152
bijlage, doch een gelijktijdig afschrift van een rekeningpost met één der
bijgevoegde notities.
In de eerste afdeling, die der administratieve papieren, komt het enioe
malen voor dat een nootje, behorende bij de algemene beschrijvinq van
een serie, onderaan de reeks is geplaatst, alsof dit alleen sloeq op het
laatste nummer van de reeks (zie Inv.nos. 26 en 28). Daarentegen is door
het laten wegvallen van de afzonderlijke beschrijvingen in de series
rekeningen daar enige malen een nootje, slechts bestemd voor het laatste
nummer, onveranderd onder de algemene beschrijving terecht gekomen
(zie b.v. onder Inv.nos. 503-85065).
Het laten vervallen van deze afzonderlijke beschrijvingen, hoe nood
zakelijk ook uit spaarzaamheids-overwegingen, heeft nog een ander -be
zwaar gehad nl. dat nu de -gapingen tussen de rekeningen niet meer
binken; daardoor is een kenmerkende trek verdwenen en wel dat van
tainjke series er één rekening van omstreeks 1750 aanwezig is en daarop
eerst weer een doorlopende reeks omstreeks 1780 begint 2)
Bovendien moet betreurd worden, dat door de ziekte van den heer Smit
en door een misverstand op de drukkerij de index niet geheel voltooid is
afgedrukt en speciaal de alphabetische volgorde hier' en daar niet in
orde is bv. bij de Ho, Ko en Ro.
Jammer genoeg zijn een paar storende drukfouten blijven staan: het
Miao °n blz- 62 moet 1752 2iin: voor 1778—1782 op
b z. 48 onder Inv.no. 4393—4394 moet 1578—1582 gelezen worden; op
f 168 3e regel van onder is een reqel weggevallen. Tenslotte moet ik
Legen het gebruik van enkele hinderlijke germanismen opkomen nl. van
meerdere m de betekenis van verscheidene en van de constructie zijn
m uc 2m Van "moeten, worden" met verleden deelwoord, zoals op
45 7waren aan 'e merken' Ondanks alle pogingen van Charivarius
nebben deze een hardnekkig leven in onze taal.
Doch dit zijn slechts kleinigheden, die niets afdoen aan mijn qrote
waardering voor het werk, dat de samensteller van deze inventaris met
bijzondere scherpzinnigheid en kennis van zaken heeft verricht Daar
door is het Algemeen Rijksarchief wederom in het bezit qekomen van
een moderne inventaris van een belangrijk archief en nu deze gedrukt
is, kan de arbeid, hieraan gedurende verscheidene jaren door den heer
besteed, eerst goede vruchten afwerpen in de vorm van een veel
gemakkelijker raadpleging van de inventaris en een veel intensiever qe-
bruik van het archief zelf door het publiek. Het moet bovendien voor
den samensteller, die inmiddels helaas is overleden, een grote voldoening
zijn geweest, dat hij de verschijning heeft mogen beleven, waarmede een
lang gekoesterde wens in vervulling is gegaan.
E. H. KORVEZEE.
153
M. W. Jurriaanse. Catalogue of the archives of the Dutch Central
Government of Coastal Ceylon, 16401796. Colombo, 1943.
Reeds in 1931 had prof. mr J. van Kan gewezen op het grote belang
van de nog op Ceylon aanwezige Nederlandse archiefbestanddelen. Ge
brek aan tijd belette hem hiervan ook maar een enigszins gedetailleerde
beschrijving te geven i). Maar ook het Engelse gouvernement besefte
de waarde van de onder haar berustende bescheiden, zo belangrijk bo
vendien voor een nog grote groep van Ceylonse onderdanen, de zgn.
..Dutch burgers", afstammelingen van de Nederlandse Compaqnies-
dienaren. In 1936 verstrekte zij aan mej. M. W. Jurriaanse de opdracht
tot inventarisatie. Dat hierbij een gioiöd-e keuze gedaan is, blijkt uit het
omvangrijke werk, dat mej. J. met voortvarende ijver en ondanks de
moeilijke oorlogsjaren, waarin contact met de Nederlandse, dus ook
met de zo rijke bron van informatie, de koloniale archieven op het Alge
meen Rijksarchief, uitgesloten was, tot stand bracht. Een ondankbaar
werk, maar hoe nuttig voor de historievorser naar dat deel van Neder
lands verleden, waar nog veel te onderzoeken overblijft en waar nu dank
zij deze inventarisatie en gesteund door de moderne reproductiemethoden
uit een nieuwe rijke archiefbron geput kan worden, tevens een welkome
aanvulling van de stukken, aanwezig in de Compagniesarchieven in het
Aloemeen Rijksarchief.
De bewerkster heeft zoveel mogelijk de regels in acht genomen, die
in Nederland worden toegepast bij het ordenen en beschrijven van
archievien. Dat zij er soms van afweek, zal in hoofdzaak te wijten zijn
aan de enigszins andere opvattingen op dit gebied van haar Engelse
opdrachtgevers. Voor de Nederlandse archivaris is de titel van haar
werk wel de meest in het oog springende consequentie van deze andere
opvatting.
Het archief bevat de archieven van het centrale bestuur van Gouver
neur en Raad met de aan deze onderhorige ambtenaren, colleges en
commissies. In het algemeen zou een Nederlandse inventaris in meer
gecomprimeerde vorm zijn uitgegeven. Doordat mej. J. de materiële toe
stand aangeeft, waarin de stukken zich bevinden, hetgeen in Nederlandse
inventarissen slechts bij uitzondering vermeld wordt, was zij wel gedwon
gen ieder deel apart te vermelden. Bovendien geeft de bewerkster den
gebruiker aanwijzingen over afwijkingen in de inhoud. Toch vraagt men
zich af of de overzichtelijkheid niet beter gediend was geweest met enige
mindere uitvoerigheid, zo bv. waar op blz. 124 en 12-5 vijfmaal achtereen
een geheel gelijke omschrijving afgedrukt wordt. Bovendien had zij ver
schillende nummers, die nu ieder een aparte beschrijving krijgen, zeer
goed onder een zelfde omschrijving kunnen samenbrengen, zo in de
hoofdstukken: Opstanden onder de inwoners, p. 168 e.v., militaire zaken,
p. 193 e.v.
Zeer te waarderen zijn de vele historische aantekeningen, die aan
ieder archiefbestanddeel vooraf gaan. Hoewel vele verklarende noten
^renZÏ750V'l7nss jaren 1754 en 1780-1788; ïnv. nos. 4149-4160
u -y- en 1780—1805; Inv. nos. 4367—4373, jaren 1752 en 1780—1785
1780-1783. n°S' 4605~4606' laren 1690 en 1738; 4607-4611, jaren 1739 en
1) 1. van Kan, Compagniesbescheiden en aanverwante archivalia in Brits-Indië en
op Ceylon. Batavia. 1931.