120 VIJFTIG JAAR NEDERLANDSCH ARCHIEVENBLAD Toen in 1891 de Vereeniging van archivarissen in Nederland tot stand was gekomen, werd allereerst een reglement vastgesteld, waarvan in art. 1 het doel der nieuwe vereeniging: de bevordering der belangen van het Nederlandsche archiefwezen, werd bepaald. Hoe zij dat doel trachtte te bereiken werd dan in het volgende artikel beschreven onder vier pun ten, waarvan het derde luidde: door het uitgeven van gedrukte mede- deelingen. Dit was de causa originis van het Nederlandsch Archieven blad, waarvan het eerste nummer, bestaande uit acht bladzijden, in 1892 verscheen. Het was eigenlijk niets anders dan een uitvoerig prospectus, onderteekend door het volledige bestuur, waarin in groote lijnen werd aangeduid, op welke wijze naar verwezenlijking van het doel der Ver eeniging zou worden gestreefd. Vooral het derde punt: het uitgeven van gedrukte mededeelingen, dat ons thans het meest interesseert, werd uit voerig omschreven. In art. 19 van het Reglement der Vereeniging was reeds vastgelegd, dat het tijdschrift op ongeregelde -tijden voor rekening der Vereeniging en onder redactie van den secretaris zou verschijnen. De leden der Vereeni ging zouden het kosteloos ontvangen, niet-leden tegen betaling van drie gulden. Als er aanleiding voor was, zou men trachten een afzonderlijk nummer in het licht te geven. Natuurlijk zou men rekening moeten hou den met de voorhanden geldmiddelen, die voorloopig niet toelieten den schrijvers honorarium of overdrukken te geven. Wat den inhoud aangaat, stonden in de eerste plaats o-p de lijst artike len over het archiefwezen in zijn geheelen omvang, zoowel wat het perso neel als het materieel betreft. Voor het eerste had men het oog op de opleiding der toekomstige archivarissen, de toelating tot het archivariaat, de regeling omtrent bevorderinq en bezoldiging, voorts het toezicht op de uitoefening van het am-bt en de positie en bevoegdheid van de archief- ambtenaren in het algemeen. Nog uitgebreider dacht men zich het getal der onderwerpen betreffende het materieel: de inrichting der depóts, de wijze van bewaring van charters en kaarten, van losse stukken en proto collen, verder de soorten van inkt en papier. En niet minder belangrijk zouden artikelen zijn over de inrichting van inventarissen en registers, van indices en klappers, over -de wijze van indeeling en ordening der archieven, enz. Ook berichten over gebeurtenissen op archiefgebied, over de archief- begrooting van Staat en gemeenten, omtrent benoeming van ambtenaren en publicaties van geschriften, verslagen en inventarissen in binnen- en buitenland zouden d-e lezers van het tijdschrift stellig belang inboezemen, Op de medewerking van alle leden werd gerekend. Voor hen werd een aparte rubriek geopend voor het vragen van inlichtingen over vak onderwerpen. Deze afd-eeling mocht echter in geen geval tot een heral- disch-genealogisch informatie-bureau worden bestemd. Dat vond men minder gepast. ,,De inhoud van ons orgaan moet op hooger wetenschappe- 121 lijker doeleinden zijn gericht niet alleen, maar daarbij ook voor het archief wezen zoo mogelijk meer practisc-he resultaten afwerpen". Aanverwante vakken, chronologie enz. waren echter geenszins buitengesloten. De eerste aflevering van het Nederlandsch Archievenblad was tot stand gekomen en werd door den secretaris van de Vereeniging in Februari 1892 aan de leden kosteloos toegezonden met een begeleidende circulaire, waarin op medewerking in de propaganda werd aangedrongen. ,,Wilt gij belangstellenden aansporen ons blad met hunne inteekening te ondersteunen, dan kan -dit slechts strekken om de redactie in de gelegenheid te stellen er een uitbreiding aan te geven, grooter dan onze beperkte middelen thans veroorloven en er zoo noodig toelichtende afbeeldingen bij te voegen. Ik meen, dat ons blad, behalve in Uwe particu liere bibliotheek, ook in die van ieder archief moet worden gevonden". De secretaris der Vereeniging, tevens ijverig redacteur van het tijd schrift, deed inderdaad zijn bes-t om het blad er bovenop te helpen. In een Interrogato-rium riep hij m-eer dan eens de hulp in van zijn ambt-genooten, bepaaldelijk de gemeentelijke, om een overzicht te krijgen van het bedrag, dat jaarlijks ten behoeve der archieven werd beschikbaar gesteld en van de bepalingen en voorschriften, die daarvoor golden. Het tweede num mer werd -eveneens als -proef ter inzage -rondgezonden, ook aan de burge meesters en secretarissen der gemeenten. Het besloeg nu een heel vel druks, dus het dubbele van het eerste nummer, maar het aantal lezers liet nog te wenschen over. De kosten der uitgave, zijnde f 150.— voor 10 vellen druks of naar evenredigheid meer of minder, konden worden bestreden uit -de contributies van 43 leden en de bijdragen van 29 abonné's1 Reeds spoedig kreeg de redacteur of, zooals hij zichzelf betitelt, het bestuurslid, dat voorloopig meer bijzonder met de redactie van het tijd schrift was belast, hulp van een vasten medewerker in de persoon van mr. J, E. Heeres, commies aan het Algemeen Rijksarchief in Den Haag. Deze nam nog in 1892 de rubriek Literatuurkroniek, waarin de inhoud va-n verschenen werken en tijdschriften op archiefgebied eenigszins uit voerig werd weergegeven, voor zijn rekening. Na hem is deze rubriek achtereenvolgens, soms ook gelijktijdig door enkele leden bijgehouden en vooral betreffende het buitenland is zij voor vele belangstellenden van groot nut -geweest. De eerste jaargang van ons tijdschrift, bestaande uit 84 bladzijden in 5 nummers of afleveringen, lo-o-pend-e over de jaren 1892/1893, was er. Het moeilijke begin was overwonnen. Van nu af aan liep de zaak, zoo niet op rollen, toch uiterst regelmatig. De vooraanstaande leden der Ver eeniging deden trouw hun best om den redacteur bij zijn moeilijke taak ter zijd-e te staan. Van de leden voor de leden. Knus en intiem. ,,Ons vakblad, allereerst bestemd voor ons zeiven, die elkander veelal persoon lijk kennen", zoo drukt zich Dozy uit in het begin van een artikel over de Centralisatie van het archiefwezen2), dat hij schrijft aan een niet 1) Jaargang I, p. 50. 2) IV. p. 3 en 7.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1947 | | pagina 7