100
turen, één nationaal archieffonds vormen. Derhalve behoort de centrale
rijksarchiefdienst een inspectie-bevoegdheid te hebben op alle, dus vooral
ook op nog niet in depóts overgebrachte archieven, waardoor mogelijk
zal worden invloed van den wetenschappelijken archiefambtenaar op de
vorming der archieven, waarbij nu nog al te veel willekeurig gehandeld
wordt.
Inderdaad: wanneer wij in ons land zien, dat in verreweg de meeste
gemeenten, in meerdere waterschappen, op enkele provinciale griffies
en nu ook op de departementen de archieven geordend worden volgens
een stelsel, waartegenover de meerderheid van de archivarissen vreemd
zoo niet afwijzend staat, dan lijkt het mij wel tijd, dat ook door ons wat
meer aandacht besteed wordt aan de praenatale zorg voor de archieven,
een zorg die nu geheel in handen is van menschen, die archivistisch
bezien bij den dag leven.
De lezing van Posners voordrachten was mij aanleiding tot bezinning
op allerlei problemen van ons ambtswerk. Dat voor vakgenoten, die ook
ooren hebben voor de moderne en toekomstmuziek in onze sferen, de
lezing van dit 74 bladzijden tellende voordrachtenbundeltje aanleiding
zal zijn tot een dergelijke bezinning, is het doel van deze overigens wel
wat late bespreking.
Voorschoten, Januari 1947. J. L. VAN DER GOUW.
101
BERICHTEN.
Een archieven~bulletin. Daar hem herhaaldelijk bleek bij gesprekken
met ambtenaren van de Rijksarchieven, vooral met hen die in de provin
cies werkzaam zijn, hoe weinig zij op de hoogte blijken te zijn van het wel
en wee van hun ambtgenooten aan andere Rijksarchieven en hoe begeerig
zij als regel toch zijn naar eenige bijzonderheden omtrent hun mede-
rijksarchiefambtenaren (onder welke benaming natuurlijk de Rijksarchi
varissen tegelijk met de dii minores van allerlei rang en stand zijn samen
gevat)", heeft de heer C. G. H. Bloemen, secretaris van het Algemeen
Rijksarchief, ihet plan opgevat een „klein mededeelingenblaadje" in het
leven te roepen, door hem Rijksarchievennieuws gedoopt, waarvan het
eerste gecyclostileerde nummer in Februari is verschenen. Het bevorderen
van een goede verstandhouding onder al de aan de rijksarchieven werk
zame ambtenaren en het aankweeken en instandhouden van een goede
„corpsgeest" was daarbij zijn doel; de redacteur mocht daarbij de in
stemming en de medewerking verwerven van den Algemeenen Rijks
archivaris. „Het wil een dat moge afzonderlijk gezegd zijn goed
bedoelde poging zijn om de bestaande maar niet altijd „gevoelde" band
tusschen al degenen, die aan den Rijksarchiefdienst in ons Vaderland
verbonden zijn, meer bewust en in elk geval meer sterk en hecht te
maken."
Dienovereenkomstig bevat de nieuwsmare een aantal berichten van
persoonlijken de redacteur hoede zich voor teveel „familiariteiten
en zakelijken aard betreffende de rijksarchieven. Daar ons blad inder
daad „niet dikwijls" verschijnt, heeft dit Nieuws althans ten aanzien van
dezen tak van archiefdienst de meerdere actualiteit voor. Wij begroeten
het jonge zusje met welwillendheid en zullen van haar mededeelingen in
dit meer blijvend orgaan gaarne een gepast gebruik maken.
De nieuwe tarieven voor onderzoekingen en afschriften. Bij beschik
king van den minister van O., K. en W. van 9 Jan. 1947 no. 23052-1
afd. O. K. N. is een nieuwe regeling van de voornoemde tarieven vast
gesteld. De verlaagde vergoeding voor onderzoekingen ten behoeve van
de afstamming ad f 1 (tarief 1941) is vervallen; in de tarieven voor
afschriften en uittreksels is geen wijziging gebracht. Zij bedragen dus
voor onderzoekingen voor een uur f 1.75, terwijl gedeelten van een uur
niet in rekening worden gebracht, voor afschriften en uittreksels resp.
f 1.25, f 0.60 en f 1.75 per bladzijde naar gelang de stukken in het Neder-
landsch gesteld van vóór of na 1700 dateeren dan wel in een vreemde
taal zijn gesteld; voor elk afschrift van of uittreksel uit de in de rijks
archieven berustende akten van den burgerlijken stand of de retroacta
daarvan moet per bladzijde of gedeelte daarvan f 0.40 worden gerekend.
Bij beschikking van denzelfden dag no. 23052-1 afd. O., K. N. is het
in 1941 vastgestelde „bijzonder tarief" voor fotografische reproducties,
zij het eenigszins gewijzigd, wederom in werking gesteld. De prijzen
voor fotografische reproducties zijn c. 25 procent verhoogd.
ALGEMEEN.