144 COMPARANTEN, ENDE MY NOTARIO MEDE HEBBEN ONDERTEECKENT, OP DEN ij Februari; XVJC drie ende t' sestich. M. van der Lisse Pieter Dircksen Lange weg Aert Jochumsz. van Ghendt Jan Franssen Buedt quod attestor H. H. Smits notarius publicus Het zou uit een oogpunt van de geschiedenis van het notariaat niet onaardig zijn eens na te gaan, waar en wanneer formulieren als het onderhavige voor het eerst gebruikt zijn en voor welke soort(en) van acten. Waarschijnlijk zijn zij ook vóór 1663 wel gebruikt, maar te Dor drecht is zulks, voorzoover mij bekend, niet bet geval geweest. Jammer genoeg ontbreekt op het formulier iedere aanwijzing van den drukker. Hoogstwaarschijnlijk heeft notaris Smits de formulieren niet zelf laten drukken, daar anders zijn naam en standplaats wel in den druk vermeld zouden zijn, maar waren dergelijke formulieren gewoon in den (boek)- handel te koop. Mr J. J. BEYERMAN. Schrijven van den goeverneur van de provincie Groningen aan de rechtbanken van eersten aanleg in dat gewest, d.d. 5 Januari 1815 archief rechtbank Winschoten, dnv. no. 3). „Vermits het tengevolge maatregelen, genomen door Z. E. den Heere Secretaris van Staat voor de Binnenlandsche Zaken noodzakelijk word, dat ik maandelijks naauwkeurig geïnformeerd worde en zoo jaa, welke veranderingen er in het personeel, de tractementen of abonnementen der justitiële ambtenaren hebben plaats gehad zoo heb ik nodig geoor deeld mij telkens uiterlijk den lsten der maand, volgende aan die, waarover de tractemeniten en abonnementen behoren gereclameerd te worden, een zodanige opgave, het zij dan, dat er al of gene veranderingen hebben plaats gehad, te doen toekomen." A. PATHUIS. 145 KRONIEK De Bibliothèque de l'Ecole des chartes, dat zooals men weet geen zuiver vaktijdschrift is, doch ook historische artikelen van algemeenen aard geeft en wel eens buiten de Middeleeuwen treedt b.v. met een beschouwing over den toestand der textielindustrie in Frankrijk naar een enquête uit het begin der 18e eeuw brengt in de jaargangen ClCVI (1940 1945), die ons eerst na de beëindiging van den oorlog bereikten, een aan tal bijdragen, voor ons van belang, waarvan hier kortelijks melding worde gemaakt. Uit t. Cl (1940) noemen wij een artikel van F. Lot, Textes manceaux et fansses décrétales, dat in t. CII wordt vervolgd. G. Tessier, die ook de geschiedenis der lettres de justice nagaat, behandelt de houding van het Parlement van Parijs ten aanzien van den jaardagstijl. Deze was bij de ordonnantie van Karei IX met ingang van 1 Januari 1564 in Frankrijk ingevoerd, doch het Hof verzette zich en werkte tegen. In 1566 kwam een nieuwe ordonnantie, waarbij het zich ten slotte neer legde; van 1 Januari 1567 af volgen de stukken het koninklijk voor schrift. Over de motieven van het Hof is echter niets bekend. Opmerking verdient ook een mededeeling over het getijdenboek van Jan zonder Vrees, verworven door de Bibliothèque Nationale. T. CII (1941) brengt o.a. een artikel van R. Grand: Justice ctiminelle, procédure et peines dans les villes aux XlIIe et XIVe siècles, vrnl. gebaseerd op Aurillac. In de boekbespreking treffen wij aan een aan kondiging van het in 1939 op voorstel van het Comité international des Sciences historiques verschenen Handbook of British chronology, van F, M. Powicke, met medewerking van 30 specialisten. Bij de opgave der nieuw verschenen werken wordt melding gemaakt van Halphen s Initiation aux études d'histoire du moyen-age, ook voor onze aankomende archivisten stellig van waarde. De artikelen van den jaargang 1942 geven geen aanleiding tot bijzon dere vermelding, doch uit een staat van aanwinsten der Archives Natio- nales pikken wij als voor ons van mogelijk belang op: archieven van het huis de Berg de Breda 1444—1837), w.o. brieven van prins Willem van Oranje, en de schenking van den graaf A. de Ronseray: pièces diverses concernant la maison d'Orange et la familie de Verneuil, 14621816. T. CIV (1943) bevat niets voor ons van belang, of het moest zijn de bespreking van het Recueil de documents rélatifs a l'histoire du droit municipal en France des origines a la Revolution. Artois, daar Atrecht deel heeft uitgemaakt der oude Nederlanden. T. CV (1944) echter te meer. Lion Levillain beschouwt het charter van Clotilde van 10 Maart 673, een der acht oorkonden uit de 7e eeuw in de Archives nationales naast die der Merovingische koningen. Van belang ook voor onze archivistiek is vooral het artikel van J. Richard: Les archives et les archivistes des dues de Bourgogne dans le ressort de la Chambre des Comptes de Dijon. Schr. behandelt daarin „MERFIN" REEDS IN 1815? BU1TENLANDSCHE LITERATUUR.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1947 | | pagina 19