42
43
BOEKBESPREKINGEN
Joegoslavië zijn de onderhandelingen nog gaande. Thans is ook de vernieti
ging van hetgeen voor wetenschap noch bestuur belangrijk is aan de orde.
HISTORISCHE AARDRIJKSKUNDE EN DE ARCHIEVEN
Het belang der archieven voor de studie der bodemkartering, voor de
toponymie, voor de geschiedenis van de landbouw is in de laatste tijd her
haaldelijk betoogd (Ned. Archievenblad 1947/48 p. 49, 157, 1948/49 p.
26 vlg.). Dat de voorwerpen van onze dagelijkse zorg ook voor de historische
aardrijkskunde uitnemende diensten kunnen bewijzen wordt duidelijk door
de belangrijke bijdrage, die ons medelid jhr mr Th. van Reineck Leyssius
daaraan in het bekende rapport der Werkgemeenschap van wetenschappelijke
organisaties in Nederland: Geesteswetenschappelijk Onderzoek in Nederland
(p. 269 vgl.) heeft gewijd.
Hoewel mannen als Ramaer, Beekman e.a. archivalische gegevens niet
hadden verwaarloosd, moet veel verder worden gegaan dan zij deden: in
de archieven schuilen nog tienduizenden kleine locale gegevens, welke elk
op zich zelf misschien van uiterst geringe waarde, op de juiste wijze ge
combineerd vaak een verrassend nieuw inzicht geven in de grote lijnen van
de opbouw van ons land, meer speciaal natuurlijk op het westelijk en het
noordelijk deel. De oudere methode van archivalisch onderzoek was vrijwel
uitsluitend gericht op het aan de hand van historische gegevens aantonen van
het bestaan en het beloop van in een bepaald jaar nog bestaande wateren.
Waar onze archivalische bronnen eerst omstreeks 1300 in ruimere mate be
ginnen te vloeien, was hiermee aan het bereikbare tot zekere hoogte een
grens gesteld. De nieuwere door Leyssius ontwikkelde methode acht elk, ook
het kleinste locale aardrijkskundige gegeven, als is het bv. slechts de be
grenzing van een akker of het beloop van een sloot, van belang, en tracht uit
de veelheid van aldus opgespoorde en vervolgens geordende uiterst kleine
gegevens resten uit te kammen van nog oudere toestanden. Daardoor blijkt
het vaak mogelijk door juiste combinatie van deze resten een beeld te ont
werpen van de toestand in een tijd, waaromtrent geen of bijna geen archiva
lische gegevens ter beschikking staan. Dit is dus een methode van achter
waarts gerichte deducties uit zeer kleine archivalische gegevens, uiteraard
getoetst aan de beschikbare morphologische gegevens. Er is in de laatste
jaren volgens deze methode veel gevonden, maar toch zijn onze archieven nog
maar zeer summier doorzocht. Bijna de gehele geschiedenis van de opbouw
van Zeeland dient nog van archivalische zijde aan de hand van het nieuwe
principe te worden bestudeerd, daarbij aansluitend aan de merkwaardige
resultaten, door mej. dr Vlam in hoofdzaak langs geomorphologische weg
bereikt. Ook omtrent de noordelijke delen van ons land moet nog zeer veel
te vinden zijn. En mr Leyssius eindigt: het lijkt dan ook zeer wenselijk, dat
van regeringswege iets voor de studie der oude aardrijkskunde volgens archi
valische methode wordt gedaan. U.
Joseph et Placide Lefèvre. Inventaire des Archives du Conseil des Finan
ces (Archives Générales du Royaume de la Belqique). Gembloux, 1938
260 pp. 8°.
De archieven van de Raad van Financiën, welke in het Algemeen Rijks
archief te Brussel bewaard worden, vormen één der meest omvangrijke
fondsen van deze rijkvoorziene bewaarplaats, ondanks de zware verliezen,
welke ook zij in de loop der eeuwen geleden hebben.
Dit is mede een gevolg van de grote duurzaamheid, welke de instellingen
hebben gehad, die Keizer Karei V door de ordonnantiën van 1 October
1531 voor het Algemeen Bestuur der Nederlanden heeft opgericht of be
vestigd. Zoals bekend is, heeft Karei V in 1531 zijn zuster Maria van
Hongarije tot landvoogdes of gouvernante over de Nederlanden aangesteld
en verder door middel van deze ordonnantiën de bestuursinrichting van de
landen geregeld: de landvoogdes kreeg het algemeen bestuur in handen, werd
bijgestaan door een Raad van State als adviserend lichaam, en regeerde
door middel van een geheime Raad en een Raad van Financiën, de eigen
lijke werktuigen van de regering. Deze regeling is in de Zuidelijke Neder
landen met enige korte onderbrekingen blijven voortbestaan totdat de Fransen
in 1794 het land overweldigden en in bezit namen.
Zo heeft ook de Raad van Financiën zijn werkzaamheden gedurende meer
dan twee en een halve eeuw 15311794) uitgeoefend; zij werden slechts
enkele keren voor korte tijd onderbroken en wel van 1702 tot 1706 gedurende
de Spaanse successie-oorlog en vervolgens tijdens het Oostenrijkse bewind
van 1716 tot 1725 en van 1787 tot 1790 ten gevolge van centraliserende
bestuurswijzigingen, welke geen stand hielden.
De Raad van Financiën was in het algemeen belast met de zorg voor en
het beheer van de Staatsfinanciën. Zo had hij het toezicht over d,e Reken
kamers, hij voerde het beheer over de domeinen, zowel over de onroerende
goederen: gronden, bossen en wouden, als over de ontelbare heerlijke rechten:
tolrechten, jachtrechten, leenverhef fingen, belastingen op industriële
octrooien, enz., enz.; hij beheerde verder de heffingen der beden en belastin
gen. De belangrijkste werkzaamheden van de Raad echter vormen zijn
bemoeiingen met de heffing van de in- en uitgaande rechten, met de dienst
der douane, voortgekomen uit de belasting, welke in de 2e helft van de
16e eeuw werd geheven op de handel met de opstandelingen; vanaf de 17e
eeuw is de heffing dezer douanerechten een zeer belangrijke bron van fiscale
inkomsten en het meest geëigende middel tot regeling van de gehele handels
activiteit. Talloze kwesties vallen onder deze afdeling: de algemene handel,
de scheepvaart, de verbindingswegen, de uitwerking der douane-tarieven en
hun toepassing volgens de behoeften van de nationale industrie, de benoeming
van en het toezicht over het douanepersoneel, de commerciële statistiek enz.
Onder deze drie afdelingen, gevormd voor het beheer van de domeinen,
van de beden en belastingen, en van de douane, vallen de belangrijkste be
voegdheden welke aan de Raad van Financiën waren toegekend; op de
werkzaamheden dezer afdelingen heeft het overgrote deel der archieven
betrekking. Daarnaast bestond nog een afdeling voor de comptabiliteit, ter-