228
De studie voor het in 1939 door de Studieclub voor Gemeente
lijke Documentatie in samenwerking met de Vereeniging van Archiva
rissen in t leven geroepen diploma voor archiefverzorger wordt door
de handleiding van den heer Noordenbos ten zeerste bevorderd en
vergemakkelijkt. Daarnaast zal ook in de kringen der archivisten -
en ik denk hier in de eerste plaats aan de Provinciale Inspecteurs en
hun adjuncten eenmaal kennisnemen leiden tot regelmatig raad
plegen. Om mij bij één voorbeeld te bepalen: uitsluitend met ver
nietiging van de daarvoor in aanmerking komende archiefstukken kan
men het groeiend tekort aan plaatsruimte in onze archiefdepöts niet
baas. Laat vasthouden aan verouderde principes den archivisten niet
weerhouden eens kennis te nemen van de model-archiefdoos, afge
beeld op blz. 150. Vooral bij nieuwere archieven, waarbij de losse
stukken de gebonden deelen verre overtreffen, kan men bij vervan
ging van de verticale archiefberging door een horizontale, naar mij
in de praktijk gebleken is, ongeveer een vijfde deel der te voren
aanwezige bergruimte bijwinnen. Onderzoek van de geschiedenis der
opberging van stukken heeft mij bovendien geleerd, dat de doos ouder
is dan de portefeuille. Verschil bij vroeger is slechts dat de stukken
toen plat in de doos kwamen te liggen en nu op hun Iangsten zijkant.
De wensch van Mr. Koelma, den recensent van den eersten druk
in 1926 waarbij den heer Noordenbos groei van belangstelling in
zijn werk werd toegewenscht, is thans wel in ruime mate in vervulling
gegaan. Rest mij dus slechts te onderschrijven het slot van de boek
bespreking van den derden druk door den heer H. Vlug in het Maand
blad 2): „goede wijn behoeft geen krans".
A. R. M. MOMMERS.
Berichten.
229
Tijdschrift Gemeentebestuur 6e jaargang blz. 318.
2) Maandblad Gem. Documentatie en Secretarieorganisatie no, 68 blz. 362.
R ij k s a r c h i e v e n.
Algemeen Rijksarchief. De hulp-binder A. Kï. dc Groot is overleden:
ARil^arcflief in Zeeland. Met ingang van 15 October 1942 is de rijksarchivaris,
Mr. A. Meerkamp van Embden, benoemd tot waarnemend-burgemeester der gemeente
Middelburg; in Augustus 1943 ds hij tot burgemeester benoemd.
In plaats van den heer L. Kruyff, die overgeplaatst is naar 's Hertogenbosch, is
als adj. commies benoemd de heer H. J. M. Timmerman. (II)
Rijksarchief in Noord-Brabant. Wegens het bereiken van den 65-jarigen leef-
tijd is de heer Mr. V. Dumoulin met ingang van 1 September 1942 op pensioen
gesteld. Hij bleef evenwel nog op arbeidscontract werkzaam. Tot chartermeester is
benoemd Dr. W. J. Formsma (I). De heer L. Kruyff (II) is thans aan dit archief
verbonden als hoofdcommies.
Rijksarchief in Groningen. De heer A. Pathuis (II) is thans als adj. commies
aan dit archief verbonden.
Rijksarchief in Drenthe. Als commies is aan dit archief verbonden de heer
E. Th. A. M. van Emstede (II).
Rijksarchief in Overijssel. De adj. commies, de heer Mr. H. L. Hommes (I),
is benoemd tot inspecteur van de gemeente- en waterschapsarchieven in de provincie
Overijssel in plaats van Dr. W. Formsma. In plaats van Mr. Hommes is als adj.
commies aan het Rijksarchief verbonden Mr. L. Noordhoff (I).
Tevens is tot adj. commies benoemd mej. L. J. Ruys (II).
Gemeente- en waterschapsarchieven.
Alkmaar. In plaats van den heer A. Pathuis, die naar Groningen is ver
trokken, is de heer H. van Donselaar (II) benoemd.
Delft. Als wetenschappelijk assistent is opgetreden de heer C. D. Goudappel.
's-G r a v e n h a g e. De conservator, de heer Ds. N. J. Pabon, heeft van het
archief afscheid genomen om zich te kunnen wijden aan zijn herderlijk werk bij de
Luthersche gemeente te Woerden. Aan het archief is verbonden de heer A. J. van
Rossum Duchattel (II).
Groningen. Op 29 April 1943 vierde Dr. H. P. Coster zijn 25-jarig
ambtsjubileum. Zijn Gromimgsche vrienden zorgden voor een intieme huldiging. Ook
was er veel belangstelling uit de archiefwereld. Met ingang van 1 Januari 1943 werd
tot ambtenaar in vasten dienst benoemd de heer P. Biesta (II).
Heerlen. De totstandkoming van het representatief gedeelte van het
nieuwe Raadhuis heeft tot gevolg gehad, dat het oudere gedeelte van het gemeente
archief naar de modern ingerichte archiefkluis kon worden overgebracht. Deze kluis
is gebouwd overeenkomstig de thans geldende voorschriften, in overleg met den Rijks
archivaris in Limburg.
Bij het oudere archief, dat met het jaar (1049) 1372 aanvangt, werd het nieuwere
gedeelte gevoegd; in totaal een toename van ongeveer 200 strekkende Meter archief,
waarbij de bescheiden van den dienst van Publieke Werken en van de Gemeente
bedrijven niet zijn inbegrepen. Deze toename vloeit voort uit het Besluit van den
Burgemeester, van 30 April 1943, inhoudende, dat de scheiding tusschen de Secretarie-
bescheiden, welke op de Registratuur bewaard worden, en de dossiers, welke in de
kluis opgeborgen staan, bepaald wordt door de idee, of een zaak al dan niet als
algeheel afgehandeld dient te worden beschouwd.
Het aanvaarden van zulk een logisch scheidings-criterium, waarmee derhalve
het tot nu toe aangehouden chronologisch element wordt prijs gegeven, impliceert de
mogelijkheid, dat correspondentie van het jaar 1940 en zelfs 1943 tot het archief gaat
behooren, hetgeen de facto dan ook het geval is. De archiefdienst krijgt dientengevolge
een actueele beteekenis, in zoover bijna dagelijks stukken worden uitgeleend, welke
tot juiste behandeling van zaken ter bestudeering noodig zijn op de Secretarie. Het
meer actueele zin geven aan dezen dienst is mede gestimuleerd geworden door den
Rijksarchivaris in Limburg.
Aangezien de arohiefordening vanaf 1919 naar de beginselen van de Code Decimal
is doorgevoerd, wordt voor een goed beheer eenige kennis van dit systeem wel
vereischt.
De Burgemeester van Heerlen heeft tot archivaris dezer gemeente overeenkomstig
het bepaalde in de laatste alinea van art. 15 der Archiefwet benoemd Drs. L. E. M. A.
van Hommericb, die reeds vanaf 1 Nov. 1937 als wetenschappelijk archiefambtenaar
door het Gemeente-bestuur belast was met het beheer van het oudere archief.