44
voor den Landsarchivaris in feite niet meer dan een administratieve
daartoe"arr,de/nter J^aanheden op het Landsarchief w"
daartoe geheel ontoereikend; buitendien was het keurslijf van de bepalin
gen, daarin opgenomen, veel te eng geworden.
was''reedT^Tg^r Van het Indisch archiefwezen
as reeds m 1937 ter sprake gebracht, in eerste instantie als een nieuwe
administratieve reglementeering van de raadpleging van de op het Lands
archief berustende archivialia. P Lands-
Naar aanleiding van een inmiddels ontvangen brief van de Vereeniqinq
'an Archivarissen ,n Nederland van 23 April van dat jaar, gericht aan
den Gouverneur-Generaal, is aan de gedachte regeling een wijder strek-
g gegeven, In dien brief is onder meer gezegd, dat „de Nederlandsch-
Indisdhe archieven het ongetwijfeld waard zijn, dat er evenveel zorq aan
besteed wordt als aan Nederlandsche", en op dien grond werd aanqe
NeTl" 7 tf£n rC archiefre9elin9 voor Indië in den qeest van de
Nederlandsche wetgeving ter zake, in het bijzonder ten aanzien van de
benoembaarheid van het archiefpersoneel.
In de vervolgens ontworpen regeling van het Indisch archiefwezen is
ei naar gestreefd de centrale positie en de leiding gevende functie van
he Landsarchief in het beheer der Nederlandsch-Ind'ische archieven dui-
van J"" 77£n "f9015 te Stelkn V°0rihet toezicht °P - de bewaring
van, de raadpleging de overbrenging van het stekelige probleem van de
soTed AL fVandarCht!Vah'a' t\de °pIeidin9 en benoembaarheid van per!
soneel. Als Landsarchivaris heb ik er echter de Regeering toen reeds op
gewezen, dat wanneer zich in de praktijk geen moeilijkheden zouden
voordoen, te zijner tijd de volledige openbaarheid voor de naar het Lands-
arch,ef overgebrachte stukken onder oogen zou dienen te worden gez"en
De Directeur van Binnenlandsch Bestuur, aan wien o.m. de ontwerp-
kinq aan°dezae Sf toegezonden, heeft wederom een ruimer strek-
VI J f ene gegeven, voortvloeiende uit de gewijzigde om
standigheden - het was inmiddels al 1941 geworden gl 'het uit
breken .au den oorlog en, als gevolg van de overweldiging van Neder-
Jandsch-Indfë W'kkel'n9 en de 9r°otere zelfstandigheid van Neder-
Aangezien het algemeen landsbelang bepaaldelijk zal worden gediend
.^ntTooH -ge0ld7d e1beheerd afdkief—- -eende dit d'eparte
j 00 ml' centrale regeling van dit onderwero bii
mfX VS te" °Pfichte van d" <•-•"><< 9em een schappen ten voilé
Seeltévan de n ,1 "L Binne",a"dKh Bes">™ «er groo,
gedeelte van de ook oudere gouvernementsarchieven onder ziin
dÏn.T 1 15 ee" 7geIi'ke re9elln9 inzonderheid voor dien tak van
beveling verdienen".60 e" lan •>**-»*** 'egeling slechte aa„-
oordeel'dar^de'nadr^t ""f"*" T Bestuur van
da!.de n,adluk dan voorheen gelegd diende te worden
op de werkingssfeer van de landsinstelling. die het centrale punt sou
45
vormen van het Nederlandsëh-Indische archiefwezen, n.l. het voortaan
zoo te noemen Algemeen Landsarchief.
De Volksraad onder voorzitterschap van mr. Jonkman den huidige.n
Minister van Overzeesche Gebiedsdeelen -over de ontwerp-archief-
regeling gehoord, bleek nog een grooten stap verder te willen gaan en
het verschil tusschen de wettelijke regeling van het archiefwezen in
Nederland en de voor Indië op dit gebied te treffen voorzieningen zoo
gering mogelijk te willen maken, voor zoover dat met de toenmalige
omstandigheden overeen te brengen was. Instede van een in wezen nog
administratieve regeling als door de Regeering was voorgesteld, wenschte
de Volksraad een wetgeving tot stand gebracht te zien, waarbij het
openbaar belang van een geordend archiefwezen en de openbaarheid
van de oudere archiefstukken vooropgesteld werd.
Het belang van het door den Volksraad ter zake ingenomen stand
punt mag zeker niet worden onderschat. Over geheel Nederlandsch-
Indië verspreid, lagen in ambtelijke archieven de landsarchivalia. In de
groote verzamelingen van de departementen, centrale diensten, bedrijven
en instellingen, de Algemeene Secretarie en natuurlijk ook in het Lands
archief en in de vele gewestelijke en plaatselijke archieven. Daarnaast
vond men nog archivalia in de archiefbewaarplaatsen van de locale
gemeenschappen en van de zelfbesturen. Al deze archieven met uit
zondering van die der zelfbesturen, die een aparte plaats innamen
vormden tezamen het archiefwezen van Nederlandsch-Indië, waarin het
Landsarchief een bijzondere positie had. Immers, ook de toenmalige
Regeering was van meening, dat het Landsarchief niet alleen als het
centraal archiefdepót van Nederlandsch-Indië diende te worden aange
merkt, doch dat het bovendien een wetenschappelijk instituut was, dat
leiding moest geven aan de vorming en ontwikkeling van het Indisch
archiefwezen, dat het middelpunt moest zijn bij de bewerking van de
nieuwere geschiedenis van het eilandenrijk en dat tevens de noodige
historische voorlichting zou verstrekken. De Volksraad was het uiteraard
geheel hiermee eens, maar wilde in de principieele opzet veel verder gaan.
Hij wilde de voorgestelde regeling die nog al te veel de administratieve
trekken van haar geboorte vertoonde hervormd zien tot een moderne
wetgeving naar Nederlandsch voorbeeld, met een ordonnantie als kern
regeling, en de uitvoeringsvoorschriften in regeeringsverordeningen neer
gelegd; het geheel stoelend op de beide beginselen, vervat in de conside
rans van de ten onrechte bijna vergeten Publicatie des Konings van 15
Januari 1854. Deze Publicatie, afgekondigd zoowel in Oost- als in West-
Indië, ging uit van twee grondstellingen: le. de Staat heeft een uitslui
tend recht van eigendom op alle stukken en bescheiden, behoorende tot
de gouvernementsarchieven, en 2e. de instandhouding van deze archieven
is een zaak van openbaar belang. Het openbaar belang en de openbaar
heid voor de archieven van het land vooropgesteld, kan het oude systeem
meende de Volksraad evenmin voor de archieven van de openbare
gemeenschappen blijven gelden, doch dient ook voor de oude archivalia
uit deze belangrijke, locale archiefverzamelingen behoorlijke verzorging en