102
Algemeen Rijksarchief. Bij beschikking van den minister van O, K.
en W. van 18 Jan. 1947 is, met ingang van 16 Januari 1947, wegens
gezondheidsredenen eervol ontslag verleend aan mevr. P. van Rheineck
Leyssius-Jansen als commies aan het Algemeen Rijksarchief.
Wegens huwelijk verliet de assistente mej. J. Vaissier den archiefdienst
per 1 Mei 1947.
Rijksarchief in Zeeland. Bij beschikking van den minister van O., K„
en W. van 8 Febr. 1947 is, te rekenen van 5 Mei 1945 af, aan mej. dr.
D. A. Felix wegens het doen blijken van ontrouw aan de zaak van het
Koninkrijk of aan Hare Majesteit de Koningin ontslag verleend uit haar
functie van hoofdcommies-chartermeester aan dit archief.
Tot tijdelijk adjunct-commies is met ingang van 1 Jan. 1947 benoemd
de heer M. P. de Bruin.
Rijksarchief in Utrecht. De commies-chartermeester mej. dr. A. J.
Maris is, te rekenen van 1 Jan. 1947 af, bevorderd tot hoofdcommies.
Rijksarchief in Overijsel. De adjunct-commies F. M. Hendriks is, te
rekenen van 1 Jan. 1947 af, bevorderd tot commies.
Rijksarchief in Friesland. Aan dr. J. G, Avis is wegens benoeming
elders eervol ontslag verleend als commies-chartermeester bij beschikkinq
van 2 April 1947.
Rijksarchief in Drente. Bij beschikking van den minister van O., K. en
W. van 8 Febr. 1947 is aan E. J. Th. A. M. van Emstede wegens het
doen blijken van ontrouw aan de zaak van het Koninkrijk of aan Hare
Majesteit de Koningin, te rekenen van 5 Mei 1945 af, ontslag verleend uit
zijn functie van commies in tijdelijken dienst bij dit archief. Bij beschik
king van 18 Tan. 1947 is, te rekenen van 5 Mei 1945 af. om dezelfde
redenen ontslag verleend aan A. Voges, sinds 1 April 1939 schrijver
2e klasse aan dit ardhief.
Als ambtenaar op arbeidscontract is aangesteld de heer J. Westra van
Holthe.
Tot inspecteur der gemeente- en waterschapsarchieven in Overijsel is
benoemd dr. J. G. Avis, commies-chartermeester aan het Rijksarchief in
Friesland. Tot assistent van den inspecteur in Zuid-Holland is benoemd
de heer D. van Baaien; tot ambtenaar bij den dienst in Friesland de heer
W. K. van der Veen.
Delfl. Aan de wet.assistente mej. P. Beydals is per 1 April 1947
wegens benoeming tot conservatrice aan het Oudheidkundig Museum te
Rotterdam ontslag verleend. De heer C. D. Goudappel is bevorderd tot
eerste assistent.
103
Enkhuizen. De ambtenaar voor het archief, de heer D. Brouwer, is
overleden.
Leeuwarden. Aan den archivaris mr. A. van der Minne is wegens zijn
houding in oorlogstijd ontslag verleend.
Maassluis. Tot archivaris is benoemd de heer D. van Baaien.
Maastricht. Aan dr. F. Nuyens is eervol ontslag verleend als gemeente
archivaris. Dr. Nuyens is benoemd aan het Psychotechnisch Laboratorium
der Staatsmijnen voor verzorging der documentatie.
Voorschoten. Aan den heer J. L. van der Gouw is door het gemeente
bestuur de ordening van oud- en nieuw archief opgedragen. Voor het
nieuw archief geschiedt zulks in samenwerking met den gemeente
secretaris.
Benoeming en installatie van den nieuwen archivaris der
Nederlandsch-Hervormde Kerk.
Men schrijft ons;
Met ingang van 1 Jan. 1947 benoemde de Generale Synode der Ned.-
Hervormde Kerk tot haar archivaris mr. T. J. Naudin ten Cate, secretaris
van prof. dr. J. N. Bakhuizen van den Brink, waarnemend archivaris der
Kerk. Mr. Naudin ten Cate, vóórdien o.m. geruimen tijd werkzaam bij de
Nederl. Handel-Mij. te Amsterdam, werd 15 Juli 1899 te Nijmegen gebo
ren en volbracht zijn studies te Leiden. In 1939 verwisselde hij het finan-
cieele terrein met dat der historie en behaalde in 1941 het diploma van
wetenschappelijk archiefambtenaar der le klasse. Vervolgens arbeidde
hij verscheidene jaren aan de ordening van het archief-Fagel op het
Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage.
Op 14 Januari j.l. had zijn installatie plaats op het secretariaat van de
Hervormde Kerk te 's-Gravenhage. In tegenwoordigheid van de Alge-
meene Synodale Commissie sprak dr. W. A. Zeydner, praeses van de
Generale Synode, een rede uit, waarin deze er zijn vreugde over uitsprak
dat thans weer definitief in deze vacature was voorzien. Dr. Zeydner
wees op het belang der Hervormde archieven en de velerlei zorgen, die
daaraan besteed dienen te worden, hetgeen veel inspectie, inventarisatie-
arbeid en het geven van adviezen medebrengt en ook, gezien het groote
aantal archieven, een sterk concentratievermogen vereischt. Hij hoopte,
dat de nieuwe .archivaris, reeds met enthousiasme begonnen, aan de ver-
eischten, verbonden aan dit hooge ambt bij de Kerk, zou voldoen, doch
zich niet geheel in het verleden zou opsluiten en zijn arbeid zou zien als
aansluitend bij het heden.
Hierna zette de voorzitter van de Commissie ter behartiging van de
belangen der Kerkelijke archieven, prof. dr. M. J. A. de Vrijer, die met
jhr. dr. B. M. de Jonge van Ellemeet, oud-rijksarchivaris in Utrecht, aan-
RIJKSARCHIEVEN.
GEMEENTE- EN WATERSCHAPSARCHIEVEN.
KERKELIJKE ARCHIEVEN.