46 geëischt worden" VofaraadT™! TT' '0eZ,Ch' de decentralisatie van oudere archieven h« J 'T 9 d te zien' en archieven op alle provinciale hoofdnTV te Zien door lands- noemden wensch was reeds een beal f Vestl9en" Aan laatstge- sprekingen, welke door mfme °ke 9e9eVe" d«<» 'e- kundigen Dienst en den Gouverneur vnn M ld f den °l,dh'ed- die er toe schenen te zullen leiden dat ldden~Java ware* gehouden, depot zeer geschikt historisch gebouw Ln t VOOr archief' als Landsarchief van Midden-Java Hierho Unne" wozden aangewezen lijk aantal bundels archivalia van Zouden dan een aanzien- Midden-Java, van hetaA]genarenïLdTarch,>f\dieRbftrek^in9 overgebracht, als gevolg waarvanin fakunn^ wordeï plaats meer ruimte beschikbaar zou kom S cfntra]e archiefbewaar- oudere archieven van de Reqeerina ofV°°g onderbrengen van colleges en personen, wier rechten of funJr ,dePartementen, diensten, hadden uitgestrekt. Speciafe ÏX hel 9öhede ,and be teekenis van het Landsarchief als wete^We n°9 V°°r de bijzonder voor het verschaffen wetenschaPpehjk instituut, in het had de Regeering ziek ter za^e Wdi>™" meld maar als taakomschrijving was dft nf zooals reeds ver ordonnantie opgenomen. In verband met de V* onLtworPea archief- schappelijke en cultureele ontwikkelino v°ortschrijdende weten waarop ik aanstonds zal terugkomen Lk ^eder]andscWndië - ding te bestaan om ook aan dezen wpmrli - er ,zeker v°ldoende aanlei- te komen. Derhalve heb ik aan de Rene Van e" ^sraad tegemoet der ontwerp-archiefordonnani hand? T9 VOOr?esteld in het artikel Alleen Laudsnrchiel. het het bijzontrr ,aaaknteRhief —schappe,i)k iusdtuut, da, i„ a. de daarin ondergebrachte stukken en bescheiden i ordenen en te beschrijven volqens de rT„ i t€ ver20r9ea. te archiefbeheer; otgens de regels van wetenschappelijk b' arch'SwKe'r™ de VOrmi"9 en "«wikkeling van he, Indisch Nederlandsch-Indië; geschiedenis van d'lkeheW!U h|sjor'SGhe voorhchting te verstrekken. sneller klopte toen tk^i belanqjiikj' m''n arcllfvarissenhart van vreugde getuigende uiteenzetting van den ^ofk" elan9steding en inzicht gemaakte wenschen tot verbeterina van d™3 e" *?e daarin kenbaar onder oogen kreeg. Nu deed zich do V0°z9estflde archiefregeling archiefwezen met één slag op te heffen voor het Indische jaren. Het heeft helaas niet zoo mogen z" n Ik had tiental]en g zijn. ik had nog juist den tijd de 47 Regeering te adviseeren, dat er naar mijn meening geen gegronde redenen aan te voeren zouden zijn om niet met den Volksraad mede te gaan integendeel en een nieuw ontwerp-archiefordonnantie in te dienen, waarin de uitgesproken verlangens waren verwerkt. Dit was eind Januari 1942; zooals U allen bekend is was de capitulatie van Java nauwelijks een maand later een feit geworden. Al dadelijk bleek toen, hoe jammer het was dat de nieuwe archief regeling nog niet tot stand had kunnen komen. Want om te trachten tegen over het Japansoh onbenul of erger, tegenover de Japansche lust tot ver nietigen van archieven elders, zoo goed en kwaad mogelijk te kunnen optreden, was ik wel gedwongen de Engelsche vertaling van mijn instructie als Landarchivaris die ik zelf moest vervaardigen hier en daar een weinig ruimer te stellen dan het origineel luidde; overigens geheel in den geest van de door de Regeering voorgestelde archiefwet geving. Gaarne had ik dit verslag wat kleurrijker gemaakt door U eenige proeven van deze vertaling voor te dragen, maar doordat vrijwel al mijn papieren verloren zijn gegaan, is dit mij niet mogelijk. Inmiddels ben ik met het chronologisch overzicht van het uitbotten van de ontwerp-archiefregeling in Indië te snel voorwaarts gegaan. Ik moet U weer mee terug voeren naar Mei 1940. Na een periode van verslagenheid over den katastrophalen gang der gebeurtenissen in Nederland, kwam spoedig het besef op: nu Nederland uitgeschakeld is en welhaast volledig voor ons afgesloten, dienen wij zelf in indië met alle beschikbare middelen den fakkel van Nederland's beschaving brandende te houden. Iedereen, personen zoowel als instel lingen, werkte mee. Het aantal beschikbare drukpersen was haast onvol doende om alle tijdschriften, oude en nieuw opgerichte, herdrukken en nieuwe drukken van boeken enz. te verwerken. De belangstelling van het publiek voor kunstkringen, tentoonstellingen, musea en ook het Lands archief nam zienderoogen toe. Het was een merkwaardige tijd, die periode tusschen Mei '40 en Maart '42; naast de verhoogde militaire bedrijvigheid maakte de opbloei van het cultureele leven onder de Indische Nederlanders om andere bevolkingsgroepen niet te noemen waarlijk geen slecht figuur. Een documentaire hiervan is te vinden op de laatste bladzijden van de in die dagen verschenen nummers van het nieuwe tijd schrift Nieuw Neerlandia van de Indische afdeeling van het Algemeen Nederlandsch Verbond. Ik herinner mij, hoe ik in die dagen een oproep schreef tot Inventarisatie van Nederlandsch cultuurgoed, een overigens mislukte poging om een overzicht te krijgen van dat, wat ons toen nog ter beschikking stond. Een nauwe samenwerking van het Landsarchief ontstond met het Bataviaasch Genootschap, in het bijzonder met de afdeeling Geschiedenis daarvan, met het Museum Oud-Batavia, met de jonge faculteit van Letteren en Wijsbegeerte en met andere cultureele instellingen, ook buiten Indië. De benoeming van den Landsarchivaris tot lid van de Vereeniging van Amerikaansdhe Archivarissen en van het Far Eastern Committee, onderdeel van het Comité International des Sciences Historiques, waren een indicatie van dezen opbloei. In de ge-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1947 | | pagina 27