150 op zijn magistrale rede zou willen maken het probleem der stadsrecht- verleening in zijn beschouwing op te nemen. Mocht hij dit geen probleem meer achten, dan worde er hier aan herinnerd dat wij ook ten aanzien daarvan den naam van een Nederlandschen archivaris met eere mogen vermelden, mr. A. T e 11 i n g, die door zijn studie over Friesche en Over- ijselsche stadsrechten inzake de filiatie belangrijk baanbrekend werk heeft verricht. q TENTOONSTELLING CENTRAAL BUREAU VOOR GENEALOGIE Vrijdag 27 Juni 1947 werd het Centraal Bureau voor Genealogie officieel geopend door den voorzitter jhr. mr. dr. E. A. van Beresteyn met een rede over ,,Het Centraal Bureau voor Genealogie en zijn betee- kenis voor de documentatie i). Als vertegenwoordiger van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen uitte vervolgens de Secreta ris-Generaal mr. H. J. Reinink zijn waardeering voor de tot stand gebrachte concentratie, waarna het oudste bestuurslid den voorzitter hul digde. Ter gelegenheid van de opening was een tentoonstelling ingericht van „handschriften, boeken, portretten, enz., welke een indruk geven van de verzamelingen en werkzaamheden van het Centraal Bureau", welke gratis voor belangstellenden toegankelijk was van 27 Juni tot 19 Juli 1947. De lindeeling van het Bureau, verdeeld in drie afdeelingen: I. Genealogie fconservator: H. L. Kruimel); II. Ikonografie, Heraldiek en Familie archieven (conservator: W. H. Avelingh); III. Uitgeverij (redacteur: F. de Josselin de Jong), moge hier op den voet worden gevolgd. De Genealogie was vertegenwoordigd o.a. door zeer fraaie specimina van manuscriptgenealogieën uit de zeventiende tot en met de twintigste eeuw, voor het overgroote deel eigendom van jhr. van Beresteyn per soonlijk, door een verzameling mss.-genealogieën van de hand van mr. Reynier van Heemskerck (17401808) en een naar verhouding veel kleiner aantal gedrukte genealogische monographieën, eveneens van de 17de eeuw tot heden. De handbibliotheek (verzamelwerken en tijd schriften), welke zeker niet mag ontbreken, wanneer men een even- wichtigen „indruk van de verzamelingen en de werkzaamheden van het C.B." wil medenemen, was niet in de tentoonstellingszaal, doch elders in het gebouw Nassaulaan 18 opgesteld. Belangwekkend was de inzending van het bestuurslid mr. IJ. H. M. Nijgh omtrent de zg. Portugeesche Joden in de Nederlanden, waaronder een brochure de aandacht trok getiteld: „Die Herkunft der sogenannten pontugiesischen Juden". Deze brochure, samengesteld uit citaten van door de Duitschers aanvaarde litteratuur, met verbindenden tekst grooten- deels van de hand van dr. ir. P. Cohen Henriquez, heeft tijdens de bezetting gediend om het lot dezer Portugeesche Joden te verzachten. De gunstige rapporten van de oud-hoogleeraren dr. J. F. van Bemmelen en jhr. mr. D. G. Rengers Hora Siccama, waarin de quaestie uit biolo- 151 gisch, onderscheidenlijk uit kerkhistorisch oogpunt werd bezien, hebben hierbij ten goede medegewerkt. Vermeld mogen nog worden voorbeelden van familie-advertenties uit dagbladen2) en persoonsbewijzen3). Naast de in druk uitgegeven graf schriften treft een modern handschrift, samengesteld door mr. J. G. Huy- ser: de grafschriften welke thans zijn te zien op de Algemeene Begraaf plaats te 's-Gravenhage. Aan de Ikonografie was een groote plaats ingeruimd: de catalogus ver meldt 54 portretten, waaraan nog een mooi pastelportret van een onbe kende dame door J. E. Liotard (17021789) uit de Collectie-Fagel was toegevoegd. De eenig-denkbare reden voor het exposeeren van onbekende portretten op deze genealogische tentoonstelling is de hoop, dat een der bezoekers een geportretteerde zal herkennen, immers de gelegenheid, den onderzoeker in het spoor te zetten bij het identificeeren ervan, was niet aangegrepen. Het fijne portret (No. 40) van Caspar Fagel (16341688) trekt de aandacht van lederen archivaris, doordat de Raadpensionaris hier is afgebeeld met eenige charters en, aan een blauwzijden limit, den zilveren stempel van het zegel der Staten van Holland (Sigillum Ordinum Hcl- landiae), een détail, dat de dateering van het portret ten goede komt: pas 14 Maart 1681 werd Fagel tot Grootzegelbewaarder benoemd, niet dadelijk bij zijn optreden als raadpensionaris in 1672. Een respectabel aantal bekende portretschilders heeft zijn bijdrage tot cleze tentoonstelling geleverd: Jan de Baen, M. van Mierevelt, Paulus Moreelse, Gaspar en Constantijn Netscher4J. van Ravesteyn, Gerard Terborc'h. De groep van vijf generaties Pauw (No. 2) blijkt géén „momentopname" te zijn: Adriaen (15161578), Reinier (15641636), Reinier 1591—-1676), Dirk (1618—1688) en Johan (1645—1708). „Vivant ter centum Pavii" luidt de zinspreuk van dit portret; mag men daaruit afleiden, dat het ongeveer in 1673 zou zijn geschilderd (Adriaen f oud 62 jaar; Reinier f oud 72 jaar, Reinier II toen 82, Dirk toen 55 en Johan toen 28 jaar oud, tezamen 299 jaar)? Van elk portret maakt het Ikonografisch Bureau z.co mogelijk vijf kaarten: 1. het genummerde „stamfiche"; de gegevens hieruit worden geïndiceerd naar: 2. den geportretteerde, 3. de collectie, waarin het portret is aangetroffen, 4. den schilder, 5. jaartal of tijd. 1) Deze openingsrede zag het licht als overdruk uit het nog niet verschenen Jaarboek van het C.B., Drukkerij de Residentie, 's-Gravenhage. -) In 's Rijks Genealogische Verzamelingen, mede ondergebracht Nassaulaan 18, berust o.a. de Collectie C. H. van Fenema, w.i. ten minste 12.000.000 geboorte-, huwelijks- en overlijdens-advertenties uit allerlei dagbladen van c. 1795 af. 3) Aan C.B. zijn door het Departement van Binnenlandsche Zaken in overleg met de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters, toevertrouwd een kleine 3.000.000 persoons bewijzen, welke het bombardement van „Kleykamp" overleefden. 4) In afwijking van de beschrijving van deze tentoonstelling in de Mededelingen van het Centraal Bureau voor Genealogie, Juli 1947, zijn niet vier, doch is slechts één portret van de hand van Constantijn Netscher geëxposeerd (Frangoise Fagel; niet in cat.); de nrs. 48 en 49 (echtpaar Romswinckel) zijn zeker, de nrs. 52 en 53 (Weyman en N.N.) waarschijnlijk van Gaspar Netscher.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1947 | | pagina 22