzakelijk acht.
10. De Algemene Rijksarchivaris heeft de bevoegdheid de overdracht
naar de rijksarchiefbewaarplaats te vorderen van die archieven, welke volgens
het oordeel van de onder 9 genoemde Nationale Archiefraad voor zulke
overdracht in aanmerking komen.
11. Bij het overdragen der archieven der onder 4 genoemde bestuursin
stellingen van het Rijk en van de Provincies naar de rijksarchiefbewaarplaatsen
gelde als norm, dat deze archieven of gedeelten ervan aan de rijksarchiefbe
waarplaatsen worden overgedragen, zodra zij voor de afhandeling van de
lopende zaken der desbetreffende bestuursinstellingen niet meer veelvuldig
geraadpleegd behoeven te worden. Hierbij worde rekening gehouden met de
bedoeling, uitgedrukt in stelling 2 en hier uitdrukkelijk herhaald, dat de' rijks
archiefdienst evenals de gemeentelijke archiefdiensten voortaan, naast de be
langen van het zuiver wetenschappelijk onderzoek, evenzeer de belangen zal
hebben te dienen van die administratieve instanties, waarvan zij de archieven
in bewaring en beheer hebben overgenomen of in de toekomst overnemen
zullen.
12. De Algemene Rijksarchivaris en de Rijksarchivarissen in de provincie
beheren de archieven van de onder 2 genoemde bestuursinstellingen van het
Rijk en van de Provincies, voorzover zij tengevolge van de onder 9 en 13
genoemde bepalingen onder hun beheer zijn gesteld.
13. Uitdrukkelijk worde in de Archiefwet vastgesteld, welke archieven
onder het directe beheer van de Algemene Rijksarchivaris te 's-Gravenhage,
en welke onder het directe beheer van de rijksarchivarissen in de provincie
gesteld worden; de verschillende categorieën dezer archieven behoren in de
wet genoemd te worden.
14. De vakbekwaamheid van de wetenschappelijke archiefambtenaar worde
getoetst, behalve aan een verklaring van zijn opleider over de praktijkwerk
zaamheid, aan één algemeen vakexamen over die wetenschappen, waarvan
men kennis verwacht bij elke archivist, met welk soort archief hij zich ook
zal hebben bezig te houden.
Het opleiden tot deze vakken behoort tot de taak van de Vereniging van
Archivarissen in Nederland.
De studie van hulpwetenschappen voor hen, die bepaalde soorten van
archieven willen gaan beheren, geschiede bij de vooropleiding aan de univer
siteit.
Geen candidaat worde toegelaten tot het algemeen vakexamen zonder over
legging van tenminste een einddiploma middelbare school of daarmede gelijk
te stellen bewijs van algemene ontwikkeling.
15. De beslissing over de vernietiging van bepaalde categorieën van ar
chieven worde, meer dan thans, gelegd in één hand, t.w.:
1. voor de rijks- en provinciale archieven: de Algemene Rijksarchivaris.
2. voor de gemeente- en waterschapsarchieven onder beheer van een be
voegd archivaris: de archivaris.
3. voor de andere gemeente- en waterschapsarchieven: de provinciale
inspecteur.
Alle vernietigingen of verlengingen van machtiging daartoe behoren te
geschieden ,,de commissie van advies inzake de vernietiging van archieven
gehoord".
Een secretariaat van de commissie worde zo mogelijk verbonden aan de
tweede afdeling van het Algemeen Rijksarchief.
16. Naast de moderne archieven der instellingen, diensten en bedrijven
van het Rijk, van de Provincies, van de Gemeenten en Waterschappen, vor
men ook de archieven van moderne grootindustrieën, handelsondernemingen,
particuliere stichtingen op allerlei gebied, van sociale, politieke en andere
organisaties en verenigingen op alle terreinen van het maatschappelijk leven,
even belangrijke bronnen voor de geschiedenis van ons Nederlandse volk.
Deze archieven behoren niet te vallen onder de bepalingen van de Archief
wet. Het is echter ten zeerste gewenst, dat particuliere stichtingen in het
leven worden geroepen, welke zich de bewaring, de ordening en de inventari
satie van deze archieven in gemeenschappelijke archiefbewaarplaatsen onder
deskundig beheer ten doel stellen, en dat dergelijke stichtingen op de steun
der Overheid kunnen rekenen.